Week 16 - Formuleren - klas 1

Formuleren
Cursus 6 - §1 Zinnen correct begrenzen



1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 25 min

Onderdelen in deze les

Formuleren
Cursus 6 - §1 Zinnen correct begrenzen



Slide 1 - Tekstslide

Doelen deze week:

Leerdoelen: 

- Je leert wat voegwoorden zijn. 
- Je leert hoe je een zin op de juiste manier begrensd. 


Slide 2 - Tekstslide

Begrenzen van een zin
Een tekst bestaat uit zinnen. Doordat een tekst verdeeld is in zinnen, is hij beter leesbaar. Een zin is meestal een mededeling. Achter een zin met een mededeling zet je een punt. 

Voorbeeld:
– Amy versiert de woonkamer. Haar broer is morgen jarig.

Slide 3 - Tekstslide

Voegwoorden
Je kunt twee mededelingen samenvoegen met een voegwoord zoals: als, doordat, dus, maar, nadat, omdat, terwijl, want, voordat, zodat of zodra.

Voorbeelden
– Amy versiert de woonkamer, want haar broer is morgen jarig.
– Amy versiert de woonkamer, omdat haar broer morgen jarig is.



Slide 4 - Tekstslide

Voegwoorden
Sommige voegwoorden kunnen ook aan het begin van de zin staan. Dan komt er verderop in de zin een komma tussen de twee mededelingen, vaak tussen twee persoonsvormen.

Voorbeeld
Omdat haar broer morgen jarig is, versiert Amy de woonkamer.





Slide 5 - Tekstslide

Eindigen van een zin

Slide 6 - Tekstslide

Les 1 - Formuleren


Lesdoel: aan het einde van de les heb je met leestekens en voegwoorden geoefend. 

1. Maak duo's.
2. Pak allebei jullie aantekeningenschrift. 
3. Maak de twee opdrachten van de volgende dia. 
4. Na 15 minuten kijken we de opdracht samen na. 
Eerder klaar? Werk verder aan de huiswerkopdrachten - Cursus 6 - Formuleren §1 Zinnen correct begrenzen.


Slide 7 - Tekstslide

Maak in duo's de volgende opdrachten:
timer
15:00

Slide 8 - Tekstslide

Les 2 - Formuleren


Lesdoel: aan het einde van de les heb je met leestekens en voegwoorden geoefend. 

1. Nakijken opdracht 1 en 2
2. Kies uit: 
  • Maken van de opdrachten uit §1 van Cursus 6 - Formuleren
  • Trainen functie in Nieuw Nederlands
  • Extra instructie over de theorie van het begrenzen van zinnen. 


Slide 9 - Tekstslide

Les 3 - Oefenen maar! 


Lesdoel: aan het einde van de les heb je met leestekens en voegwoorden geoefend. 



1. Ga naar Kahoot.it en vul de code in
2. Maak de Kahoot! Wie gaat er winnen? 


Slide 10 - Tekstslide

Les 4 - 30 SECONDS


Lesdoel: aan het einde van de les heb je met woordomschrijvingen geoefend. 

1. Je krijgt een nummer 1 / 2 of 3. Ga in het juiste groepje zitten. 
2. Eén van jullie krijgt 30 seconden om zoveel mogelijk woorden te omschrijven. 
3. Voor ieder omschreven woord krijg je één punt. 
4. Welk team wint met de meeste punten? 


Slide 11 - Tekstslide

Les 4 - 30 SECONDS


timer
0:30

Slide 12 - Tekstslide

Terugblik leerdoelen

Leerdoelen:

- Je leert wat voegwoorden zijn. 
- Je leert hoe je een zin op de juiste manier begrensd. 


Slide 13 - Tekstslide



Keuze 1 - Oefentoets §4 of §5 maken Cursus 1 - Meer dan Lezen! OF trainen

Keuze 2 - Extra instructie van onderdelen 'Meer dan Lezen!' 

Keuze 3 - Mindmap maken over de theorie / video's Nieuw Nederlands online bekijken.







Lesdoel
Aan het eind van de les heb je aan de hand van je eigen keuze, geoefend met leesvaardigheid. 

LES  - KEUZEMENU

Slide 14 - Tekstslide

LES - OEFENTOETS
Lesdoel
Deze les oefen je met de theorie van leesvaardigheid §4 t/m §6. 


1. Ga naar NieuwNederlands Online. 
2. Klik op Cursus 1 - Meer dan lezen!
3. Scrol naar beneden en klik op oefentoets §6. Maak de oefentoets in stilte. 

Slide 15 - Tekstslide

LES - WOORDWEB
Als je zelf een tekst gaat schrijven, kun je een woordweb
maken om geschikte deelonderwerpen te bedenken.


Opdracht deze les
1. Noteer je onderwerp en schrijf er allerlei woorden omheen die met dat onderwerp te maken hebben.
2. Kijk welke woorden bij elkaar horen en maak daar groepjes van.
3. Kies drie of vier groepjes woorden waarover je het meest kunt vertellen: die groepjes zijn je deelonderwerpen. Je kunt een deelonderwerp in één of meer alinea’s uitwerken.
4. Schrijf in je aantekeningenschrift een inleiding voor je tekst. 
timer
15:00

Slide 16 - Tekstslide