20 MTLA week 3 groep A +B

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

terugblik
1. woordenschat vergroten hoe?
2. Welke woorden? 3 moeilijke woorden opschrijven op post-it

Slide 2 - Tekstslide

programma
spreekwoorden en uitdrukkingen (werkvorm)

Woorden online opzoeken (uitleg de opdracht)

Huiswerk bespreken

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht:
Woordenschat hoofdstuk 2.4:
 woordenboek online (blz. 173 of WS 2)
Opdrachten uit deze paragraaf maken

Slide 9 - Tekstslide

Huiswerk:
Paragraaf 2.4 helemaal afmaken.
+ woordenschat trainer licentie Nederlands

Slide 10 - Tekstslide

Test
Pak je telefoon en doe mee! 

(pen en papier, houd je aantal fouten bij)

Slide 11 - Tekstslide

Sommigen vinden het CHARISMA van een manager een belangrijke factor voor het succes van de zaak.
A
opleiding
B
ervaring
C
uitstraling

Slide 12 - Quizvraag

Die voorstellen BEHELZEN een compleet nieuwe invulling van de studie.
A
ontwaren
B
hebben betrekking op
C
beamen

Slide 13 - Quizvraag

Het overleg bevindt zich in een IMPASSE.
A
vergaderzaal
B
moeilijke toestand
C
eindfase

Slide 14 - Quizvraag

De goudhandel FLOREERT als nooit tevoren.
A
ontbeert
B
gaat achteruit
C
bloeit

Slide 15 - Quizvraag

In de middeleeuwen werden lijfeigenen door hun heer GEKASTIJD.
A
uitgelachen
B
gememoreerd
C
gestraft

Slide 16 - Quizvraag

De DISCREPANTIE tussen wat hij zegt en wat hij doet, is wel meer mensen opgevallen.
A
afwijking, gebrek aan overeenstemming
B
onopvallend
C
overeenkomst

Slide 17 - Quizvraag

Ik denk niet dat dat helpt bij het IMPLEMENTEREN van deze strategie.
A
invoeren en in gebruik nemen
B
een gat vullen
C
uit je hoofd leren

Slide 18 - Quizvraag

Dit artikel verduidelijkt hoe je moet citeren en PARAFRASEREN in je proefschrift.
A
Het weergeven van de inhoud met andere woorden
B
scanderen
C
omzetten in andere vorm of ander formaat

Slide 19 - Quizvraag

Tijdens deze lessen wordt de CONTEMPORAINE geschiedenis in chronologische volgorde behandeld.
A
sociale
B
hedendaagse
C
culturele

Slide 20 - Quizvraag

Ze mag er dan FRELE uitzien, maar ze is sterker dan je denkt!
A
broos
B
adellijk
C
verward

Slide 21 - Quizvraag

Wetenschappers staan voor een groot raadsel, nu ze een MINUSCUUL deeltje hebben gemeten.
A
heel klein
B
ovaal
C
bol

Slide 22 - Quizvraag

De IMMATERIELE schade valt niet te berekenen
A
schade aan spullen, goederen etc.
B
geestelijke
C
economische

Slide 23 - Quizvraag

Ook hier geldt natuurlijk het ADAGIUM: 'voorkomen is beter dan genezen.'
A
spreuk, motto
B
pleidooi
C
voorstel

Slide 24 - Quizvraag

Hopelijk biedt dat enig SOELAAS.
A
koekje
B
winst
C
troost

Slide 25 - Quizvraag

Hij had weinig SCRUPULES bij dat soort zaken.
A
lacunes
B
mogelijkheden
C
gewetensbezwaren

Slide 26 - Quizvraag

Uitslag: 
6 fout of meer: 1F
4-5 fout: 2F
2-3 fout: 3F 
0-1 fout: 4F 

Slide 27 - Tekstslide

Aan het werk
Maken boek A Woordenschat: 

paragraaf 1.1  De betekenis afleiden uit de tekst 
en
paragraaf 1.2 Betekenis afleiden uit een woord

Slide 28 - Tekstslide