Begrijpend lezen les 2: soorten publiek, voorbeeld of toelichting

Nederlands
Begrijpend lezen
Les 2:
VWO 2
 P2 2022-2023
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Nederlands
Begrijpend lezen
Les 2:
VWO 2
 P2 2022-2023

Slide 1 - Tekstslide

Vorige les…

… hebben we onze voorkennis opgehaald



Terugblik

Slide 2 - Tekstslide

Aan het einde van deze les…
... ken je de 5 tekstdoelen en 5 tekstsoorten
... ken je de 3 soorten publiek.
... weet je welke functies de rest van een alinea (buiten de kernzin) kan hebben.

Slide 3 - Tekstslide

Tekstdoelen en tekstsoorten
Ik ken de 5 tekstdoelen                                 
en 5 tekstsoorten uit mijn                              
hoofd.

Steek je vinger op als…

Slide 4 - Tekstslide

Tekstdoelen & tekstsoorten
Tekstdoel                                             Tekstsoort            
  • informeren                                   informerende tekst/ uiteenzettende tekst          
  • opiniëren.                                     beschouwende tekst
  • overtuigen                                   betogende tekst            
  • overhalen/activeren                activerende tekst
  • amuseren                                     amuserende tekst

Slide 5 - Tekstslide

 3 soorten publiek
Breed publiek - alle leerlingen van het ATC
Het publiek weet nog niets/bijna niets over het onderwerp.    

Kleiner, gespecialiseerd publiek - brugklasleerlingen van het ATC
Het publiek weet al iets over het onderwerp.

Een persoon, een kleine groep personen
- mentoren van V2G
Het publiek weet al wat meer/veel over het onderwerp.

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeld of toelichting
Kernzin
belangrijkste zin van de alinea

Rest van de alinea
voorbeeld
of
toelichting

Slide 7 - Tekstslide

Kernzin + Voorbeeld
Coffeeshops moeten niet in de buurt van scholen staan. Op het mbo in Rotterdam waar ik eerst werkte, zag ik regelmatig in de pauze leerlingen een jointje halen. Dat is niet goed voor hun gezondheid, niet goed voor hun schoolprestaties en niet goed voor hun motivatie. Op de mbo in Rotterdam waar ik nu werk is geen coffeeshop in de buurt en gebeurt dat niet. Coffeeshops horen dus niet thuis in een schoolomgeving.

Slide 8 - Tekstslide

Kernzin + toelichting
Coffeeshops moeten niet in de buurt van scholen staan. Jongeren experimenteren graag, choqueren graag en zoeken grenzen op. In coffeeshops waar drugs verkocht worden, worden jongeren op hun wenken bediend: met drugs wordt door sommige jongeren volop geëxperimenteerd en ouders zijn vaak gechoqueerd als hun kind blijkt te blowen. Dingen doen die niet mogen, is van alle tijden. Socrates in de 5e eeuw voor Christus klaagde al over de jongeren van zijn tijd. Dat betekent echter niet dat we het jongeren zo gemakkelijk moeten maken. Het blowen in tussenuren of pauzes is gemakkelijk te vermijden door coffeeshops in de buurt van scholen niet toe te staan.

Slide 9 - Tekstslide

Aan de slag!
Open je boek Op Niveau.
Ga naar Blok 1: Lezen (blz. 43.) en lees tekst 5 grondig.

Maak de vragen op slide 11 t/m 17



Slide 10 - Tekstslide

Wat is het tekstdoel van tekst 5?
A
informeren
B
opiniëren
C
overtuigen
D
activeren

Slide 11 - Quizvraag

Op welke manier(en) trekt de schrijver in de inleiding de aandacht van de lezer?
A
het onderwerp aankondigen
B
een kort , grappig of bijzonder verhaaltje te vertellen (anekdote)
C
één of meer vragen stellen
D
de aanleiding voor het schrijven van de tekst noemen

Slide 12 - Quizvraag

a Schrijf de kernzin van alinea 3 op.
b Zijn de overige zinnen van alinea 3 een toelichting of een voorbeeld?

Slide 13 - Open vraag

a. Schrijf boven de tweede alinea een tussenkopje dat precies de kern van de alinea weergeeft.
b.Schrijf boven de derde alinea een tussenkopje dat precies de kern van de alinea weergeeft.

Slide 14 - Open vraag

Schrijf de hoofdgedachte van tekst 5 op.

Slide 15 - Open vraag

Voor welk soort publiek heeft de schrijver tekst 5 geschreven? Licht je keuze toe.

Slide 16 - Open vraag