woordformules
1 / 16
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Wat kost 7 dagen?
bedrag = 10 + 15 × aantal dagen
bedrag = 10 + 15 × aantal dagen
Slide 3 - Open vraag
Welk getal gaat €2,50 omhoog?
A
de €10 wordt €12,50
B
de €15 wordt €17,50
Slide 4 - Quizvraag
Wat wordt nu de nieuwe woordformule?
A
bedrag=12,50+15×aantal dagen
B
bedrag=10+17,50×aantal dagen
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Video
Hoeveel lucifers heeft figuur nr. 9?
aantal lucifers = 1 + 4×nummer
aantal lucifers = 1 + 4×nummer
Slide 7 - Open vraag
Slide 8 - Video
Hoeveel euro heeft Peter van zijn vader geleend?
Slide 9 - Open vraag
Hoeveel schuld heeft Peter nog na 4 maanden?
schuld = 525 - 40×aantal maanden
schuld = 525 - 40×aantal maanden
Slide 10 - Open vraag
Hoeveel schuld heeft Peter nog na 9 maanden?
schuld = 525 - 40×aantal maanden
schuld = 525 - 40×aantal maanden
A
€365
B
€125
C
€165
D
€0
Slide 11 - Quizvraag
Na hoeveel maanden heeft Peter zijn volledige schuld afbetaald?
Slide 12 - Open vraag
Slide 13 - Tekstslide
hoe zou de letterformule kunnen worden bij:
aantal lucifers= 1 + 4×nummer
aantal lucifers= 1 + 4×nummer
A
aantal lucifers=1+4n
B
aantal lucifers=1+4×n
C
aantal lucifers =5n
D
aantal lucifers = 5×n
Slide 14 - Quizvraag
Maak een letterformule van :
bedrag = 10+15×aantal dagen
bedrag = 10+15×aantal dagen
