Spelling 4.9 en 5.9. en Fictie 3.1

H2d - woensdag 8 april
Lesdoel: theorie en oefenen met 
  • Spelling 4.5 en 5.5
  • Fictie 3.1
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H2d - woensdag 8 april
Lesdoel: theorie en oefenen met 
  • Spelling 4.5 en 5.5
  • Fictie 3.1

Slide 1 - Tekstslide

Hoe gaat het met Nederlands? Heb je tips of wensen? Of loopt alles gesmeerd?

Slide 2 - Open vraag

Huishoudelijke mededelingen
  1. Poëzieproject: even in de koelkast. Inleveren mag, dan krijg je een cijfer. Lukt dat niet, niks aan de hand.
  2. Maak je huiswerk! Er lopen te veel mensen achter.
  3. Er komt een toets over spelling H1-5. Hoe we dat gaan organiseren  horen jullie nog.
  4. Boekopdracht: uitleg volgt. Eerst gaan we met fictie aan de slag. Hoeft pas na de vakantie af te zijn.

Slide 3 - Tekstslide

Spelling 4.5 - Tussenletter in samenstelling, p.165
Samenstelling: twee aan elkaar geplakte woorden waardoor een nieuw woord ontstaat
     aardbei + jam = aardbeienjam

Regel voor tussen-s:
1. Als je hem hoort, schrijf je hem op.
    verkeer + licht = verkeerslicht
2. Als tweede woord ook met -s of s-klank begint: verander tweede woord
    station + straat = stationstraat of stationsstraat? 
    station + plein = stationsplein DUS stationsstraat

Slide 4 - Tekstslide

Spelling 4.5 - Tussenletter in samenstelling, p.165
Tussen -(e)n als:
1. het om twee zelfstandige naamwoorden gaat
2. het eerste zelfstandige naamwoord alleen een meervoud op -en heeft
3. er een nieuw zelfstandig naamwoord ontstaat

kat + bak = kattenbak
rood + kool = rodekool (eerste woord is geen zelfstandig naamwoord)
tarwe + brood = tarwebrood (tarwe heeft geen meervoud)
reus + leuk = reuzeleuk (geen zelfstandig naamwoord, maar bijvoeglijk naamwoord)
groente + boer = groenteboer (groente heeft meervoud op -s EN op -n)
Let op: woorden met maan en zon altijd alleen een -e! (maneschijn, zonnesteek, enz.)

Slide 5 - Tekstslide

Leg uit: waarom is het spinnenweb,
maar spinnewiel?

Slide 6 - Open vraag

Welk woord is GOED gespeld?
A
keuzenstress
B
huilenbalk
C
apentrots
D
rattengif

Slide 7 - Quizvraag

Welk woord is FOUT gespeld?
A
stadsreiniging
B
stadschouwburg
C
stadsbestuur
D
stadsplattegrond

Slide 8 - Quizvraag

Spelling 5.5 - Weglatingsstreepje, p.206
Als een deel van een samengesteld woord wordt herhaald, kun je het vervangen door een weglatingsstreepje.
       binnen- en buitenland
       chocoladetaart en -reep
       radio-, televisie- en internetprogramma's

Maar let op: jonge en oude kaas zonder streepje! Je laat hier namelijk een heel woord weg, niet alleen een deel.

 

Slide 9 - Tekstslide

Spelling 5.5 - Koppelteken, p.207
1. Samenstelling die verkeerd gelezen kunnen worden: mee-eten
2. Aardrijkskundige namen: Noord- Amerika
3. Samenstellingen met cijfers, letters en andere tekens: %-teken
4. Dubbele achternamen: mevrouw De Laat-de Vroeg
5. Functie, rang of titel: minister-president
6. Samenstellingen met twee gelijkwaardige delen: woon-werkverkeer
7. Combinatie met niet-, non-, ex- en oud-: ex-vriend

Slide 10 - Tekstslide

Waarom schrijf je 'ruïne' met een trema en 'stage-uren' met een koppelteken?

Slide 11 - Open vraag

Wat is GOED gespeld?
A
aardbeien en abrikozenjam
B
aardbeien-en-abrikozenjam
C
aardbeien en -abrikozenjam
D
aardbeien- en abrikozenjam

Slide 12 - Quizvraag

Wat is GOED gespeld?
A
peper en zoutstel
B
peper-en-zoutstel
C
peper- en zoutstel
D
peper en -zoutstel

Slide 13 - Quizvraag

Wat is GOED gespeld?
A
65-jarige
B
65' jarige
C
65 jarige

Slide 14 - Quizvraag

Welk woord is FOUT gespeld?
A
niet-sporter
B
nieuw-komer
C
non-stop
D
oud-collega

Slide 15 - Quizvraag

In hoeverre denk je dat je de theorie van hoofdstuk 4 en 5 beheerst?
A
Heel goed
B
Voldoende
C
Matig
D
Onvoldoende

Slide 16 - Quizvraag

3.1 Fictie
We lezen klassikaal het fragment op p.98/99: 
als jij aan de beurt bent, zet je je microfoon aan.

Huiswerk woensdag 15 april:
  • Maak opdracht 3 en 5 in Talent
  • Lees het fragment op pagina 101/102

Slide 17 - Tekstslide