persoonsvorm in tegenwoordige tijd (2)

Regels 1A
Regel 1 Je bent op tijd in de les.
Regel 2 Je gaat op je eigen plek zitten en pak je spullen.
Regel 3 Mond leeg(geen kauwgom, etc.)
Regel 4 Stil zijn en naar docent luisteren.
Regel 5 Je bent alleen met jezelf bezig.

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Regels 1A
Regel 1 Je bent op tijd in de les.
Regel 2 Je gaat op je eigen plek zitten en pak je spullen.
Regel 3 Mond leeg(geen kauwgom, etc.)
Regel 4 Stil zijn en naar docent luisteren.
Regel 5 Je bent alleen met jezelf bezig.

Slide 1 - Tekstslide

                           Stillezen
timer
25:00

Slide 2 - Tekstslide

Doelen van de les
  • Je weet welke vormen er zijn voor de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd.
  • Je kunt de vormen van een persoonsvorm die bij een 
      werkwoord horen opschrijven.
  • Je kan zelf zinnen maken met de persoonsvorm in 
     de tegenwoordige tijd.

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik
In de vorige les heb je geleerd hoe je goede zinnen maakt.

Slide 4 - Tekstslide

Format 2
Hoe schrijf je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd?

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Wat is de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd?
A
ik puzzel
B
ik puzzle
C
ik puzzelde
D
ik puzelde

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd?
'Weet je zeker dat dat ............(bestaan)?
A
besta
B
bestat
C
bestaat
D
bestond

Slide 9 - Quizvraag

Persoonsvorm in de tegenwoordige tijd.
Als u met uw creditcard betaal.., moet u dit wel melden.
A
Betaald
B
Betaaldt
C
Betaalt
D
Betaal

Slide 10 - Quizvraag

Opdrachten 
maken

Blz 146 opdracht 1 t/m 6 klaar? 
maak opdracht 7 en 8 ook

Slide 11 - Tekstslide