6.2 Energie en Arbeid

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

6.2 Energie en arbeid

Je kan meekijken vanaf blz 141

Microfoons uit tijdens mijn uitleg. 

Tussendoor vragen stellen kan via de chat.

Door mijn uitleg praten heeft invloed op je cijfer.

Leerdoelen van vandaag

Je gaat leren wat arbeid, zwaarte en kinetische energie zijn en hoe je ermee kan rekenen.

Arbeid

Arbeid is één van de vele vormen van energie.  In natuurkunde gebruiken we het woord arbeid als energie die nodig is om een voorwerp met een bepaalde kracht over een bepaalde afstand te bewegen.

Als je een object vasthoudt maar je beweegt niet. Dan verricht je geen arbeid!

Formule arbeid

Arbeid ontstaat alleen als je beweegt

Arbeid in beide situaties hetzelfde.

Zwaarte energie

Om een voorwerp op te tillen is energie nodig. Doordat je een voorwerp tegen de zwaartekracht in optilt stop je energie in het voorwerp. Hoe hoger het voorwerp wordt opgetild hoe meer energie je erin stopt. De zwaarte energie in het voorwerp komt vrij zodra het losgelaten wordt en valt

Rekenen met zwaarte energie

g hier op aarde is 9,81 

voorbeeld

E​z​​=m⋅g⋅h

E​z​​=2kg⋅9,81⋅800m=15696joule

E​z​​=15696Joule=15,7kJ

kinetische energie

Om een voorwerp in beweging te krijgen is een bepaalde hoeveelheid energie nodig. Dit heet kinetische energie. Deze energie is afhankelijk van de massa van het voorwerp en de snelheid die je het voorwerp mee wil geven.

Formule van kinetische energie

voorbeeld

E​k​​=​2​​1​​⋅m⋅v​2​​

E​k​​=​2​​1​​⋅0,8kg⋅20​2​​=160Joule

Huiswerk

vragen maken 12 t/m 17 van 6.2

Maak hiervan een foto en lever het in voor 7 april.

inleverdatum is open tot 6 april 23:59