Les 13 - Baas over de toetsstof deel 2

Baas over de toetsstof 2
Thema 3
Macht
VWO4
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Baas over de toetsstof 2
Thema 3
Macht
VWO4

Slide 1 - Tekstslide

Opdracht
Deel 1
De Kenmerkende Aspecten

Bekijk de bron en geef aan welk KA erbij hoort. 

Slide 2 - Tekstslide

Welk KA hoort bij de bron?

Slide 3 - Open vraag

Welke KA hoort bij de bron?

Slide 4 - Open vraag

Welke KA hoort bij de bron?

Slide 5 - Open vraag

Welke KA hoort bij de bron?

Slide 6 - Open vraag

Welke KA hoort bij de bron?

Slide 7 - Open vraag

Welk KA hoort bij de bron?

Slide 8 - Open vraag

Welke KA hoort bij de bron?

Slide 9 - Open vraag

Welke KA hort bij de bron?

Slide 10 - Open vraag

Welke KA hoort bij de bron?

Slide 11 - Open vraag

Opdracht

Deel 2
De stof over macht

Slide 12 - Tekstslide

Romeinen (KA 6 & 7)
Wie had de macht?  - eerst de senaat, later de keizers
Wat hield macht in? - het nemen van eindbeslissingen 
Waar zat de machthebber? - in Rome (en tijdens veldslagen daar)
Wanneer waren de Romeinen? - 500 v.Chr tot 500 na Chr.
Waarom werd de macht betwist? - Omdat overwonnen volken niet langer bij het rijk wilde horen / andere mannen keizer wilden worden. 
Hoe behield de machthebber de macht? - doordat hij gekozen werd of erfde het. 

Slide 13 - Tekstslide

Romanisering
Dreiging aan de Limes

Slide 14 - Tekstslide

Vroege Middeleeuwen (KA 11&12)
Wie had de macht? - verschillende heertjes met later koningen daarboven
Wat hield macht in? - het besturen van een hof / het sturen van de adel
Waar zat de machthebber? - reisde rond door gebied
Wanneer waren de Vroege ME? - 500 - 1000
Waarom werd de macht betwist? - de heertjes de gebieden als van hen gingen beschouwen en zich als koningen gingen gedragen.
Hoe behield de machthebber de macht? - feodalisme (heertjes onder de druk zetten)

Slide 15 - Tekstslide

Zelfvoorzienende cultuur: hofstelsel
Feodalisme

Slide 16 - Tekstslide

Late Middeleeuwen (KA13,14,16&17)
Wie had de macht? - de koning
Wat hield macht in? - het nemen van eindbeslissingen
Waar zat de machthebber? - in een centrale plek
Wanneer waren de Late ME? - 1000-1500
Waarom werd de macht betwist? - Omdat adel probeerde meer macht te krijgen, steden vrijheid wilden en de Paus meer macht wilde. 
Hoe behield de machthebber de macht? - door met het geld dat hij bij de steden verdiende legers en ambtenaren in te huren. 

Slide 17 - Tekstslide

handel en ambachten
stadsrechten

Slide 18 - Tekstslide

gilden
kruistochten

Slide 19 - Tekstslide

centralisatie en staatsvorming

Slide 20 - Tekstslide

Nieuwe Tijd (KA 23)
Wie had de macht? - de absolute vorst
Wat hield macht in? - het nemen van alle beslissingen over land en burgers
Waar zat de machthebber? - op één centrale plek
Wanneer was de Nieuwe Tijd - 1500-1900
Waarom werd de macht betwist? - Adel was het niet altijd eens met de beknopping van hun macht.
Hoe behield de machthebber de macht? - 4 pijlers: droit divin, bestuur door ambtenaren, goede economie (mercantilisme) en godsdienst politiek. 

Slide 21 - Tekstslide

Absolutisme

Slide 22 - Tekstslide

Vragen maken
Deze votiefsteen uit de eerste eeuw is in 1888 gevonden in Friesland. Stel: je doet onderzoek naar romanisering van de Germanen. Je vindt deze bron en bent in eerste instantie verbaasd over de vindplaats
Leg uit:
- dat deze steen een goed voorbeeld is van 
   romanisering
- waarom de vondst van deze steen in eerste 
   instantie opmerkelijk is. 
- maar bij nader inzien toch niet zo vreemd is. 

Slide 23 - Tekstslide

Vragen maken
Waaruit blijk dat deze bron betrekking heeft op het feodale stelsel?

In 1348 sluiten de Prince of Wales (de Engelse troonopvolger) en Sir Henry Eam een overeenkomst:
Toekenning voor de duur van het leven aan Sir Henry Eam van een jaarlijkse rente ter waarde van 100 mark. De rente wordt in gelijke delen met Pasen en het St.-Michielsfeest (29 september) uitbetaald. (…) De genoemde Sir Henry (…) bood zich vrijwillig aan en beloofde zich zijn leven lang in dienst te stellen van de prins, en hem te vergezellen waarheen de prins maar wil (…), zowel in tijden van vrede als in tijden van oorlog. Hij zal voor hem tegen iedereen vechten (…), wanneer de prins strijdt voor de verdediging van zijn eigen gebieden. De prins van zijn kant wil Sir Henry graag een dusdanige beloning geven dat hij vast aan zijn hof wordt verbonden.

Slide 24 - Tekstslide

Vragen maken
Een factor in het ontstaan en groeien van steden was dat horigen die zich aan de greep van de adel (heersers) wilden ontworstelen, zich in de steden vestigden. Daar waren ze solidair aan elkaar en hield men elkaar door te zorgen voor welkvaart en veiligheid. (bron 7 tijdvak vragen 4)

- Hoe kun je aan de bron zien dat dit inderdaad speelde?
- Welk van de twee genoemde steden had meer macht ten opzichte van de graaf of hertog, als je zou moeten afgaan op de bron? Leg je antwoord uit. 

Slide 25 - Tekstslide