Lezen blok 4 klas 2

Lezen blok 4
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Lezen blok 4

Slide 1 - Tekstslide

Aan het einde van deze paragraaf:
- Kun je de kernzin in een alinea aanwijzen
- Kun je een samenvatting maken
- Kun je de hoofdgedachte van een tekst benoemen

Slide 2 - Tekstslide

Hoofdzaken, bijzaken, kernzin 
Niet alle informatie in een tekst is even belangrijk. De belangrijkste informatie noem je de hoofdzaak

De minder belangrijke dingen zijn bijzaken
De bijzaken helpen je om de tekst beter te begrijpen of ze maken de tekst leuker om te lezen. 

Slide 3 - Tekstslide

In een alinea staat de hoofdzaak meestal in de eerste of laatste zin. Dit is de kernzin. In de andere zinnen staan bijzaken. Ze geven uitleg of voorbeelden bij de kernzin. 

Slide 4 - Tekstslide

Teksten in schoolboeken zijn vaak extra moeilijk, omdat er veel informatie in staat. Let bij het leren voor toetsen goed op hoofd- en bijzaken. Hoofdzaken moet je in elk geval begrijpen en onthouden. Soms moet je ook voorbeelden kunnen geven. 

Slide 5 - Tekstslide

Leesplan:

Slide 6 - Tekstslide

Even oefenen!
Wat zijn de hoofdzaken en bijzaken op de volgende slide.
Noteer het als volgt:
Hoofdzaken:
Bijzaken: 

Slide 7 - Tekstslide

De leeuw en de muis

Een leeuw lag te slapen in het bos toen er een kleine muis over zijn poot liep. De leeuw werd wakker en brulde woedend. De muis was bang en smeekte om zijn leven. De leeuw liet de muis gaan.

Later zat de leeuw vast in een net. De muis hoorde de leeuw brullen en kwam hem helpen. De muis knaagde de touwen van het net door en de leeuw was vrij.

Slide 8 - Open vraag

Is dit een hoofdzaak of een bijzaak?
De vrouw wint de loterij.
A
Hoofdzaak
B
Bijzaak

Slide 9 - Quizvraag

Is dit een hoofdzaak of een bijzaak?
De vrouw is erg blij.
A
Hoofdzaak
B
Bijzaak

Slide 10 - Quizvraag

Is dit een hoofdzaak of bijzaak?
De man heeft een blauwe jas aan.
A
Hoofdzaak
B
Bijzaak

Slide 11 - Quizvraag

Samenvatting maken met kernzinnen 
De beste manier om een tekst helemaal te begrijpen, is het maken van een samenvatting
Het is een slimme manier om de informatie uit teksten te onthouden voor een toets. Ook als je een werkstuk maakt, is het maken van een samenvatting in je eigen woorden handig.

Slide 12 - Tekstslide

Op deze manier maak je een goede samenvatting:
Zoek de kernzin in elke alinea.
Maak van de kernzinnen een goedlopend verhaaltje.
Gebruik je eigen woorden als je de tekst daardoor beter begrijpt. 

Slide 13 - Tekstslide

Hoofdgedachte
Er is een manier om een nog kortere samenvatting te maken van een tekst. Beantwoord dan deze vraag: wat is het belangrijkste dat de schrijver zegt over het onderwerp van de tekst?
Probeer dit in 1 zin te zeggen. Deze zin is de hoofdgedachte van de tekst. 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Tips:
De hoofdgedachte staat vaak in de inleiding of het slot van een tekst.
De hoofdgedachte is nooit een vraag.

Slide 16 - Tekstslide

Voorbeeld:
Lees de tekst op de volgende slide en beantwoord wat de hoofdgedachte is. 

Slide 17 - Tekstslide

Wat is de hoofdgedachte van de tekst?
Lezen is een leuke en ontspannende hobby met veel voordelen. Het kan je helpen om te ontspannen na een lange dag, nieuwe dingen te leren en je woordenschat te vergroten. Lezen kan je ook helpen om beter te begrijpen hoe de wereld om je heen werkt en je creativiteit stimuleren.
A
Lezen is een leuke en ontspannende hobby met veel voordelen.
B
Het kan je helpen om te ontspannen na een lange dag, nieuwe dingen te leren en je woordenschat te vergroten.
C
Lezen kan je ook helpen om beter te begrijpen hoe de wereld om je heen werkt en je creativiteit stimuleren.

Slide 18 - Quizvraag

Stappenplan moeilijke woorden

Slide 19 - Tekstslide

Je gebruikt het stappenplan moeilijke woorden als je een onbekend woord tegenkomt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quizvraag

Tekstsoort, tekstdoel en tekstvorm

Slide 21 - Tekstslide

Bij een informerende tekst vertel je de lezer wat nieuws.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quizvraag

Bij een aansporende tekst wil je de lezer vermaken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quizvraag

Welke leesmanieren hebben we?

Slide 24 - Woordweb

Slide 25 - Tekstslide

Onderwerp/deelonderwerp/alinea/tussenkopje

Slide 26 - Tekstslide

Uit hoeveel alinea's bestaat deze tekst?

Een verwilderde tuin lag achter het vervallen huis. Ooit kleurrijk, nu overwoekerd door onkruid. Eén meisje zag de schoonheid nog.

Ze verwijderde onkruid, gaf water en snoeide dode takken. Langzaam bloeide de tuin weer. Vogels vlogen terug, de vergeten plek werd een oase.

Liefde bracht de tuin tot leven, zelfs de meest verwaarloosde plek kan herleven.
A
7
B
3
C
4

Slide 27 - Quizvraag

Aan de slag!
Wat?: lezen blok 4 
Hoe?: zelfstandig, dus in stilte!
Hulp?: de docent 
Tijd?: de rest van de les 
Uitkomst?: lezen blok 4 is af!
Klaar?: NUMO

Slide 28 - Tekstslide

Korte terugblik
Beantwoord de volgende twee vragen.

Slide 29 - Tekstslide

De hoofdgedachte probeer je in 1 zin te zeggen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 30 - Quizvraag

De kernzin is de belangrijkste zin in een alinea.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 31 - Quizvraag

Tot de volgende keer!

Slide 32 - Tekstslide