Les 8 schrijfopdracht leesboek, herhalen spot, dialoog schrijven

1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Welkom
Op tafel:  
Hand- en oefenboek Kern
map,  pen ,
laptop

Ga in STILTE lezen en schrijf tijd en ruimte op


timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Agenda 

1. Numo (tijd over)
2. Herhalen spot
3. Lezen leesboek (al gedaan)
4. Dialoog schrijven

Actieve werkhouding

Slide 3 - Tekstslide

Regels les
- Als ik spreek, is het stil
- Steek je hand op als je iets wil vragen
- We luisteren naar elkaar
- We respecteren elkaars leerproces
! Actieve Werkhouding!

Slide 4 - Tekstslide

Aan het einde van de les
- Heb je je kennis opgehaald over spot
- Je hebt geoefend met NUMO
- Heb je gelezen in je boek
- Heb je geoefend met dialogen

Slide 5 - Tekstslide

Periode 2 
Oefenboek
Handboek 
Hst 2 Fictie en werkelijkheid 
A, B, C, D (E, F) G 
Taal en Cultuur - Verhalen hst 12
Taalgebruik- hst 14-19 
Verhalen - Plot en andere literaire begrippen hst 8-10 
Hst 5 Vermaken & ontroeren 
A, B, C, D (E) F  
Taal & Cultuur - Humor en spot hst 15
Verhalen en gedichten - Beeldspraak hst 16 
Werkwoordspelling B
Hoofdletters en leestekens D
Taalverzorging - Werkwoordspelling hst 5 
Taalverzorging -  Hoofdletters en Leestekens - hst 8, 9


Numo 5.5 uur

Slide 6 - Tekstslide

Werkboek hoofdstuk 5 p. 88 - opdr 8- deze doen we samen

Slide 7 - Tekstslide

Dialogen

Slide 8 - Tekstslide

Wat is een dialoog?

-Een dialoog is een gesproken of geschreven gesprek tussen twee of meer personen.
 Bij een monoloog is er één persoon aan het woord, met of zonder luisteraars (bijv. een toespraak of voice-over).





Slide 9 - Tekstslide

??????????????????????????????

Slide 10 - Tekstslide

dialoog                monoloog

Slide 11 - Tekstslide

monoloog
dialoog
groepsgesprek
3 of meer mensen praten met elkaar
één persoon spreekt
2 mensen praten met elkaar

Slide 12 - Sleepvraag

0

Slide 13 - Video

Ik zag zojuist:
A
een monoloog
B
een dialoog
C
een groepsgesprek

Slide 14 - Quizvraag

Wat is een monoloog?
A
discussie
B
gesprek
C
debat
D
presentatie

Slide 15 - Quizvraag

Dialogen in de kunsten (1)
-Muzikale dialoog
Twee instrumenten die samen spelen, of een zanger speelt met de muziek mee. 
-Literatuur
Gesprekken tussen personages in fictieboeken.


Slide 16 - Tekstslide

Dialogen in de kunsten (2)
-Theatertekst 
Gesprekken tussen personages op het toneel.

-Filosofische dialoog (Socratische dialoog)
Verhaalgenre bedacht door Plato. Hoofdpersoon stelt kritische vragen aan een ander personage, om hem/haar te laten nadenken over zijn normen en waarden. Het zijn diepgaande gesprekken over grote onderwerpen, zoals rijkdom, liefde of geloof. 


Slide 17 - Tekstslide

Kenmerken theatertekst 

Slide 18 - Tekstslide

Omschrijf nu in je eigen woorden wat een dialoog is en waar deze kan plaatsvinden?

Slide 19 - Open vraag

Zelf dialoog herkennen of schrijven 
1. Directe rede:  De docent zei: "Doe je telefoon weg en ga fatsoenlijk zitten."
2. Indirecte rede: De docent zei dat Sara haar telefoon weg moest doen en moest gaan zitten. 
3. Parafraseren: Sarah moest van de docent haar telefoon wegdoen en fatsoenlijk gaan zitten. 

Slide 20 - Tekstslide

Zet deze zin in een directe rede:
Max beweerde dat hij niet wist dat we een SO hadden.

Slide 21 - Open vraag

Zet deze zin in een directe rede:
We nemen toch liever het vliegtuig, vertelden passagiers op Schiphol.

Slide 22 - Open vraag

Zet deze zin in een indirecte rede (gebruik hiervoor een bijzin met 'dat' of 'of'):
Het voedingscentrum zegt: "Vlees is niet zo gezond als we eerst dachten. Noch voor de mens, noch voor het milieu."

Slide 23 - Open vraag

Zet deze zin in een indirecte rede (gebruik hiervoor een bijzin met 'dat' of 'of'):
Iedereen twijfelt: "Is het verstandig om zonnepanelen te nemen of juist niet?"

Slide 24 - Open vraag

Parafraseer de volgende zinnen:
"Ik heb echt een hekel aan die klimaatplakkers op de A12!", schreeuwde de Minister van Verkeer.

Slide 25 - Open vraag

Parafraseer de volgende zinnen:
Greta vertelde de andere demonstranten: "Ik vind het bewonderenswaardig wat jullie elke week doen."

Slide 26 - Open vraag

Opdracht
Herschrijf deze dialoog zodat de lezer snapt wat hier aan de hand is. 

In tweetallen.
Je mag er informatie bij verzinnen 

Slide 27 - Tekstslide

Regieaanwijzingen
Schrijf voorafgaand aan dit bericht een regieaanwijzing. 

In volgende slide.

Slide 28 - Tekstslide

Regieaanwijzing: wat is dat?

Slide 29 - Open vraag

Voorbeeld
Vooraf (regieaanwijzing): 
Kiki staat in een weiland in de zon. Valentijn komt aanlopen. 
dan =>
Na afloop: Valentijn loopt hoofdschuddend weg.

Slide 30 - Tekstslide

Regieaanwijzing

Extra informatie over wat er om het gesprek  heen gebeurt

Kan over toon, wie het zegt etc

Slide 31 - Tekstslide

Een script

> Het script geeft aan wat er in het stukje gezegd moet worden. 

=> scenario + dialoog + regieaanwijzingen

Slide 32 - Tekstslide

Bedenk
Wat wil je in jouw dialoog (gebaseerd op de column)?
Wie zegt dat tegen wie?
Hoe zeggen zij dat?
Denk aan directe/indirecte rede en aanwijzingen. 
Bedenk wat er voorafgaan of na afloop van de dialoog gebeurt.
Tussen 120 en 300 woorden. Inclusief leestekens 

Slide 33 - Tekstslide

oefenen
-Je gaat een eerste theatertekst schrijven over de column/ het nieuwsbericht. 
- Beschrijf ook wat er aan  voorafging of wat er vlak na gebeurt (gebruik je fantasie)
-Met iemand samen of alleen 
-Op je laptop 120-300 woorden
Moet dialoog én regieaanwijzingen bevatten


Slide 34 - Tekstslide

Wat voor soort vraag verwacht jij in het PTO over Dialoog?

Slide 35 - Open vraag

3 vormen van spot:
Kritiek wordt op een grappige manier verpakt door:
  1. Ironie
  2. Sarcasme
  3. Cynisme
Deze vormen van spot zijn moeilijker te begrijpen op papier dan in spraak. 
Deze moet je kennen, maak dus aantekeningen!

Slide 36 - Tekstslide

Aan het einde van de les
- Heb je je kennis opgehaald over spot
- Je hebt geoefend met NUMO
- Heb je gelezen in je boek
- Heb je geoefend met dialogen

Slide 37 - Tekstslide

Wat is het belangrijkste dat je vandaag hebt geleerd?

Slide 38 - Open vraag