Schrijfvaardigheid Hst 5 - Dialoog

1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welkom
Op tafel: 
Kern-boek
map 
pen/potlood
laptop
(telefoon in zwarte zakkie op hoek tafel)

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Agenda 
Kort kennismaken
Wat moet je deze periode doen?
Start met dialoog
Aan de slag 
Boek uitkiezen deze periode

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

     Mevrouw Willemse (WSE)
Docent Nederlands
       (ook psychologie gestudeerd)
Getrouwd, drie kinderen.
Houdt van: lezen, 
zwemmen, koken, 
eten.  


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afgelopen maand gelezen 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma P4

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Niet vergeten...

Blijf elke week werken.
4,5 uur aan einde van deze periode.

Gebruik de vakantie eventueel om in te halen.


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dialogen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Na deze les 

… weet je wat een dialoog is
… kun je verschillende soorten dialogen herkennen
… kun je kenmerken van een theatertekst ontdekken in 
    een voorbeeld
 

 lesdoel

Slide 9 - Tekstslide

Lesdoel
Bespreek het lesdoel met uw leerlingen.
Boekopdracht gelinkt aan dialoog volgt
- Lees voor eind mei je boek uit. Kies dus snel een boek.
- Kies een fragment dat je aanspreekt uit je boek en verzin zelf dialogen.
- Schrijf een eigen toneeltekst over een scène uit je boek met dialoog.
(Alsof je een verfilming van de tekst maakt)

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een dialoog?

-Een dialoog is een gesproken of geschreven gesprek tussen twee of meer personen.
 Bij een monoloog is er één persoon aan het woord, met of zonder luisteraars (bijv. een toespraak of voice-over).





Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

??????????????????????????????

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

dialoog                monoloog

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

monoloog
dialoog
groepsgesprek
3 of meer mensen praten met elkaar
één persoon spreekt
2 mensen praten met elkaar

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Ik zag zojuist:
A
een monoloog
B
een dialoog
C
een groepsgesprek

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een monoloog?
A
discussie
B
gesprek
C
debat
D
presentatie

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dialogen in de kunsten (1)
-Muzikale dialoog
Twee instrumenten die samen spelen, of een zanger speelt met de muziek mee. 
-Literatuur
Gesprekken tussen personages in fictieboeken.


Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dialogen in de kunsten (2)
-Theatertekst 
Gesprekken tussen personages op het toneel.

-Filosofische dialoog (Socratische dialoog)
Verhaalgenre bedacht door Plato. Hoofdpersoon stelt kritische vragen aan een ander personage, om hem/haar te laten nadenken over zijn normen en waarden. Het zijn diepgaande gesprekken over grote onderwerpen, zoals rijkdom, liefde of geloof. 


Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken theatertekst 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Omschrijf in je eigen woorden wat een dialoog is.

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Zelf dialoog schrijven blz. 102
1. Directe rede:  De docent zei: "Doe je telefoon weg en ga fatsoenlijk zitten."
2. Indirecte rede: De docent zei dat Sara haar telefoon weg moest doen en moest gaan zitten. 
3. Parafraseren: Sarah moest van de docent haar telefoon wegdoen en fatsoenlijk gaan zitten. 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zet deze zin in een directe rede:
"Max beweerde dat hij niet wist dat we een SO hadden"

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Zet deze zin in een directe rede:
We nemen toch liever het vliegtuig, vertelden passagiers op Schiphol.

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Zet deze zin in een indirecte rede (gebruik een bijzin met 'dat' of 'of'):
Het voedingscentrum zegt: "Vlees is niet zo gezond als we eerst dachten. Noch voor de mens, noch voor het milieu."

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Zet deze zin in een indirecte rede (gebruik een bijzin met 'dat' of 'of'):
Iedereen twijfelt: "Is het verstandig om zonnepanelen te nemen of juist niet?"

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Parafraseer de volgende zinnen:
"Ik heb echt een hekel aan die klimaatplakkers op de A12!", schreeuwde de Minister van Verkeer.

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Parafraseer de volgende zinnen:
Greta vertelde de andere demonstranten: "Ik vind het bewonderenswaardig wat jullie elke week doen."

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Agenda 

Aan de slag met schrijven van een dialoog

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SO
-Je gaat een eerste theatertekst schrijven over een nieuwsbericht. 
- Beschrijf ook wat er aan  voorafging of wat er vlak na gebeurt (gebruik je fantasie)
-Met iemand samen of alleen 
-Op je laptop 150-250 woorden
Moet dialoog én regieaanwijzingen bevatten
- Lever je zo in, via Magister opdrachten

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 9 blz. 104
Lees de opdracht. 
Herschrijf deze dialoog zodat de lezer snapt wat hier aan de hand is. 

In tweetallen. 

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regieaanwijzingen
Schrijf voorafgaand aan dit bericht een regieaanwijzing. 

In volgende slide.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regieaanwijzing: wat is dat?

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bedenk
Wat wil je in jouw dialoog (gebaseerd op de column)?
Wie zegt dat tegen wie?
Hoe zeggen zij dat?
Denk aan directe/indirecte rede en aanwijzingen. 
Bedenk wat er voorafgaan of na afloop van de dialoog gebeurt. 

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld
Vooraf (regieaanwijzing): 
Kiki staat in een weiland in de zon. Valentijn komt aanlopen. 
dan =>
Na afloop: Valentijn loopt hoofdschuddend weg.

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor soort vraag verwacht jij in het PTO over Dialoog?

Slide 36 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor een dialoog is iedere tekst?

-Muzikale dialoog
-Filosofische dialoog (socratische dialoog)
-Theatertekst
-Literatuur                                                    In  tweetallen.....

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



1. Literatuur 
2. Theatertekst
3. Muzikale dialoog
4. Socratische dialoog

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Video

Deze slide heeft geen instructies

We gaan drie fragmenten bekijken.
Wat valt je op aan deze drie fragmenten?

Maak per video een woordweb. Zet in het midden van het woordweb 1, 2 en 3.
Drie videofragmenten

Slide 41 - Tekstslide

Tijdens deze fase blik je terug op de vorige les.
Eventueel bespreek je moeilijke opdrachten uit het huiswerk.

Slide 42 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 43 - Video

Deze slide heeft geen instructies