H1 - 1.3

Paragraaf 1.3 - Vergelijkingen
1 / 53
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 53 slides, met tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Paragraaf 1.3 - Vergelijkingen

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
  • deel 1 uitleg
  • Zelfstandig werken
  • deel 2 uitleg 
  • Zelfstandig werken

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Vergelijkingen oplossen
3 manieren
  • Links en rechts hetzelfde doen
  • Omgekeerde pijlenketting
  • Inklemmen

Vergelijking - twee formules aan elkaar gelijk stellen
Als je dus wil weten wanneer iets bijv. even duur is

Slide 4 - Tekstslide

Links en rechts hetzelfde doen
Bijv.
Sportschool A 
Sportschool B
Bij hoeveel keer sporten zijn de kosten bij beide sportscholen even veel?


k=150+5a
k=20a

Slide 5 - Tekstslide

Links en rechts hetzelfde doen
Bijv.
Sportschool A 
Sportschool B
Bij hoeveel keer sporten zijn de kosten bij beide sportscholen even veel?
Dan de kosten aan elkaar gelijkstellen

k=150+5a
k=20a

Slide 6 - Tekstslide

Links en rechts hetzelfde doen
Bijv.
Sportschool A 
Sportschool B
Bij hoeveel keer sporten zijn de kosten bij beide sportscholen even veel?
Dan de kosten aan elkaar gelijkstellen

k=150+5a
k=20a
150+5a=20a

Slide 7 - Tekstslide

Links en rechts hetzelfde doen
.

150+5a=20a

Slide 8 - Tekstslide

Links en rechts hetzelfde doen
.
Beide kanten min 5a
150+5a=20a

Slide 9 - Tekstslide

Links en rechts hetzelfde doen
.
Beide kanten min 5a
150+5a=20a
150=15a

Slide 10 - Tekstslide

Links en rechts hetzelfde doen
.
Beide kanten min 5a

Delen door 15 aan beide kanten
150+5a=20a
150=15a

Slide 11 - Tekstslide

Links en rechts hetzelfde doen
.
Beide kanten min 5a

Delen door 15 aan beide kanten
150+5a=20a
150=15a
10=a

Slide 12 - Tekstslide

Links en rechts hetzelfde doen
.
Beide kanten min 5a

Delen door 15 aan beide kanten

Dus bij 10 keer sporten zijn beide sportscholen even duur
150+5a=20a
150=15a
10=a

Slide 13 - Tekstslide

Links en rechts hetzelfde doen
Maak opgave 17
Klaar? Probeer opgave 18 te maken
timer
5:00

Slide 14 - Tekstslide

Omgekeerde pijlenketting
Als er een kwadraat bij de letter staat

Slide 15 - Tekstslide

Omgekeerde pijlenketting
Als er een kwadraat bij de letter staat
Bijv.

6x2+4=28

Slide 16 - Tekstslide

Omgekeerde pijlenketting
Als er een kwadraat bij de letter staat
Bijv.

6x2+4=28
x
Kwadrateren
...

Slide 17 - Tekstslide

Omgekeerde pijlenketting
Als er een kwadraat bij de letter staat
Bijv.

6x2+4=28
x
Kwadrateren
...
x6
...

Slide 18 - Tekstslide

Omgekeerde pijlenketting
Als er een kwadraat bij de letter staat
Bijv.

6x2+4=28
x
Kwadrateren
...
x6
...
+4

Slide 19 - Tekstslide

Omgekeerde pijlenketting
Als er een kwadraat bij de letter staat
Bijv.

6x2+4=28
x
Kwadrateren
...
x6
...
+4
28

Slide 20 - Tekstslide

Omgekeerde pijlenketting
Als er een kwadraat bij de letter staat
Bijv.

6x2+4=28
x
Kwadrateren
...
x6
...
+4
28
28
...

Slide 21 - Tekstslide

Omgekeerde pijlenketting
Als er een kwadraat bij de letter staat
Bijv.

6x2+4=28
x
Kwadrateren
...
x6
...
+4
28
28
-4

Slide 22 - Tekstslide

Omgekeerde pijlenketting
Als er een kwadraat bij de letter staat
Bijv.

6x2+4=28
x
Kwadrateren
...
x6
...
+4
28
28
-4
24

Slide 23 - Tekstslide

Omgekeerde pijlenketting
Als er een kwadraat bij de letter staat
Bijv.

6x2+4=28
x
Kwadrateren
...
x6
...
+4
28
28
-4
24
...

Slide 24 - Tekstslide

Omgekeerde pijlenketting
Als er een kwadraat bij de letter staat
Bijv.

6x2+4=28
x
Kwadrateren
...
x6
...
+4
28
28
-4
24
: 6
...

Slide 25 - Tekstslide

Omgekeerde pijlenketting
Als er een kwadraat bij de letter staat
Bijv.

6x2+4=28
x
Kwadrateren
...
x6
...
+4
28
28
-4
24
: 6
4

Slide 26 - Tekstslide

Omgekeerde pijlenketting
Als er een kwadraat bij de letter staat
Bijv.

6x2+4=28
x
Kwadrateren
...
x6
...
+4
28
28
-4
24
: 6
4

Slide 27 - Tekstslide

Omgekeerde pijlenketting
Als er een kwadraat bij de letter staat
Bijv.

6x2+4=28
x
Kwadrateren
...
x6
...
+4
28
28
-4
24
: 6
4
4
4

Slide 28 - Tekstslide

Omgekeerde pijlenketting
Als er een kwadraat bij de letter staat
Bijv.

6x2+4=28
x
Kwadrateren
...
x6
...
+4
28
28
-4
24
: 6
4
4
4
2

Slide 29 - Tekstslide

Omgekeerde pijlenketting
Als er een kwadraat bij de letter staat
Bijv.

6x2+4=28
x
Kwadrateren
...
x6
...
+4
28
28
-4
24
: 6
4
4
4
2
2

Slide 30 - Tekstslide

Omgekeerde pijlenketting
Als er een kwadraat bij de letter staat
Bijv.
                                    Oplossing:
6x2+4=28
x
Kwadrateren
...
x6
...
+4
28
28
-4
24
: 6
4
4
4
2
2
x=2
of
x=2

Slide 31 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Maken opgave 18
Klaar? probeer opgave 19

timer
5:00

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

Inklemmen
Als de andere twee niet werken

Slide 34 - Tekstslide

Inklemmen
Als de andere twee niet werken
Bereken de x-waarde van het
snijpunt

Slide 35 - Tekstslide

Inklemmen
Als de andere twee niet werken
Bereken de x-waarde van het
snijpunt
Eerst de x-waarde ongeveer
aflezen

Slide 36 - Tekstslide

Inklemmen
Als de andere twee niet werken
Bereken de x-waarde van het
snijpunt
Eerst de x-waarde ongeveer
aflezen

x=2

Slide 37 - Tekstslide

Inklemmen
Als de andere twee niet werken
Bereken de x-waarde van het
snijpunt
Eerst de x-waarde ongeveer
aflezen

x=2
y=2x28
x
y=x+1

Slide 38 - Tekstslide

Inklemmen
Als de andere twee niet werken
Bereken de x-waarde van het
snijpunt
Eerst de x-waarde ongeveer
aflezen

x=2
2
y=2x28
x
y=x+1

Slide 39 - Tekstslide

Inklemmen
Als de andere twee niet werken
Bereken de x-waarde van het
snijpunt
Eerst de x-waarde ongeveer
aflezen

x=2
2
0
y=2x28
x
y=x+1

Slide 40 - Tekstslide

Inklemmen
Als de andere twee niet werken
Bereken de x-waarde van het
snijpunt
Eerst de x-waarde ongeveer
aflezen

x=2
2
0
1,7
y=2x28
x
y=x+1

Slide 41 - Tekstslide

Inklemmen
Als de andere twee niet werken
Bereken de x-waarde van het
snijpunt
Eerst de x-waarde ongeveer
aflezen

x=2
2
2,1
0
1,7
y=2x28
x
y=x+1

Slide 42 - Tekstslide

Inklemmen
Als de andere twee niet werken
Bereken de x-waarde van het
snijpunt
Eerst de x-waarde ongeveer
aflezen

x=2
2
2,1
0
0.82
1,7
y=2x28
x
y=x+1

Slide 43 - Tekstslide

Inklemmen
Als de andere twee niet werken
Bereken de x-waarde van het
snijpunt
Eerst de x-waarde ongeveer
aflezen

x=2
2
2,1
0
0.82
1,7
1.8
y=2x28
x
y=x+1

Slide 44 - Tekstslide

Inklemmen
Als de andere twee niet werken
Bereken de x-waarde van het
snijpunt
Eerst de x-waarde ongeveer
aflezen

x=2
2
2,1
2,2
0
0.82
1,7
1.8
y=2x28
x
y=x+1

Slide 45 - Tekstslide

Inklemmen
Als de andere twee niet werken
Bereken de x-waarde van het
snijpunt
Eerst de x-waarde ongeveer
aflezen

x=2
2
2,1
2,2
0
0.82
1.68
1,7
1.8
y=2x28
x
y=x+1

Slide 46 - Tekstslide

Inklemmen
Als de andere twee niet werken
Bereken de x-waarde van het
snijpunt
Eerst de x-waarde ongeveer
aflezen

x=2
2
2,1
2,2
0
0.82
1.68
1,7
1.8
1.79
y=2x28
x
y=x+1

Slide 47 - Tekstslide

Inklemmen
Als de andere twee niet werken
Bereken de x-waarde van het
snijpunt
Eerst de x-waarde ongeveer
aflezen

x=2
2
2,1
2,2
2,3
0
0.82
1.68
1,7
1.8
1.79
y=2x28
x
y=x+1

Slide 48 - Tekstslide

Inklemmen
Als de andere twee niet werken
Bereken de x-waarde van het
snijpunt
Eerst de x-waarde ongeveer
aflezen

x=2
2
2,1
2,2
2,3
0
0.82
1.68
2.58
1,7
1.8
1.79
y=2x28
x
y=x+1

Slide 49 - Tekstslide

Inklemmen
Als de andere twee niet werken
Bereken de x-waarde van het
snijpunt
Eerst de x-waarde ongeveer
aflezen

x=2
2
2,1
2,2
2,3
0
0.82
1.68
2.58
1,7
1.8
1.79
1.81
y=2x28
x
y=x+1

Slide 50 - Tekstslide

Inklemmen
.



Dus                           is de oplossing 
x=2
2
2,1
2,2
2,3
0
0.82
1.68
2.58
1,7
1.8
1.79
1.81
y=2x28
x
y=x+1
x2,2

Slide 51 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Maak opgave 19
Klaar? Maken 20 t/m 23

timer
5:00

Slide 52 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Maken 20 t/m 23

timer
20:00

Slide 53 - Tekstslide