In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
AGENDA
Slide 1 - Tekstslide
Heb je hoofdstuk 3 doorgelezen?
A
Ja
B
Nee
Slide 2 - Quizvraag
Noem twee dingen (inhoudelijk!) die je zijn bijgebleven van de vorige les.
Slide 3 - Open vraag
Ben je wel eens bij een vergadering geweest? (zo ja, omschrijf je ervaring/de setting)
Slide 4 - Open vraag
Bekijk de begrippen op blz. 5 en 6. Voor het project Caesuur vergaderen jullie ook. Onder welk soort vergadering zou je dit thuisbrengen? Noem twee argumenten.
Slide 5 - Open vraag
Er zijn vier verslagsoorten. Noem er twee.
Slide 6 - Woordweb
Welk antwoord is correct?
A
Een woordelijk verslag is hetzelfde als een uitvoerig verslag
B
De notulist zelf neemt in principe geen deel aan de vergadering
C
Een kernverslag bevat geen namen, een beknopt verslag wel
D
Alle antwoorden zijn correct.
Slide 7 - Quizvraag
Een notulist heeft bepaalde rechten, zoals het krijgen van een samenvatting en conclusie na elk vergaderpunt.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 8 - Quizvraag
Op bladzijde 9 bekijken we alle rechten.
Slide 9 - Tekstslide
Een vergadering heeft vaste agenda-punten. Waarom zou dat zo zijn?
Slide 10 - Open vraag
Vaste agendapunten
- Opening ( 1. Opening om 19.45)
- Mededelingen en ingekomen stukken
- Verslag van de vorige vergadering (/goedkeuring notulen)
[- Wisselende agendapunten]
- Wat er verder ter tafel komt
- Rondvraag
- Sluiting
Slide 11 - Tekstslide
Herken je deze structuur in jouw vergaderervaringen?
A
Ja
B
Nee
Slide 12 - Quizvraag
Kun je de vergaderingen bij het Caesuur-project ook deze structuur geven?
Slide 13 - Woordweb
Maak een opzet voor jouw volgende Caesuur-vergadering.
De wisselende agendapunten kunnen ook vaste agendapunten worden. Verwerk vier vaste agendapunten in jouw opzet.
Slide 14 - Tekstslide
Je hebt een opzet voor de volgende vergadering gemaakt.