In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 15 min
Onderdelen in deze les
Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Doel van de les:
Je weet wat een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord is.
Je weet ook hoe je het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord schrijft.
Slide 3 - Tekstslide
Wat is het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?
Piet fietst op de rode metalen fiets door het lieflijke smalle straatje.
Slide 4 - Open vraag
Wat is het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?
Oh, nee, paniek! Ik brak het kristallen servies dat van mijn broze omaatje is geweest tijdens het gezellige kerstdiner.
Slide 5 - Open vraag
Het ... beeld (brons)
A
brons
B
bronze
C
bronzen
D
bronsen
Slide 6 - Quizvraag
Een ... vast (fleece)
A
fleece
B
flece
C
fleecen
D
fleesen
Slide 7 - Quizvraag
Een ... vast (fleece)
A
fleece
B
flece
C
fleecen
D
fleesen
Slide 8 - Quizvraag
De ... jurk (zijde)
A
zijd
B
zijde
C
zijden
D
zijdden
Slide 9 - Quizvraag
Doel van de les was:
Slide 10 - Tekstslide
Geef jezelf een cijfer of je de doelen hebt behaald. 1. Je weet wat een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord is. 2. Je weet ook hoe je het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord schrijft.