DeGroteNT2GrammaticaQuizISK3
1 / 31
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Schrijf helemaal uit:
15
15
Slide 3 - Open vraag
Schrijf helemaal uit:
151
151
Slide 4 - Open vraag
Schrijf helemaal uit:
984
984
Slide 5 - Open vraag
Schrijf helemaal uit:
3465
3465
Slide 6 - Open vraag
28 064
Slide 7 - Open vraag
Slide 8 - Tekstslide
Schrijf het meervoud:
klok
klok
Slide 9 - Open vraag
Schrijf het meervoud:
De boom
De boom
Slide 10 - Open vraag
Schrijf het meervoud:
het kind
het kind
Slide 11 - Open vraag
Schrijf het meervoud:
de taxi
de taxi
Slide 12 - Open vraag
Schrijf het meervoud:
De abonnee
De abonnee
Slide 13 - Open vraag
Schrijf het meervoud:
De moskee
De moskee
Slide 14 - Open vraag
Slide 15 - Tekstslide
Zwak
Sterk
poetsen
Wandelen
Slaan
Poepen
zitten
snurken
liegen
blijven
wonen
roepen
Slide 16 - Sleepvraag
Zet in de verleden tijd:
Waarschijnlijk is hij te laat.
Waarschijnlijk is hij te laat.
Slide 17 - Open vraag
Zet in de verleden tijd:
Hij plant de plant in de plantenbak.
Hij plant de plant in de plantenbak.
Slide 18 - Open vraag
Zet in de voltooide tijd:
De kat krabt aan de kast.
De kat krabt aan de kast.
Slide 19 - Open vraag
Welk woord is fout?
A
praktiesch
B
portemonnee
C
makelaar
D
bezemkast
Slide 20 - Quizvraag
Welk woord is fout?
A
evenement
B
diner
C
postcantoor
D
gelegenheid
Slide 21 - Quizvraag
Welk woord is fout?
A
Schipper
B
Ventilator
C
Regenwout
D
limonadeglas
Slide 22 - Quizvraag
Slide 23 - Tekstslide
Oehoe
Duif
Kolibrie
Kalkoen
Eend
Slide 24 - Sleepvraag
Welk songfestivalnummer hoort bij welk jaar?
2024
2019
2007
1988
1975
Slide 25 - Sleepvraag
Slide 26 - Tekstslide
Maak kleiner:
de kast
de kast
Slide 27 - Open vraag
Maak kleiner:
de toren
de toren
Slide 28 - Open vraag
Maak kleiner:
de machine
de machine
Slide 29 - Open vraag
Maak kleiner:
de taxi
de taxi
Slide 30 - Open vraag
Maak kleiner:
de ketting
de ketting
