katheteriseren/suprapubisch/blaasspoelen/klysma

Lesdoel 
Student weet na de les:
  • reden van katheteriseren
  • hoe te katheteriseren
  • kan de risico's benoemen
  • kent de verschillende methodes
  • kan de zorgvrager voorlichten 
  • kennis van klysma

1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Lesdoel 
Student weet na de les:
  • reden van katheteriseren
  • hoe te katheteriseren
  • kan de risico's benoemen
  • kent de verschillende methodes
  • kan de zorgvrager voorlichten 
  • kennis van klysma

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

blaasspoelvloeistof kan medicijnen bevatten
A
waar
B
niet waar

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een indicatie voor een suprapubisch katheter?
A
vernauwing van de urethra
B
vernauwing plasbuis
C
terugkerende urineweginfecties
D
ongewild urineverlies

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wat is een indicatie voor een verblijfkatheter?
A
Na een operatieve ingreep
B
bij acute of chronische retentie
C
wanneer een continue opvolging van diurese
D
voor blaasvloeistof met medicatie

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wanneer gebruik je een enkelloops katheter?
A
bij een suprapubisch katheter
B
bij éénmalig katheteriseren
C
bij een verblijfskatheter
D
alle antwoorden zijn juist

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een dubbelloops katheter heeft 1 opening om de ballon te vullen
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt bedoeld met de charriëre van een katheter?
A
opening
B
ballon
C
dikte
D
ventiel

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

urine die achterblijft in de blaas noem je......
A
retentie
B
residu
C
mictie
D
sediment

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een complicatie die kan optreden bij katheterisatie?
A
urineweginfectie
B
heamaturie
C
blaaskramp
D
alle antwoorden zijn juist

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een ander woord voor urineren is......
A
retentie
B
residu
C
mictie
D
heamaturie

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noem je een katheter ingebracht via de buikwand?
A
verblijfskatheter
B
buikwand katheter
C
eenmalige katheter
D
suprapubisch katheter

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent suprapubisch?
A
boven het schaambeen
B
onder het schaambeen
C
via de buikwand

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een indicatie voor een suprapubisch katheter?
A
vernauwing van de urethra
B
inbrengen verbijfskatheter lukt niet
C
terugkerende urineweginfecties
D
alle antwoorden zijn juist

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wat is een mogelijke complicatie van een suprapubisch katheter?
A
blaaskramp
B
eruit vallen van de katheter
C
steenaanslag
D
alle antwoorden zijn juist

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

blaasspoelen kan een verstopping van de katheter voorkomen
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een urinekweek hoef je niet steriel op te vangen
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

blaaskramp kan je beperken door de ballon niet te vol te vullen
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

welke kleur heeft urine van zorgvragers met leverziekten?
A
theekleur
B
mahoniekleur
C
rode kleur
D
gele kleur

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wanneer heeft urine de kleur van sterke thee?
A
leverfunctiestoornissen
B
galwegen verstopt
C
medicijnen
D
diabeet

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

eiwitten in de urine wil zeggen een verminderde nierfunctie
A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wat is albuminurie?
A
eiwit in urine
B
suiker in urine
C
micro organismen in urine
D
vet in urine

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noem je de buikopening waar de suprapubisch katheter ingaat?
A
buikopening
B
lumen
C
fistel

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wat doe je als je een portie per ongeluk hebt weggegooid bij verzamelen 24 uurs urine?
A
gemiddelde schatten
B
opnieuw beginnen
C
weglaten
D
12 uur tellen

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wat betekent catheter a demeure?
A
eenmalig katheter
B
suprapubisch katheter
C
verblijfskatheter

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De ballon van de katheter vul je met kraanwater
A
waar
B
niet waar

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

waar let je op bij de verzorging van een fistel?
A
wild vlees
B
grootte van de opening
C
geur en kleur van de opening
D
dikte van de buik

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

voor blaasspoeling heb je opdracht van de arts nodig
A
waar
B
niet waar

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

hoe verminder je de kans op blaaskramp bij blaasspoelen?
A
vloeistof op kamertemperatuur
B
langzaam de vloeistof laten inlopen
C
allebei zijn goed

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

ketonen in de urine wil zeggen te veel suiker in de urine
A
waar
B
niet waar

Slide 29 - Quizvraag

Ketonen zijn stoffen die vrijkomen als je lichaam vetreserves gaat verbranden door een insulinetekort. Lichaamscellen kunnen hierdoor geen glucose omzetten in brandstof en gaan op zoek naar een andere energiebron. Te veel ketonen kunnen zorgen voor verzuring van het bloed.
Wat is een ander woord voor blaasontsteking?
A
cystitis
B
opstijgende infectie
C
uretritis

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wat is een indicatie voor urine onderzoek?
A
controle nierfunctie
B
diagnose diabeet
C
diagnose cystitis
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 31 - Quizvraag

Diabetes wordt opgespoord via een eenvoudige bloed- en urinetest: om de bloedsuikerwaarde te bepalen. om suiker en ketonen in het bloed en in de urine op te sporen.

Slide 32 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Klysma toedienen

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

bij het geven van een klysma
A
laat je de cliënt op de rechter zij liggen
B
Laat je de cliënt bij het toilet staan
C
Zorg je dat de vloeistof kouder is dan de lichaamstemperatuur
D
Laat je de cliënt op de linker zij liggen

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een klysma?

Slide 37 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De patiënt adviseer je om .... minuten de klysma in te houden
A
20
B
10
C
15
D
30

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een mogelijke complicatie bij het gebruik van een klysma?
A
Collaberen, bloeding
B
Allergische reactie, uitdroging
C
Buikkrampen
D
Diarree

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

bij een hoog opgaand klysma (darmspoeling):
A
ligt de zv op de linkerzij
B
ligt de zorgvrager op de rechterzij
C
zit de zorgvrager op de wc

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

welke van deze 4 is geen soort klysma
A
microlax
B
mictielax
C
klysma
D
hoog opgaande klysma

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is de handeling (hoog opgaand) klysma geven een voorbehouden handeling?
A
niet waar
B
waar

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies