proeftoets katheteriseren

Katheteriseren
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Katheteriseren

Slide 1 - Tekstslide

Katheteriseren is een
A
voorbehouden handeling
B
risicovolle handeling
C
voorbehouden en risicovolle handeling

Slide 2 - Quizvraag

wat is een indicatie voor een katheter?
A
vergrote prostaat
B
neurologische aandoeningen
C
na een operatie in dit gebied
D
alle antwoorden zijn juist

Slide 3 - Quizvraag

wanneer gebruik je een enkelloops katheter?
A
bij een suprapubisch katheter
B
bij éénmalig katheteriseren
C
bij een verblijfskatheter
D
alle antwoorden zijn juist

Slide 4 - Quizvraag

Wat wordt bedoelt met de charriere van een katheter?
A
opening
B
ballon
C
dikte
D
ventiel

Slide 5 - Quizvraag

Hoe noem je een katheter ingebracht via de buikwand?
A
verblijfskatheter
B
buikwand katheter
C
eenmalige katheter
D
suprapubisch katheter

Slide 6 - Quizvraag

Wat betekent suprapubisch?
A
boven het schaambeen
B
onder het schaambeen
C
via de buikwand

Slide 7 - Quizvraag

Wat is een indicatie voor een suprapubisch katheter?
A
vernauwing van de urethra
B
inbrengen verbijfskatheter lukt niet
C
terugkerende urineweginfecties
D
alle antwoorden zijn juist

Slide 8 - Quizvraag

wat is een mogelijke complicatie van een suprapubisch katheter?
A
blaaskramp
B
eruit vallen van de katheter
C
steenaanslag
D
alle antwoorden zijn juist

Slide 9 - Quizvraag

blaasspoelen kan een verstopping van de katheter voorkomen
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Het inbrengen van een blaaskatheter gebeurt steriel.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Een blaaskatheter die steriel verpakt is, heeft een beperkte houdbaarheids tijd
A
Waar
B
niet waar

Slide 12 - Quizvraag

blaasspoelvloeistof kan medicijnen bevatten
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quizvraag

bij urineretentie blijft er een residu achter en dat kan je opvangen en meten
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quizvraag

De ballon van de katheter vul je met kraanwater
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Hoe noem je de buikopening waar de suprapubisch katheter ingaat?
A
buikopening
B
lumen
C
fistel

Slide 16 - Quizvraag

waar let je op bij de verzorging van een fistel?
A
kleur opening
B
vocht rond de opening
C
geur van de opening
D
alle antwoorden zijn juist

Slide 17 - Quizvraag

voor blaasspoeling heb je opdracht van de arts nodig
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quizvraag

hoe verminder je de kans op blaaskramp bij blaasspoelen?
A
vloeistof op kamertemperatuur
B
langzaam de vloeistof laten inlopen
C
allebei zijn goed

Slide 19 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor blaasontsteking?
A
cystitis
B
opstijgende infectie
C
uretritis

Slide 20 - Quizvraag