H8 - Quiz 5v

Als een grafiek stijgend is, dan is de richtingscoëfficiënt van de raaklijn
A
Positief
B
Negatief
C
0
D
Niet te bepalen
1 / 15
volgende
Slide 1: Quizvraag
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Als een grafiek stijgend is, dan is de richtingscoëfficiënt van de raaklijn
A
Positief
B
Negatief
C
0
D
Niet te bepalen

Slide 1 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als een grafiek dalend is, dan is de richtingscoëfficiënt van de raaklijn
A
Positief
B
Negatief
C
0
D
Niet te bepalen

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een raaklijn?
A
Helling in een punt
B
Waar de grafiek de x-as raakt
C
Lijn die grafiek snijdt
D
Met dezelfde snelheid fietsen

Slide 3 - Quizvraag

Een optrekkende auto heeft ook snelheid, maar B gaat niet over snelheid. Belangrijk is dat studenten zich een beeld vormen van snelheid. Wanneer de spreek je over snelheid en wat kun je gebruiken.
Wat voor soort stijgen of dalen is er op het interval [ 1, 2]?
A
toenemend stijgend
B
afnemend stijgend
C
toenemend dalend
D
afnemend dalend

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als ik een toenamediagram moet tekenen, dan ...
timer
0:10
A
moet ik altijd een tabel maken
B
eerst tabel
C
TABEL!!!
D
A, B en C alle drie goed

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als er sprake is van een constante stijging in een grafiek dan zijn de staafjes van het toenamediagram
A
Steeds een beetje langer
B
Allemaal even lang
C
Steeds een beetje korter
D
Zonder grafiekkun je daar niks over zeggen

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De globale grafiek past bij dit toenamediagram
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke manier van stijgen/dalen hoort bij het toenamediagram?
A
Afnemend dalend
B
Constant dalend
C
Toenemend dalend
D
Toenemend stijgend

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat moet er bij het toenamediagram
van deze grafiek bij de verticale as staan?
A
Δy
B
Δs
C
y
D
s

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De globale grafiek past bij dit toenamediagram
A
Waar
B
niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Gegeven de punten (2,3) en (5,9).
Wat is de differentiequotiënt?
A
21
B
-2
C
2
D
6

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bereken de gemiddelde
verandering
op het interval [2, 6]
A
-25
B
25
C
-0.04
D
0.04

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het differentiequotiënt op het interval [xA , xB] is gelijk aan
A
ΔxΔy
B
de gemiddelde verandering
C
de rc van de lijn door A en B
D
alle drie de antwoorden zijn waar

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op interval [1,2] is het differentiequotiënt
gelijk aan 3.

Op het interval [1;1,1] is het differentiequotiënt


A
groter dan 3
B
kleiner dan 3
C
gelijk aan 3
D
dat moet je uitrekenen om te kunnenvergelijken.

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef de gemiddelde verandering tussen A en B
A
2
B
4
C
-2
D
-4

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies