begrippen in de keuken

Theorieles keuken
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nederlands-MeijerBeroepsopleiding

In deze les zitten 29 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Theorieles keuken

Slide 1 - Tekstslide

Afspraken
1. Zet je telefoon op stil
2. Telefoon in de bak
3. wc tijdens leswisseling niet na een pauze
4. geen flesjes drinken bij de laptop
5 respecteer elkaar
6. laat een ander uitpraten
7. zorg dat je je spullen op orde hebt (pen, schrift, kopie)

Slide 2 - Tekstslide

Programma 12.45-13.45
Aan het einde van de les weet je:
- hoe voorwerpen in de keuken heten
- ken je de hygiëneregels

Slide 3 - Tekstslide

Wat gaan we doen
1. we gaan begrippen uit de lessen herhalen
2. in het 2e lesuur 13.45-14.45 ga je een memoryspel maken

Slide 4 - Tekstslide

Schrijf op je wisbord:
Wat is een Garde?
Waarvoor gebruik je die?

Slide 5 - Tekstslide

Garde
Deze gebruik je om iets op te kloppen.
bijv.  slagroom
bijv. gesmolten chocolade

Slide 6 - Tekstslide

Schrijf op:
Wat is een steelpan?
waarvoor gebruik je die?

Slide 7 - Tekstslide

steelpan
Een steelpan is een pan met één lange handgreep.
Je gebruikt deze voor het bereiden van sauzen.


* bereiden= maken van eten

Slide 8 - Tekstslide

Schrijf op:
Wat is een zeef?
Waarvoor gebruik je die?

Slide 9 - Tekstslide

Zeef
een bak waarvan de bodem uit een raster bestaat of een bolvormig rastertje aan een handvatje (theezeefje). Hij wordt gebruikt om vaste stoffen van vloeistoffen of zeer fijn materiaal te scheiden. 

Slide 10 - Tekstslide

Schrijf op:
Wat is het aanrecht?

Slide 11 - Tekstslide

aanrecht

Slide 12 - Tekstslide

Schrijf op
Wat is een vaatdoek?
Waar gebruik je die voor?

Slide 13 - Tekstslide

vaatdoek
een vaatdoek gebruik je om het aanrecht en je werkblad in de keuken schoon te maken

Slide 14 - Tekstslide

schrijf op
Wat is een theedoek?
Waar gebruik je deze voor?

Slide 15 - Tekstslide

theedoek
een theedoek gebruik je om af te drogen

Slide 16 - Tekstslide

Schrijf op
Wat is een handdoek?
waar gebruik je deze voor? 

Slide 17 - Tekstslide

handdoek
een handdoek gebruik je om je handen na het wassen af te drogen

Slide 18 - Tekstslide

handzeep
afwasmiddel

Slide 19 - Tekstslide

Leg uit:
Waarvoor gebruik je handzeep en afwasmiddel?

Slide 20 - Tekstslide

Waarvoor gebruik je 
- handzeep is om je handen mee te wassen als ze vies zijn
- afwasmiddel gebruik je om servies, bestek  en borden af te wassen

Slide 21 - Tekstslide

Wat is servies?
waarvoor gebruik je servies?

Slide 22 - Tekstslide

servies
servies zijn: borden, kopjes, schoteltjes, bekers en kommen
Die gebruik je om eten en drinken op/in te serveren

Slide 23 - Tekstslide

Wat is bestek?
Waar gebruik je bestek voor

Slide 24 - Tekstslide

bestek
bestek bestaat uit een lepel, mes en een vork.


* theelepel- kleine lepel voor het roeren van koffie of thee

Slide 25 - Tekstslide

Schrijf op
Welke woorden vind jij belangrijk en heb je gemist?

- pannenlikker
- afdruiprek
- schilmes
- ovenschaal 

Slide 26 - Tekstslide

Programma 13.45
Opdracht:

Slide 27 - Tekstslide

Werken in tweetallen
1. Je maakt een memoriespel, met de woorden van de vorige les
2. Op het ene kaartje zet je het woord
op het andere kaartje plak he een afbeelding 
3. ieder groepje krijgt een eigen kleur

Slide 28 - Tekstslide

10 woorden (20 kaartjes
1. woord
2. plaatje 

als je klaar bent
Spel inleveren bij mij
netjes en mooi word 

Slide 29 - Tekstslide