Anatomie en fysiologie van de hersenen VZ3 3-3-25

 Anatomie en fysiologie van de hersenen 
3-3-25
VZ derde jaars
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgendeMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

 Anatomie en fysiologie van de hersenen 
3-3-25
VZ derde jaars

Slide 1 - Tekstslide

Lesinhoud
  • Anatomie herhalen
  • Hersenkwabben
  • Functies
  • Linker en rechter hersenhelften
  • Centraal zenuwstelsel

Slide 2 - Tekstslide

Hoe gaan we dat doen
12.55- 13.10: Opstart
13.10 - 13.30: korte theorie
13.30 - 14.15: werken aan opdracht
14.15: afronden

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Opbouw zenuwstelsel
- Onderverdeeld in Centrale zenuwstelsel (CZS) en perifere zenuwstelsel (PZS)
- Centraal: hersenen en ruggenmerg
- Perifeer: alle zenuwen buiten het centrale zenuwstelsel.

Wij gaan ons richten op de hersenen 

Slide 5 - Tekstslide

Welke delen van de hersenen
zou je al kunnen benoemen?

Slide 6 - Woordweb

De hersenen
Het overkoepelende controlecentrum van je lichaam. 
Alle informatie komt binnen in de hersenschors, en wordt daarna verder gestuurd. 
Verschillende onderdelen; 

- Grote hersenen
- Tussenhersenen
- Hersenstam (middenhersenen, brug, verlengde merg)
- Kleine hersenen



Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Bovenaanzicht
Met de hersenhelften, de hersenstam, de kleine hersenen, grijze en witte massa 

Slide 9 - Tekstslide

Hersenkwabben
Om beter te kunnen beschrijven welk deel van de hersenen welke taak heeft, zijn de hersenen ook verdeeld in kwabben.

- Frontale kwab
- Pariëtale kwab
- Temporale kwab
- Occipitale kwab




Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Duo opdracht 
Maak in tweetallen (of individueel) een praatplaat. 

Wat verwerk je hierin: 
  1. links en rechts hersenhelft
  2. de verschillende kwabben
  3. schrijf hierbij wat de functie is van de kwabben

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Verbindingen
Corpus callosum, oftewel de hersenbalk, verbind de 2 hersenhelften met elkaar

Hersenhelft heet ook wel hemisfeer  

Slide 16 - Tekstslide

Als iemand na een hersenbloeding een verlamming heeft aan zijn rechter arm, dan zat de bloeding..
A
In de linker hersenhelft
B
In de rechter hersenhelft

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Video

Week 1-5: Het zenuwstelsel en neurologische aandoeningen
1. Anatomie en fysiologie hersenen
2. CVA (Cerebrovasculair Accident)
3. TIA (Transient Ischemic Attack)
4. Hersenbloeding
5. Toetsmoment: Kahoot en toetsopdracht

Slide 19 - Tekstslide

Les 2


TIA

Slide 20 - Tekstslide

Wat gaan we leren aankomende weken  
Aan het einde van  de weken kan je:
- Aan een zorgvrager het verschil tussen een herseninfarct en een hersenbloeding uitleggen,
- Minimaal drie risicofactoren van een CVA benoemen
- De drie belangrijkste signalen voor een CVA benoemen
- Het verschil tussen een CVA en een TIA beschrijven
- Uitleggen waarom het belangrijk is om zo snel mogelijk naar het ziekenhuis bij verdenking op een CVA

Slide 21 - Tekstslide

Hoe gaan we dat doen
12.30- 12.40: Opstart
12.40 - 12.50: korte theorie
12.50 - 13.30: Werken aan opdracht
14.30: Pitchen en afronden

Slide 22 - Tekstslide

Een beroerte is een verzamelnaam voor een:
  • TIA
  • Herseninfarct
  • Hersenbloeding. 

Een TIA en een herseninfarct komen vaker voor dan een hersenbloeding.

Slide 23 - Tekstslide

TIA = Transiënte ischemische aanval
  • een tijdelijke afsluiting van een bloedvat in de hersenen. De afsluiting wordt veelal veroorzaakt door een bloedprop.
  • geen blijvende afsluiting
  • kortdurende uitvalsverschijnselen
Duurt dit langer dan 24 uur, dan is het geen TIA, maar een CVA(infarct)

Slide 24 - Tekstslide

Storingen in de bloedsomloop van de hersenen
TIA
TIA is een tijdelijke verstoring van de bloedvoorziening van de hersenen,  door...
  • slagaderverkalking
  • een stolsel (trombus)
  • een losgeraakt stolsel (embolus)

Volledig herstel van klachten <24u.

Slide 25 - Tekstslide

Vasculaire dementie
- Ontstaat bij meerdere herseninfarcten
- Vaatschade (sluipend)
- Zuurstof/afsterving
Risicofactoren:
- Hoge bloeddruk
- Tia
- Diabetes

Slide 26 - Tekstslide

Uitleg opdracht
Wall of knowles.
3 groepje - 3 flapovers
elk groepje werkt een thema uit
flapovers worden opgehangen
elk groepje pitch kort wat die heeft gevonden. 

Slide 27 - Tekstslide

Les 3
CVA

Slide 28 - Tekstslide

CVA
Cerebro  - cerebrum = hersenen (Latijns)
Vasculair = betrekking hebbend op de vaten (Latijns)
Accident = ongeluk (Latijns)

Slide 29 - Tekstslide

Oorzaken CVA
Hoge bloeddruk
Hartritme stoornis
Obesitas
Hoog Cholesterol
Diabetes Mellitus
Aneurysma
Arteriosclerose

Slide 30 - Tekstslide

Gevolgen van een CVA

Slide 31 - Tekstslide

Snel herkennen van een CVA/beroerte

Slide 32 - Tekstslide