Uitgaven en kosten zijn in het dagelijks spraakgebruik hetzelfde, maar in de vaktaal zijn het verschillende begrippen.
Als een ondernemer op 1 juni 2018 een bedrijfsauto koopt voor 86.000,- en hem onmiddelijk betaald, is dat een uitgave van 86.000,-.
Om de kosten te berekenen, wordt de aanschafprijs, of ten minste een groot deel daarvan, verdeeld over een aantal jaren.