In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
nakijken hoofdstuk 8
t/m vraag 11
Slide 1 - Tekstslide
Hydrofiel/hydrofoob:
hydrofiel = houden van water
hydrofoob = angst voor water:
Slide 2 - Tekstslide
Hydrofiel en hydrofoob
Hydro = water
Fiel = houden van
Foob = fobie; angst
Slide 3 - Tekstslide
bijbehorende vragen maken t/m 17
Slide 4 - Tekstslide
Is olie/vet hydrofoob of hydrofiel?
A
Hydrofoob
B
Hydrofiel
Slide 5 - Quizvraag
Is water hydrofoob of hydrofiel?
A
Hydrofoob
B
Hydrofiel
Slide 6 - Quizvraag
Water noemt men hydrofiel. Stoffen die niet goed mengen met water, zoals slaolie, noemt men hydrofoob. Wasbenzine is een vettige stof. Wat is waar over wasbenzine? Meerdere antwoorden mogelijk.
A
Wasbenzine is hydrofiel
B
Wasbenzine is hydrofoob
C
Was benzine mengt goed met slaolie
D
Wasbenzine mengt goed met water
Slide 7 - Quizvraag
Hoe maak je een emulsie?
Emulsie: vloeistoffen die niet mengen
Emulgator: Stof die water en vet mengen
Slide 8 - Tekstslide
Hoe werkt zeep?
Slide 9 - Tekstslide
Wat is een emulgator?
Slide 10 - Open vraag
Wat zijn de bestandsdelen van natuurlijke vloeibare zeep?
Slide 11 - Open vraag
Hoe maak je zeep
Natuurlijke zeep --> soda of kaliumhydroxide
Harde zeep --> soda
Vloeibare zeep --> kaliumhydroxide
Synthetische zeep --> aardolie
Slide 12 - Tekstslide
8.2 Reinigen en verzorgen
Hoe maak je een emulsie?
Hoe maak je zeep?
Hoe werkt zeep?
Hoe werkt tandpasta?
Slide 13 - Tekstslide
Hoe werkt zeep?
Slide 14 - Open vraag
Wat voor soort mengsel is mayonaise?
A
Suspensie
B
Emulsie
C
Oplossing
Slide 15 - Quizvraag
Wat voor soort mengsel is helder bruin gekleurd water?
A
Oplossing
B
Emulsie
C
Suspensie
Slide 16 - Quizvraag
Een emulsie is een homogeen mengsel
A
ja
B
nee
Slide 17 - Quizvraag
Hoe noem je het afwasmiddel?
A
Emulsie
B
Emulgator
Slide 18 - Quizvraag
Wat gebruik je om er voor te zorgen dat een emulsie niet ontmengt in twee lagen?
A
Bezinksel
B
Emulgator
C
Oplosmiddel
D
Menger
Slide 19 - Quizvraag
Een emulsie is een..
A
vaste stof die niet oplost in een vloeistof
B
vloeistof die niet oplost in een vaste stof
C
een vloeistof die niet oplost in een vloeistof
Slide 20 - Quizvraag
Welk soort mengsel is dit?
A
oplossing
B
suspensie
C
emulsie
Slide 21 - Quizvraag
Hoe werkt zeep?
Slide 22 - Tekstslide
Werking van zeep
Slide 23 - Tekstslide
(wit) Hoe noem je een niet natuurlijke zeep?
A
een emulgator
B
een detergent
C
gal
D
harde zeep
Slide 24 - Quizvraag
Zeep zorgt ervoor dat vet met water kan mengen, zeep is dus een....
A
ionenwisselaar
B
Emulgator
C
Ontharder
D
Ontvetter
Slide 25 - Quizvraag
Hoe ontstaat kalkzeep?
A
Synthetische zeep + leidingwater
B
Natuurlijke zeep + leidingwater
Slide 26 - Quizvraag
Hard water schuimt goed met groene zeep
A
Waar
B
Niet waar
Slide 27 - Quizvraag
Welke stof is een emulgator?
A
Water
B
Crème
C
Zeep
D
Olie
Slide 28 - Quizvraag
Detergent is een ander woord voor
A
natuurlijke zeep.
B
kalkzeep.
C
groene zeep.
D
synthetische zeep.
Slide 29 - Quizvraag
Uit welke twee soorten stoffen bestaat een emulsie meestal
A
Water en kleurstof
B
Olie en zeep
C
Zeep en water
D
Olie en water
Slide 30 - Quizvraag
Welk deel van het zeep-molecuul hiernaast is hydrofoob?