In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Onderdelen in deze les
Glasgow Coma Scale
Slide 1 - Tekstslide
Een patiënt opent de ogen op aanspreken, voert een opdracht adequaat uit en kan vragen adequaat beantwoorden.
Wat is de EMV score?
A
E3M6V5
B
E4M4V4
C
E4M6V5
D
E4M5V6
Slide 2 - Quizvraag
Een patiënt ligt op de IC vanwege een ernstige pneumonie maar is inmiddels aan de betere hand. De patiënt is wakker en zwaait naar je wanneer je de kamer binnenkomt. Je vraagt de patiënt om haar linker arm te geven om het infuus te beoordelen en dit gebeurt adequaat.
Wat is de EMV score?
A
E4M5V1
B
E2M6V5
C
E2M6Vt
D
E4M6Vt
Slide 3 - Quizvraag
Een patiënt opent de ogen na een pijnprikkel, beweegt armen en benen niet (ook niet na een pijnprikkel), spreekt niet maar maakt enkele grommende geluiden.
Wat is de EMV score?
A
E4M2V3
B
E3M1V1
C
E3M1V2
D
E2M0V1
Slide 4 - Quizvraag
Waar wordt een pijnprikkel toegediend om de "M" te beoordelen?
A
Bijvoorbeeld door hard te drukken op de oogkas
B
Bijvoorbeeld door hard te drukken op het nagelbed van een van de vingers
Slide 5 - Quizvraag
Welke score hoort bij het pathologisch buigen van de arm wanneer een pijnprikkel wordt toegediend?
A
M4
B
M3
C
M2
D
M1
Slide 6 - Quizvraag
Wat betekent de scores: 1. Va 2. Vnt 3. Vt
timer
1:00
Slide 7 - Open vraag
Welke score hoort bij het spreken van enkele losse woorden, zonder een echte conversatie?
A
V5
B
V4
C
V3
D
V2
Slide 8 - Quizvraag
Bij welke bloeding bevindt het hematoom zich direct onder de schedel?
A
Epiduraal hematoom
B
Subduraal hematoom
C
Subarachnoïdaal hematoom
D
Intracerebraal hematoom
Slide 9 - Quizvraag
Bij welke bloeding bevindt het hematoom zich tussen het harde hersenvlies en het spinnenwebvlies?
(dus tussen de dura en arachnoida)
A
Epiduraal hematoom
B
Subduraal hematoom
C
Subarachnoidaal hematoom
D
Intracerebraal hematoom
Slide 10 - Quizvraag
Welk hematoom kan het gevolg zijn van een aangeboren vaatafwijking?