Soorten wonden en TIME

Soorten wonden en TIME
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Soorten wonden en TIME

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
  • De student kent de opbouw van de huid 
  • De student kent de functies van de huid
  • De student kent verschillende soorten wonden
  • De student kent de TIME registratie 

Slide 2 - Tekstslide

Lesinhoud
Terugblik:
  • De opbouw van de huid
  • De functie van de huid
Nieuw:
  • Soorten wonden
  • TIME registratie
  • Quiz

Slide 3 - Tekstslide

De opbouw van de huid

De huid (cutis) bestaat uit 3 lagen.
  • Opperhuid (epidermis)
  • Lederhuid (dermis)
  • Onderhuidsbindweefsel (subcutis)

Slide 4 - Tekstslide

Noem verschillende functies van de huid

Slide 5 - Woordweb

De functie van de huid
  • Productie van vitamine D
  • Bescherming tegen koude, warmte en UV-straling
  • Bescherming tegen mechanische invloeden (druk, stoten, frictie)
  • Bescherming tegen invasie van micro-organismen (zoals bacteriën en virussen) 
  • Absorptie (opnemen) van actieve bestanddelen (deze eigenschap is van belang bij transdermale toediening van medicatie bv. Fentanylpleister)
  • Thermoregulatie door huidcirculatie
  • Zintuigfunctie voor druk, trilling, tast, pijn en temperatuur

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

WCS model
Het WCS-model is een hulpmiddel om een wond te observeren en een goede wondbehandeling te starten. Het model maakt onderscheid in drie kleuren wonden: een rode wond, een gele wond en een zwarte wond.

Je kunt het WCS-model niet toepassen bij brandwonden en wonden die het gevolg zijn van kanker (oncologische wonden).

Slide 8 - Tekstslide

Soorten wonden
  • Ulcus cruris 
  • Decubitus
  • Diabetische voet
  • Chirurgische wond
  • Traumatische wond
  • Brandwonden
  • Oncologische wonden

Slide 9 - Tekstslide

Decubitus 
Decubitus is een gelokaliseerde beschadiging van de huid en/ of onderliggend weefsel meestal ter hoogte van een botuitsteeksel, als gevolg van druk, of druk in samenhang met schuifkracht. 

Slide 10 - Tekstslide

Decubitus classificatie 
Categorie I- Niet wegdrukbare roodheid bij intacte huid
Categorie II- Verlies van een deel van de huidlaag of blaar (geen wondbeslag)
Categorie III- Verlies van een volledige huidlaag (vet zichtbaar)
Categorie IV- Verlies van een volledige weefsellaag (spier/ bot zichtbaar)

Slide 11 - Tekstslide

Decubitus voorkomen 
  • Goede voeding
  • Drukontlastende maatregelen matrassen, kussens, schoenen
  • Dagelijkse huidinspectie
  • Gladde, droge onderlaag
  • Wisselligging 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Diabetische voet
Door diabetes kunnen bloedvaatjes en zenuwen beschadigd raken (neuropathie). 

Het bloed stroomt minder goed door benen en voeten. 

Door verminderde gevoel in voeten, worden wondjes niet gauw opgemerkt. 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Behandeling Diabetische voet
De behandeling bestaat vooral uit:
  • het verbeteren van de bloedvoorziening
  • het bestrijden of voorkomen van infecties. 
  • Druk verminderen op de wond. 

Slide 18 - Tekstslide

Preventie
  • Goede diabetes regulatie
  • Regelmatig voetscreening
  • Voetverzorging
  • Aangepast schoeisel
  • Voorlichting
  • Drukontlasting

Slide 19 - Tekstslide

Chirurgische wond
Een chirurgische wond is een steriele wond die de chirurg (bewust) heeft toegebracht om te kunnen opereren. 




Slide 20 - Tekstslide

Chirurgische wond
Er zijn 2 soorten genezende wonden:
  • Een primair genezende wond is een gesloten wond:
 - Gladde wondranden
 - Ongestoorde genezing

  • Een secundair genezende wond is een open wond:
- Afwijkende wondranden, wondbed zichtbaar
- Gestoorde genezing
- Infectie




Slide 21 - Tekstslide

Traumatische wonden
Traumatische wonden zijn verwondingen aan de huid en onderliggend weefsel door geweld van buitenaf.

Voorbeelden:
  • schaafwonden
  • snijwonden
  • scheurwonden (skin tears)
  • schot-, steek-, of bijtwonden.

Slide 22 - Tekstslide

Brandwonden
Brandwonden kunnen we onderverdelen in drie gradaties:
  • Eerstegraads verbranding
  • Tweedegraads verbranding (oppervlakkig en diep)
  • Derdegraads verbranding

Deze gradaties zeggen samen met het oppervlak iets over de ernst van de brandwond. 

Slide 23 - Tekstslide

Eerstegraads verbranding
Kenmerken eerstegraads verbranding:

  • Geen blaar of wond, dus de huid is niet stuk
  • Soms wat opgezwollen
  • Rood en/of roze
  • Droog
  • Prikkelend tot pijnlijk

Slide 24 - Tekstslide

Oppervlakkige Tweedegraads verbranding
Kenmerken oppervlakkige tweedegraads brandwond:
  • Glanzend rood, roze
  • De opperhuid is beschadigd tot in de lederhuid
  • Nat
  • Blaren
  • Zeer pijnlijk
  • Voelt soepel

Slide 25 - Tekstslide

Diepe Tweedegraads verbranding
Kenmerken diepe tweedegraads brandwond:
  • Rood/wit
  • Nat
  • Blaren
  • Pijnlijk
  • Voelt soepel

Slide 26 - Tekstslide

Derdegraads verbranding
Kenmerken derdegraads brandwond:
  • Wit, beige tot donkerbruin
  • Droog, leerachtig
  • Nauwelijks pijnlijk
  • Is stug

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Oncologische wonden
Een wond die ontstaat door een tumor of uitzaaiing noemen we een oncologisch ulcus

Een wond die ontstaat door de behandeling (chirurgie, chemotherapie, radiotherapie en/of hyperthermie) van kanker noemen we een oncologische wond

Beide wonden worden verschillend behandeld.

Slide 29 - Tekstslide

Behandeling oncologische wonden
De behandeling van een oncologisch ulcus kan als doel hebben: 
  • De genezing van het ulcus te bevorderen of voorkomen dat het ulcus uitbreidt;
  • een maximaal comfort voor te realiseren;
  • een acceptabel cosmetisch aanzicht te bereiken;
  • Ondersteuning bieden bij de psychosociale gevolgen van het oncologische ulcus.



Er zijn verschillende mogelijkheden voor behandeling van een oncologisch ulcus. .

Slide 30 - Tekstslide

Oncologische wond t.g.v. bestraling

Slide 31 - Tekstslide

TIME
Het TIME-model is een hulpmiddel om stapsgewijs een wond te beoordelen zodat alle belangrijke aspecten meegenomen worden:

Slide 32 - Tekstslide

TIME
Tissue (weefsel)
- De kleur en vitaliteit van het weefsel in % (rood of geel)
- Grootte/ breedte en diepte van de wond in cm
- De locatie van de wond (benoem lichaamsdeel)
- De aanwezigheid van zwart weefsel (necrose)
Infection (infectieverschijnselen)
- De aanwezigheid van infectieverschijnselen: roodheid, warmte, zwelling, pijn, groen beslag, aparte geur, stagnatie van de wond
- Indien er sprake is van infectie: wordt er antibiotica gebruikt, zo ja welke?
Moisture (wondvocht)
De aanwezigheid en mate van wondvocht (droge, vochtige of natte wond)
Edge (wondranden en omgeving van de wond)
- De kleur en vitaliteit van de wondranden (intact/ niet intact)
- De vitaliteit van de omgeving van de de wond: droge korsterige huid, eeltvorming, verweekte huid (witte verkleuring)

Slide 33 - Tekstslide

Voorbeeld TIME
T: Decubitus, cat 3 op rechter hak. Grootte: 6 cm- 7 cm. Diepte: 2 mm. Rood: 5%, geel: 75%. Zwart/ grijs: 20%
I: Lichte tekenen van infectie: bloedingsneiging wondranden
M: Normale vochtigheidsgraad
E: Intacte wondranden. Omliggende huid ziet week. 

Slide 34 - Tekstslide

Voorbeeld TIME
T: Decubitus, cat 3 op rechter hak. Grootte: 4 cm- 5 cm. Diepte: 2 mm. Rood: 80%, geel: 20%
I: Geen tekenen van infectie
M: Normale vochtigheidsgraad
E: Intacte wondranden. Omliggende huid ziet rustig.

Slide 35 - Tekstslide

Voorbeeld TIME
T: Skin tear, cat 3 Huidflap volledig verdwenen. Linker onderarm. Grootte: 3 cm- 2 cm. Rood: 100%
I: Geen tekenen van infectie
M: Natte wond
E: Intacte wondranden. Omliggende huid ziet droog

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

De lederhuid bestaat voornamelijk uit vetcellen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 41 - Quizvraag

Waar noteer je de hoeveelheid en mate van wondvocht?
A
T
B
I
C
M
D
E

Slide 42 - Quizvraag

Wat noteer je bij de 'I' van de TIME?
A
Incubatie
B
Indicatie
C
Infectie
D
Interventie

Slide 43 - Quizvraag

De opperhuid is de onderste laag van de huid.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 44 - Quizvraag

Een wond die ontstaat door een tumor of uitzaaiing noemen we....
A
oncologische ulcus
B
oncologische wond

Slide 45 - Quizvraag

Waar staat de 'T' voor in TIME?
A
Texture
B
Tissue
C
Temperature
D
Total

Slide 46 - Quizvraag

Decubitus:
Verlies van een deel van de huidlaag of blaar
A
Categorie 1
B
Categorie 2
C
Categorie 3
D
Categorie 4

Slide 47 - Quizvraag

Bij een diabetische voet zijn in veel gevallen de ........... beschadigd.
A
Zenuwen
B
Bloedvaten

Slide 48 - Quizvraag

Een primair genezende wond is een.....
A
Gesloten wond
B
Open wond

Slide 49 - Quizvraag

Kenmerken van een tweedegraads verbranding zijn:
A
Nauwelijks pijn
B
Pijnlijk
C
Blaren
D
Droog, lederachtig

Slide 50 - Quizvraag

Lesdoelen
  • De student kent de opbouw van de huid 
  • De student kent de functies van de huid
  • De student kent de fasen van wondgenezing
  • De student kent verschillende soorten wonden
  • De student kent de TIME registratie 

Slide 51 - Tekstslide