Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Diff1: Révision: les verbes
Révision des verbes
1 / 24
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Frans
Secundair onderwijs
In deze les zitten
24 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Révision des verbes
Slide 1 - Tekstslide
Les verbes réguliers (
regelmatig
)
1) Les verbes en -ER --> TYPE PARL
ER
je parl
e
tu parl
es
il parl
e
nous parl
ons
vous parl
ez
ils parl
ent
Slide 2 - Tekstslide
Les verbes réguliers (
regelmatig
)
2) Les verbes en -IR --> TYPE SORT
I
R
je sor
s
tu sor
s
il sor
t
nous sort
ons
vous sort
ez
ils sort
ent
SOR
TIR
- TIR
SORT
IR
- IR
Slide 3 - Tekstslide
Les verbes réguliers (
regelmatig
)
2) Les verbes en -IR --> TYPE SORT
I
R
je sor
s
tu sor
s
il sor
t
nous sor
t
ons
vous sor
t
ez
ils sor
t
ent
Autres verbes:
mentir (liegen)
sentir (voelen)
servir (opdienen)
dormir (slapen)
partir (vertrekken)
=
MESESESODOPA
Slide 4 - Tekstslide
Les verbes réguliers (
regelmatig
)
2) Les verbes en -IR --> TYPE SORT
I
R
je men
s
tu men
s
il men
t
nous men
t
ons
vous men
t
ez
ils men
t
ent
Autres verbes:
mentir
sentir
servir
dormir
partir
Slide 5 - Tekstslide
Les verbes
IR
réguliers (
on
regelmatig
)
ÊTRE
AVOIR
ALLER
VENIR
je suis
tu es
il est
nous sommes
vous êtes
ils sont
j'ai
tu as
il a
nous avons
vous avez
ils ont
je vais
tu vas
il va
nous allons
vous allez
ils vont
je viens
tu viens
il vient
nous venons
vous venez
ils viennent
Slide 6 - Tekstslide
QUIZ
Marque la forme correcte du verbe.
Slide 7 - Tekstslide
1. parler, ils ...
A
ils parlont
B
ils parlent
C
ils parlerent
D
ils vont parler
Slide 8 - Quizvraag
2. être, nous ...
A
nous êtons
B
nous êtrons
C
nous sommes
D
nous somes
Slide 9 - Quizvraag
3. dormir, je ...
A
je dorme
B
je dorms
C
je dors
D
je dormi
Slide 10 - Quizvraag
4. partir, il ...
A
il part
B
il parte
C
il pars
D
il partir
Slide 11 - Quizvraag
5. aller, tu ...
A
tu aller
B
tu va
C
tu es
D
tu vas
Slide 12 - Quizvraag
QUIZ 2.0
Marque la forme correcte du verbe.
Mais... il faut également traduire le verbe!
Slide 13 - Tekstslide
6. ik slaap
A
je pars
B
je dors
C
je mens
D
je parle
Slide 14 - Quizvraag
7. ik vertrek
A
je sors
B
je sens
C
je pars
D
je mens
Slide 15 - Quizvraag
8. jullie komen
A
vous partez
B
vous venez
C
vous viendrez
D
vous viennez
Slide 16 - Quizvraag
QUIZ 2.0
Donne maintenant la forme correcte du verbe.
N'oublie pas d'écrire le sujet (
neem het onderwerp over in je antwoord
).
Slide 17 - Tekstslide
9. zij slaapt
Slide 18 - Open vraag
10. wij spreken/praten
Slide 19 - Open vraag
11. wij hebben
Slide 20 - Open vraag
12. jullie zijn
Slide 21 - Open vraag
13. jij liegt
Slide 22 - Open vraag
14. hij komt
Slide 23 - Open vraag
15. zij eet
Slide 24 - Open vraag
Meer lessen zoals deze
Diff1: Révision: les verbes
April 2022
- Les met
27 slides
Frans
Secundair onderwijs
Révision: les verbes (indicatif présent / passé récent/ futur proche)
Maart 2022
- Les met
30 slides
Frans
Secundair onderwijs
5TMMA
Juni 2022
- Les met
35 slides
Frans
Secundair onderwijs
le 18 octobre 2021
Oktober 2021
- Les met
19 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Les verbes en -IR (partir / finir / ouvrir)
Oktober 2023
- Les met
52 slides
Frans
Secundair onderwijs
havo 3 ch 2 A + sortir,partir en wederkerend
November 2021
- Les met
23 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
week 37 V2
September 2024
- Les met
22 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
H2 week 37
September 2024
- Les met
22 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2