boomdiagram, wegendiagram, rooster en door het systematisch te noteren.
§4.2 permutaties en combinaties
Kunnen opnoemen wat een permutatie is.
Aantal permutaties berekenen.
Kunnen opnoemen wat een combinatie is.
Aantal combinaties kunnen berekenen.
§4.3 rijtjes en roosters
Aantal rijtjes berekenen
Aantal korte routes in een rooster kunnen berekenen.
§4.4 Allerlei telproblemen
Bij een telprobleem het juiste telmodel kiezen
Slide 5 - Tekstslide
Permutaties berekenen
Slide 6 - Tekstslide
Combinaties berekenen
s
n!
(n-k)! x k!
Slide 7 - Tekstslide
§4.2C Aantallen combinaties vermenigvuldigen en optellen
Let op de woorden:
EN -> vermenigvuldiginsregel
OF-> somregel
Slide 8 - Tekstslide
Het verschil tussen permutatie en combinatie
Slide 9 - Tekstslide
Permutatie en combinatie
Slide 10 - Tekstslide
Op je GR
Voor een Permutatie gebruik je nPr
voor een Combinatie gebruik je nCr
Slide 11 - Tekstslide
4.3A Rijtjes - aantekeningen
Slide 12 - Tekstslide
4.3C Rijtjes met meer dan twee letters
Slide 13 - Tekstslide
Permutatie
Aantal rangschikkingen
3 uit 3
3 uit 9
Combinatie
Kiezen zonder op de volgorde te letten
3 uit 5
Rijtje
Plaatsen zonder op de plek te letten
3 in een rij van 9
Rooster
Aantal routes
3!
9⋅8⋅7
(35)
(39)
Slide 14 - Tekstslide
Telprobleem aanpakken:
1. probleem structureren 2. volgorde van belang? Ja : permutatie Nee: combinatie 3. herhalingen toegestaan? 4. berekenen door: systematisch noteren / permutatie / combinatie / rijtje / rooster?
Slide 15 - Tekstslide
Wanneer welk telmodel?
Boomdiagram, rooster of een schema?
Als je te maken hebt met de keus uit 2 mogelijkheden met vaste aantallen per mogelijkheid, dan is een rooster een handig telmodel;
Heeft een boomdiagram een regelmatige structuur, dan kun jet aantal mogelijkheden berekenen door de aantallen vertakkingen per kolom met elkaar te vermenigvuldigen;
Heeft het boomdiagram geen regelmatige structuur, dan moet je het boomdiagram tekenen of alle mogelijkheden systematisch opschrijven.
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Voorbeeld 1
Uit een vaas met 16 knikkers genummerd van 0 t/m 15 trek je zonder terugleggen, 11 keer een knikker.
Bij elke trekking noteer je het getrokken nummer.
Bereken het aantal mogelijke uitkomsten.
Slide 19 - Tekstslide
Voorbeeld 1
Uit een vaas met 16 knikkers genummerd van 0 t/m 15 trek je zonder terugleggen, 11 keer een knikker.
Bij elke trekking noteer je het getrokken nummer.
Bereken het aantal mogelijke uitkomsten.
Bij elke trekking is het aantal mogelijkheden één kleiner.
Boomdiagram is een goed telmodel.
Aantal mogelijke uitkomsten= 16 x 15 x 14 x 13 x 12 x 11 x 10 x 9 x 8 = 174356582400
of meteen aantal mogelijke uitkomsten = PERM (16, 11)
Slide 20 - Tekstslide
Voorbeeld 2
Joke werpt met drie dobbelstenen.
Hoeveel mogelijkheden zijn er om in totaal hoogstens 5 ogen te gooien?
Slide 21 - Tekstslide
Voorbeeld 2
Joke werpt met drie dobbelstenen.
Hoeveel mogelijkheden zijn er om in totaal hoogstens 5 ogen te gooien?
Systematisch alle mogelijkheden uitschrijven.
Slide 22 - Tekstslide
Voorbeeld 3
Van 28 leerlingen van een klas worden er acht uitgekozen om een enquête in te vullen.
Hoeveel achttallen zijn mogelijk?
Slide 23 - Tekstslide
Voorbeeld 3
Van 28 leerlingen van een klas worden er acht uitgekozen om een enquête in te vullen.
Hoeveel achttallen zijn mogelijk?
De volgorde is niet van belang, dus het gaat om combinaties.