In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Het verschil tussen permutatie en combinatie
Slide 1 - Tekstslide
Permutatie en combinatie
Slide 2 - Tekstslide
Permutatie of combinatie? Uit een klas worden 6 leerlingen gekozen om een volleybalteam te vormen.
A
Permutatie
B
Combinatie
Slide 3 - Quizvraag
Permutatie of combinatie? Bij een verloting zijn drie prijzen te winnen: een tablet, een grafische rekenmachine en een taart.
A
Permutatie
B
Combinatie
Slide 4 - Quizvraag
Permutatie of combinatie? In een klas worden vijf kaartjes verloot voor een toneelvoorstelling.
A
Permutatie
B
Combinatie
Slide 5 - Quizvraag
Permutatie of combinatie? Een vereniging kiest uit haar leden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester.
A
Permutatie
B
Combinatie
Slide 6 - Quizvraag
Permutatie of combinatie? Uit de top tien van vorige week stel je een eigen top drie samen.
A
Permutatie
B
Combinatie
Slide 7 - Quizvraag
Wanneer welk telmodel?
Boomdiagram, rooster of een schema?
Als je te maken hebt met de keus uit 2 mogelijkheden met vaste aantallen per mogelijkheid, dan is een rooster een handig telmodel;
Heeft een boomdiagram een regelmatige structuur, dan kun jet aantal mogelijkheden berekenen door de aantallen vertakkingen per kolom met elkaar te vermenigvuldigen;
Heeft het boomdiagram geen regelmatige structuur, dan moet je het boomdiagram tekenen of alle mogelijkheden systematisch opschrijven.
Slide 8 - Tekstslide
Voorbeeld 1
Uit een vaas met 16 knikkers genummerd van 0 t/m 15 trek je zonder terugleggen, 11 keer een knikker.
Bij elke trekking noteer je het getrokken nummer.
Bereken het aantal mogelijke uitkomsten.
Slide 9 - Tekstslide
Voorbeeld 1
Uit een vaas met 16 knikkers genummerd van 0 t/m 15 trek je zonder terugleggen, 11 keer een knikker.
Bij elke trekking noteer je het getrokken nummer.
Bereken het aantal mogelijke uitkomsten.
Bij elke trekking is het aantal mogelijkheden één kleiner.
Boomdiagram is een goed telmodel.
Aantal mogelijke uitkomsten= 16 x 15 x 14 x 13 x 12 x 11 x 10 x 9 x 8 = 174356582400
of meteen aantal mogelijke uitkomsten = PERM (16, 11)
Slide 10 - Tekstslide
Voorbeeld 2
Joke werpt met drie dobbelstenen.
Hoeveel mogelijkheden zijn er om in totaal hoogstens 5 ogen te gooien?
Slide 11 - Tekstslide
Voorbeeld 2
Joke werpt met drie dobbelstenen.
Hoeveel mogelijkheden zijn er om in totaal hoogstens 5 ogen te gooien?
Systematisch alle mogelijkheden uitschrijven.
Slide 12 - Tekstslide
Voorbeeld 3
Van 28 leerlingen van een klas worden er acht uitgekozen om een enquête in te vullen.
Hoeveel achttallen zijn mogelijk?
Slide 13 - Tekstslide
Voorbeeld 3
Van 28 leerlingen van een klas worden er acht uitgekozen om een enquête in te vullen.
Hoeveel achttallen zijn mogelijk?
De volgorde is niet van belang, dus het gaat om combinaties.