Twee beweringen: 1. Langgolvige straling geabsorbeerd door de atmosfeer wordt ook wel het broeikaseffect genoemd 2. Het versterkte broeikaseffect wordt door de mens veroorzaakt
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist, 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist, 2 juist
1 / 18
volgende
Slide 1: Quizvraag
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4
In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Twee beweringen: 1. Langgolvige straling geabsorbeerd door de atmosfeer wordt ook wel het broeikaseffect genoemd 2. Het versterkte broeikaseffect wordt door de mens veroorzaakt
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist, 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist, 2 juist
Slide 1 - Quizvraag
Op hoge breedte is het kouder ...
A
doordat de zonnestralen onder een grotere hoek invallen
B
het kouder omdat met omdat met elke 1000 m stijging de temperatuur met 6 graden afneemt
C
omdat daar de lucht ijler is
D
het kouder doordat de zonnestralen onder een kleinere hoek invallen
Slide 2 - Quizvraag
Het subtropisch maximum ligt op ...
A
O graden breedte
B
30 graden breedte
C
60 graden breedte
D
go graden breedte
Slide 3 - Quizvraag
Deze verdeling van de luchtdrukgebieden gaat over
A
Januari
B
Maart
C
Juli
D
September
Slide 4 - Quizvraag
Welke antwoord antwoorden is/zijn juist? Wanneer er sprake is van een hogedrukgebied in Nederland dan ...
A
is het droog
B
is het 's zomers warmer
C
is het 's winters kouder
D
is het nat
Slide 5 - Quizvraag
De Zuidwestmoesson in Juli bij India ...
A
is aflandig en zorgt voor droogte
B
is aflandig en zorgt voor neerslag
C
is aanlandig en zorgt voor droogte
D
is aanlandig en zorgt voor neerslag
Slide 6 - Quizvraag
Twee beweringen: 1. Het albedo-effect heeft te maken met de klimaat-factor type oppervlak 2. E-klimaten komen alleen voor op hoge breedte
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist, 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist, 2 juist
Slide 7 - Quizvraag
Het corioliseffect is een ander woord voor ...
A
ITCZ
B
de wet van Buys Ballot
C
de thermohaliene circulatie
D
de atmosferische circulatie
Slide 8 - Quizvraag
De werking van de diepwaterpomp heeft te maken met ...
A
de ITCZ
B
de Wet van Buys Ballot
C
de thermohaliene circulatie
D
de atmosferische circulatie
Slide 9 - Quizvraag
Op de afbeelding zie je de situatie tijdens een ...
A
El Nino
B
La Nina
Slide 10 - Quizvraag
Bij een koude zeestroom voor de kust is de kans op neerslag kleiner dan bij een warme zeestroom
A
Juist
B
Onjuist
Slide 11 - Quizvraag
Deze grafiek is van een ...
A
As-klimaat
B
Aw-klimaat
C
Af-klimaat
D
BS-klimaat
Slide 12 - Quizvraag
Twee beweringen: 1. Hogere temperaturen leiden tot vorming van meer kalksteen wat leidt tot vermindering van het broeikaseffect 2. De vorming van kalksteen is een voorbeeld van een positief terugkoppelingsmechanisme
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist, 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist, 2 juist
Slide 13 - Quizvraag
Het ontdooien van de permafrost is een voorbeeld van een negatieve terugkoppeling
A
juist
B
onjuist
Slide 14 - Quizvraag
De meteorietinslag waardoor de Dinosauriërs uitstierven is een voorbeeld van ...
A
interne variabiliteit
B
externe variabiliteit
Slide 15 - Quizvraag
Twee beweringen: 1. De verzuring van de oceaan zal leiden tot een positief terugkoppelingseffect 2. Aerosolen kunnen zowel een positief als negatief terugkoppelingseffect hebben
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist, 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist, 2 juist
Slide 16 - Quizvraag
Twee beweringen: 1. Door opwarming van land en zee ontstaan er grotere verschillen in luchtdruk 2. Door een toename van zoet smeltwater in de noordelijke Atlantische Oceaan zal het warmer worden in Noord-Scandinavië
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist, 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist, 2 juist
Slide 17 - Quizvraag
Welk antwoord is onjuist? Bij de energietransitie gaat het om ...
A
het gebruik van fossiele brandstoffen
B
het terugdringen van het gebruik fossiele brandstoffen