Ondersteunen bij het lopen


Ondersteunen bij lopen
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnPraktijkonderwijsLeerjaar 1,2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les


Ondersteunen bij lopen

Slide 1 - Tekstslide

Na deze les kun je:
- De cliënt ondersteunen bij het lopen.
- De cliënt helpen bij het gebruiken van een stok.
- De clënt helpen bij het gebruik van een kruk.

Slide 2 - Tekstslide

Wanneer help je iemand met lopen?

Slide 3 - Woordweb

Heb je zelf wel eens meegemaakt dat je niet kon lopen?

Slide 4 - Open vraag

Heb je weleens iemand moeten helpen bij het lopen?
A
ja
B
nee

Slide 5 - Quizvraag

Waar denk je dat mensen het meest bang voor zijn als ze moeilijk zelf kunnen lopen?

Slide 6 - Open vraag

Ondersteunen bij het lopen zonder hulpmiddel
Sommige cliënten hebben hulp nodig.
Bijvoorbeeld bij het opstaan of gaan zitten. Of bij het lopen.

Vaak is het geven van een arm genoeg.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

praktijkopdracht
Je gaat nu oefenen met iemand ondersteunen bij het lopen door een arm te geven.

Dit doe je in een tweetal. 
Ben je alleen vraag dan of iemand je wil helpen.

Doe een klein rollenspel. Bekijk het filmpje nog een keer en speel het na. 
1 persoon speelt de ondersteuner, de ander de cliënt. Wissel daarna van rol. Je doet het dus 2x.

Slide 9 - Tekstslide

Ondersteunen bij het lopen zonder hulpmiddel
Sommige cliënten hebben meer hulp nodig.

Als een cliënt pijn heeft of onzeker is bij het lopen moet je meer steun geven.

Hoe je dat doet, zie je in het volgende filmpje.



Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

praktijkopdracht
Je gaat nu oefenen met iemand meer ondersteunen bij het lopen.

Dit doe je in een tweetal. 
Ben je alleen vraag dan of iemand je wil helpen.

Doe een klein rollenspel. Speel het filmpje na. 
1 persoon speelt de ondersteuner, de ander de cliënt. Wissel daarna van rol. Je doet het dus 2x.

Slide 12 - Tekstslide

Dit doe je bij een cliënt die problemen met één been heeft
- Ga aan de kant van het goed been staan.
- Haal je ene arm onder de oksel van de cliënt door.
- Houdt de bovenarm vast. Niet knijpen.
- Pak met de andere hand de hand van de cliënt vast.
- Laat de cliënt de eerste stap doen met het slechte been.
- Vraag de cliënt het slechte been goed op te tillen.
- Loop in het zelfde tempo als de cliënt.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

praktijkopdracht
Je gaat nu oefenen met het ondersteunen van een clënt met een probleem aan één been.

Dit doe je in een tweetal. 
Ben je alleen vraag dan of iemand je wil helpen.

Doe een klein rollenspel. Speel het filmpje na. Denk goed na aan welke kant je moet lopen bij het ondersteunen
1 persoon speelt de ondersteuner, de ander de cliënt. Wissel daarna van rol. Je doet het dus 2x.

Slide 15 - Tekstslide

Lopen met een stok
- Een stok zorgt voor extra steun bij het lopen.
- De stok moet de goede hoogte hebben.
- Houdt de stok aan de kant van het goede been.
- Verplaats de stok en het slechte been tegelijk. 
- Ondersteun aan de kant van het slechte been.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Video

praktijkopdracht
Je gaat nu oefenen met het ondersteunen van een clënt die loopt met een stok. 

Dit doe je in een tweetal. 
Ben je alleen vraag dan of iemand je wil helpen.

Doe een klein rollenspel. Speel het filmpje na. Denk goed na aan welke kant je moet lopen bij het ondersteunen
1 persoon speelt de ondersteuner, de ander de cliënt. Wissel daarna van rol. Je doet het dus 2x.

Slide 19 - Tekstslide

Aan welke kant van de cliënt ga je staan als rechts het slechtste been zit?
A
links
B
rechts

Slide 20 - Quizvraag

Met welk been moet de cliënt beginnen met lopen?
A
het slechte been
B
het goede been

Slide 21 - Quizvraag

Welk been moet de cliënt extra goed optillen?
A
het slechte been
B
het goede been

Slide 22 - Quizvraag

Wie bepaald het looptempo?
A
de ondersteuner
B
de cliënt

Slide 23 - Quizvraag

Kan je een cliënt die loopt met een stok ook helpen door een arm te geven?
A
ja
B
nee

Slide 24 - Quizvraag

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 25 - Open vraag

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 26 - Open vraag

Je kunt nu:
- De cliënt ondersteunen bij het lopen.
- De cliënt helpen bij het gebruiken van een stok.

extra:
- De cliënt helpen bij het lopen met een kruk.

Slide 27 - Tekstslide

Extra lesstof
Ben je snel klaar......
Wil je meer meer weten over dit onderwerp......

Dan volgen er nu een aantal dia's met extra lesstof.

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

praktijkopdracht
Je gaat nu oefenen met het ondersteunen van een clënt die loopt met een kruk. 

Dit doe je in een tweetal. 
Ben je alleen vraag dan of iemand je wil helpen.

Doe een klein rollenspel. Speel het filmpje na. Denk goed na aan welke kant je moet lopen bij het ondersteunen
1 persoon speelt de ondersteuner, de ander de cliënt. Wissel daarna van rol. Je doet het dus 2x.

Slide 30 - Tekstslide