Administratie deel A Crediteurenadministratie

Welkom 4 kader
Administratie
Deel A
Crediteurenadministratie
Mark Barnhoorn
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom 4 kader
Administratie
Deel A
Crediteurenadministratie
Mark Barnhoorn

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
-Kunnen uitleggen welke bedrijfsprocessen er binnen een bedrijf zijn.

-Kunnen uitleggen welke inkoopformulieren er gebruikt worden en waarvoor ze gebruikt worden.
- De inkoop van voorraad per kas in Excel kunnen verwerken.
- De inkoop van voorraad op rekening in Excel kunnen verwerken.

- De kosten in Excel kunnen verwerken.
 Je laat als medewerker crediteurenadministratie zien dat je:
     







- Precies kunt werken
- Geconcentreerd kunt werken
- ICT-vaardig bent

Slide 2 - Tekstslide

Crediteur
- een persoon die je nog moet betalen. 

- Leverancier

- balans: creditzijde (schulden)

- inkoopproces


Slide 3 - Tekstslide

bedrijfsprocessen
drie processen: primaire- ondersteunende- besturende.

1. Primaire proces: Alles wat wordt gebruikt om een product te maken en/of te verkopen.


Slide 4 - Tekstslide

2. ondersteunend proces: Alles wat binnen een bedrijf gebeurt aan ondersteuning om een product te maken en/of te verkopen.
3. Besturend proces: Alle afdelingen in een bedrijf hebben hun eigen taken. Het management zorgt ervoor dat alle afdelingen weten wat ze moeten doen.

Slide 5 - Tekstslide

Inkoopformulieren

Slide 6 - Tekstslide

inkoopformulieren
1. Je doet onderzoek naar de beste en goedkoopste producten. Hiervoor vraag je offertes aan bij verschillende bedrijven.

2.  De beste leverancier hebt gevonden, stuur je een inkooporder naar het bedrijf.

3. De leverancier stuurt je een orderbevestiging  met de ingekochte goederen. 

4.  Als de bestelling aangekomen is, heeft de chauffeur een vrachtbrief bij zich. Hierop staat hoeveel dozen en/of pallets hij heeft met de bestelde producten bij zich heeft. 

5. In of op de doos zit een pakbon. Hierop staat in hoeveel dozen jouw bestelling zit en hoeveel artikelen in de doos 
1. Je doet onderzoek naar de beste en goedkoopste producten. Hiervoor vraag je offertes aan bij verschillende bedrijven.

 

2. De beste leverancier hebt gevonden, stuur je een inkooporder naar het bedrijf.

3. De leverancier stuurt je een orderbevestiging met de ingekochte goederen.

4. Als de bestelling aangekomen is, heeft de chauffeur een vrachtbrief bij zich. Hierop staat hoeveel dozen en/of pallets hij heeft met de bestelde producten bij zich heeft.

5. In of op de doos zit een pakbon. Hierop staat in hoeveel dozen jouw bestelling zit en hoeveel artikelen in de doos zitten. 

6. Alle artikelen aangekomen? Dan ontvang je een factuur van de leverancier (crediteur)



Slide 7 - Tekstslide

Waar let je op?
- Artikelnummer
- Omschrijving 
- Eenheidsprijs (prijs per stuk)
- eindbedrag
- btw percentage 0%, 9% of 21% ?


Slide 8 - Tekstslide

Waar let je op?
- Kloppen de artikelen wat besteld zijn?
-  Is ook echt alles al geleverd?

- Maak melding als het niet klopt!

Slide 9 - Tekstslide

Verkoopprijs
Inkoopprijs ( prijs waarvoor je het product hebt gekocht)
Brutowinst +( Hoeveel % winst je wilt maken op het product)
Verkoopprijs (prijs in de winkel exclusief btw)
btw bedrag +
Consumentenprijs

Slide 10 - Tekstslide

Wat is een crediteur?
A
Een persoon/bedrijf waar je nog geld van krijgt
B
Een persoon/bedrijf die nog goederen moet leveren
C
Een persoon/bedrijf die je nog moet betalen.
D
Een persoon/bedrijf die schulden heeft.

Slide 11 - Quizvraag

1
2
3
4
5
6
Pakbon
Vrachtbrief
Offerte
inkooporder
factuur
orderbevestiging

Slide 12 - Sleepvraag

Op welke inkoopformulier controleren wij de juiste bestelde artikelen én de prijs?
A
Vrachtbrief
B
Pakbon
C
orderbevestiging

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Tips voor Excel!
- Crediteuren: bedrag inclusief btw! 
- te vorderen btw (terug te vragen bij belasting aangifte) 
- voorraad goederen (als het gaat om producten) excl. btw

- Contante inkoop óf betaling, gebruik je kas i.p.v. crediteuren
- Denk aan kassa!
- Kosten rekeningnummer 400.

Slide 15 - Tekstslide

Soorten kostenposten (400)
- schoonmaakkosten
- loonkosten
- huurkosten
- huisvestingkosten 
- rentekosten

Slide 16 - Tekstslide

Hoe ziet dat boekhoudkundig eruit
- Datum = datum van factuur óf kassabon
- Soort= factuurnummer van de leverancier
- Volgnummer= IF/K , dan volgnummer: IF15001 
- Omschrijving= Wat je hebt gekocht


Datum
soort
volgnummer
omschrijving

Slide 17 - Tekstslide

Boekhoudkundig
- Uitgave 100 Kas of 140 Crediteuren?
Contanten verkoop of facturen?
- 180 te vorderen btw % + bedrag
- 700 voorraadgoederen of 400 kosten?


kas
crediteuren
BTW 
te vorderen
voorraad goederen

Slide 18 - Tekstslide

Tips
- Lees goed de facturen. Is het al contant betaald? 
- Weet welke goederen 9% of 21% btw bedraagt.
- Excel is je rekenmachine! Vraag hulp als het nodig is!
- Boekhouden is lastig, zijn veel regeltjes.
- Kosten komen niet terug op de balans, wel op de winst en verliesrekening.
- Voorraadgoederen zie je wel op de balans terug

Slide 19 - Tekstslide