Standaard Nederlands, dialecten en straattaal

Nederlands
3 VWO

20 januari 2025
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Nederlands
3 VWO

20 januari 2025

Slide 1 - Tekstslide

Standaard Nederlands, Dialecten en straattaal.

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het einde van de les kun je het verschil herkennen tussen Standaardnederlands,  streektalen/dialecten en straattaal.


Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Taalvariatie
We hebben gezien dat er variatie is tussen talen, maar ook binnen een taal is er veel variatie. Dit is in de vorm van accenten en dialecten. Pas in de 16e eeuw werd de taal gestandaardiseerd, daarvoor werd in elke streek een eigen dialect gesproken. Na de 16e eeuw werden er afspraken gemaakt over de standaard taal.

Tot de jaren 70 werd deze standaardtaal het Algemeen Beschaafd Nederlands (ABN) genoemd, maar deze naam werd veranderd. Veel mensen spreken namelijk geen echt ABN en dat zou dan betekenen dat je niet beschaafd was. De nieuwe naam werd Standaardnederlands.




Slide 5 - Tekstslide

Taalvariatie


De dialecten en accenten bleven. Zo kent iedere regio nog zijn eigen dialecten en accenten. Dialecten en accenten zijn beide verschillend. Zo zijn dialecten een taalvariatie op het Standaardnederlands die streekgebonden zijn. Accenten daarentegen zijn enkel een klankvariatie op het Standaardnederlands.

Straattaal is weer iets nieuws en komt door invloeden van andere talen en culturen.


Slide 6 - Tekstslide

Vertaal naar het standaard Nederlands!

Slide 7 - Tekstslide

'Hebben alle vogels nesten begonnen behalve ik en jij, waar wachten we nog op?'

Slide 8 - Tekstslide

Standaardnederlands
Het Nederlands dat als correct taalgebruik wordt gezien.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Welke dialectwoorden
ken je?

Slide 11 - Woordweb

Dialect
- Streektaal: de taal van een 
bepaalde streek of plaats, die anders
 is dan de Standaard
- Wordt mondeling overgedragen
- Wordt steeds minder gesproken

Bijvoorbeeld: Zeeuws, Brabants, Limburgs, Utrechts, Gronings



Slide 12 - Tekstslide

Drie kenmerken taal in plaats van dialect
:
- Het dialect moet een eigen ontwikkeling hebben gehad
- Er moeten voldoende verschillen zijn tussen het dialect en de standaardtaal
- Het dialect moet door een aanzienlijke maatschappelijke en culturele groep gedragen worden

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video

Straattaal
Straattaal is ontstaan als jongerentaal in de grote steden. Iedere plaats kent zijn eigen varianten. De taal is een mengsel van verschillende talen, waaronder Engels, Nederlands, Marokkaans, Turks, Papiaments en nog meer talen.

Slide 16 - Tekstslide

Waarom spreken jongeren straattaal?
  • Het is een codetaal.     
  • Het zorgt voor verbondenheid, maar kan ook mensen uitsluiten.
  • Je toont bij welke groep je sociaal en geografisch hoort.
  • Leuke manier om met taal te spelen-> straattaal kent geen regels ->       heeft een hoog 'do it yourself' gehalte.
  • Boodschap hoeft niet letterlijk onder woorden                                                 gebracht te worden -> én toch is het verband/                                                       de relatie helder.

Slide 17 - Tekstslide

Wat betekent het woord 'wakka'?
#straattaal
A
lopen
B
liedje van Shakira
C
danspas
D
high five

Slide 18 - Quizvraag

Wat betekent het woord 'agga'?
#straattaal
A
Den Haag
B
vreemdgaan
C
stoer lopen
D
sneaker

Slide 19 - Quizvraag

'Vriend' in straattaal is?
A
Sahbi
B
Habibi
C
Mattie
D
Yemmesh

Slide 20 - Quizvraag

Wat betekent het woord 'planga'?
#straattaal
A
blanke man
B
bril
C
gaspedaal
D
snel rijden

Slide 21 - Quizvraag

Schooltaal

* Schooltaal is een andere 'taal' dan spreektaal/straattaal. Denk aan woorden als: 
noteren, formuleren, argument, limiet, paragraaf, citeren


Slide 22 - Tekstslide





Welk dialect is dit?




A
Achterhoeks
B
Drents
C
Fries
D
Limburgs

Slide 23 - Quizvraag





Welk dialect is dit?




A
Achterhoeks
B
Drents
C
Fries
D
Limburgs

Slide 24 - Quizvraag



https://www.youtube.com/watch?v=47QG6vF-JzM


Welk dialect is dit?




A
Achterhoeks
B
Drents
C
Fries
D
Limburgs

Slide 25 - Quizvraag


Welk dialect is dit?




A
Achterhoeks
B
Drents
C
Gronings
D
Limburgs

Slide 26 - Quizvraag

Maken..
Cursus 4 Taal- § 1 Standaardnederlands
Opdracht 1 en 2
(Opdracht 1 - vraag 5 sla je over en vraag 6 maak je in classroom)

Slide 27 - Tekstslide