Schrijven - betoog les 1

Les 1 - Periode 3 - Nederlands
Lessenserie over argumenteren
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Les 1 - Periode 3 - Nederlands
Lessenserie over argumenteren

Slide 1 - Tekstslide

Deze periode 
Aan het einde van deze periode kun jij benoemen: 
- Hoe een betoog is opgebouwd
- Wat standpunten en argumenten zijn
- Wat tegenargumenten en weerleggingen zijn
- Heb je je eigen betoog geschreven en ingeleverd

Slide 2 - Tekstslide

Doelen van de les 
1. Aan het einde van de les kunnen de studenten hun mening verwoorden over het artikel ‘Dag en nacht naar de opvang, goed idee?’.
2. Aan het einde van de les kunnen de studenten benoemen wat een standpunt is en argumenten zijn.

Slide 3 - Tekstslide

Argumenteren

Slide 4 - Woordweb

Argumenteren
Een goed argument is juist. Dat wil zeggen: het is waar wat je zegt.
Een goed argument is daarnaast geldig: het gaat over het onderwerp van het meningsverschil en niet over iets anders.

Slide 5 - Tekstslide

Wat is een standpunt?
  • Wat je ervan vindt vb: zijn standpunt is dat er meer politie moet komen
  • Hij neemt een ander standpunt in [hij vindt iets anders]
  • Ik sta op het standpunt dat... [ik vind dat]
  • Hij blijft op zijn standpunt staan [blijft bij zijn mening]

(encyclo.nl)

Slide 6 - Tekstslide

Lees onderstaand artikel
https://www.gelderlander.nl/beuningen/dag-en-nacht-naar-de-opvang-goed-idee-als-je-kinderen-hebt-waarom-moeten-ze-dan-altijd-weg~a2d1b33b/?fbclid=IwAR3vXHWwys4i2rSSS21fwif0CGml7lLBv3GCtSaqO10FPmwPoCbKA288ruM

Slide 7 - Tekstslide

Welke argumenten kun jij uit het artikel halen?

Slide 8 - Open vraag

Opdracht
Bespreek met een medestudent of met een groepje medestudent wat je eigen mening is over 24-uurskinderopvang.
Begin met het benoemen van jouw standpunt. Welke argumenten zou jij gebruiken om je mening te onderbouwen?

Slide 9 - Tekstslide

Indicatoren standpunt/argument

Indicatoren van standpunten | Indicatoren van argumenten
- Ik vind dat...                                              - want
- Y is van mening dat...                               - omdat
- de conclusie moet zijn dat...                  - immers
       - het is duidelijk dat...                                          - aangezien
- volgens mij...                                                               - namelijk
  

Slide 10 - Tekstslide

Voorbeeld van standpunt-argument

Slide 11 - Tekstslide

Meervoudige argumentatie

Slide 12 - Tekstslide

Afsluiting les. Doelen behaald?
1. Aan het einde van de les kunnen de studenten hun mening verwoorden over het artikel ‘Dag en nacht naar de opvang, goed idee?’.
2. Aan het einde van de les kunnen de studenten benoemen wat een standpunt is en argumenten zijn.

Slide 13 - Tekstslide