test HA4 NE "het vertellen van verhalen'.

Verhaaltheorie

Zoals Noah Harari treffend schrijft zijn wij als mensen de enige wezens die in staat zijn om verhalen en concepten te bedenken die los staan van de fysieke en biologische realiteit en er ook in te geloven.
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Verhaaltheorie

Zoals Noah Harari treffend schrijft zijn wij als mensen de enige wezens die in staat zijn om verhalen en concepten te bedenken die los staan van de fysieke en biologische realiteit en er ook in te geloven.

Slide 1 - Tekstslide

1. Wat behoort NIET tot de grondelementen van een verhaal?
A
personages
B
tijd
C
gebeurtenissen
D
motieven

Slide 2 - Quizvraag

2. Narratologie betekent:
A
Verhalen vertellen
B
Verhaaltheorie
C
Analyseren van personages
D
Analyseren van motieven

Slide 3 - Quizvraag

3. Een bijpersoon noemt men ook wel een ....
A
round character
B
flat character
C
impliciet karakter
D
expliciet karakter

Slide 4 - Quizvraag

4. Bij impliciete karakterisering spreekt men ook wel van ...
A
showing
B
telling
C
hearing
D
fishing

Slide 5 - Quizvraag

5. Als men spreekt over plot, dan gaat het over .....
A
tijd
B
ruimte
C
gebeurtenissen
D
moraal

Slide 6 - Quizvraag

6. Flashbacks en flash forwards helpen om een chronologisch verband aan te geven.
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quizvraag

7. De verteltijd is de tijd die je nodig hebt om iets te lezen.
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quizvraag

8. De vertelde tijd is de duur van het verhaal.
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quizvraag

9. Met de setting verwijst de narratologie naar ...
A
tijd
B
ruimte
C
ruimte en tijd
D
motieven

Slide 10 - Quizvraag

10. Wat is GEEN vertelperspectief?
A
ik-verteller
B
wij-verteller
C
hij/zij-verteller
D
alwetende verteller

Slide 11 - Quizvraag

11. Een ik-perspectief kan onbetrouwbaar zijn. Het kan immers zijn eigen mening vertellen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

12. Een hij/zij verteller wordt ook wel personale verteller genoemd.
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quizvraag

13. Een alwetende verteller wordt ook wel auctoriale verteller genoemd.
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quizvraag

14. Een alwetend verteller die heel expliciet aanwezig is: dit noemt men neutraal perspectief.
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quizvraag

15. De karakteristieke manier waarop de schrijver de taal gebruikt om zijn/haar verhaal te vertellen.
A
Setting
B
Narratologie
C
Stijl
D
Auctoriaal

Slide 16 - Quizvraag