Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
inchecken proza 13
Inchecken Proza 13
1 / 19
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
In deze les zitten
19 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslide
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Inchecken Proza 13
Slide 1 - Tekstslide
Wat behoort NIET tot de grondelementen van een verhaal?
A
personages
B
tijd
C
gebeurtenissen
D
motieven
Slide 2 - Quizvraag
Narratologie betekent:
A
Verhalen vertellen
B
Verhaaltheorie
C
Analyseren van personages
D
Analyseren van motieven
Slide 3 - Quizvraag
Ik-perspectief
Hij/zij-perspectief
Alwetend perspectief
Wisselend perspectief
Je weet niet wie het verhaal vertelt, het verhaal is in de hij/zij-vorm geschreven.
Meerdere personen krijgen het woord. Verteller is onderdeel van het verhaal.
De verteller staat boven het verhaal, hij doet niet mee. Je leest de beleving vanuit meerdere personages.
Je leest mee vanuit de hoofdpersoon. Je leest over zijn/haar gedachten en gevoelens.
Slide 4 - Sleepvraag
Als men spreekt over plot, dan gaat het over .....
A
tijd
B
ruimte
C
gebeurtenissen
D
moraal
Slide 5 - Quizvraag
De karakteristieke manier waarop de schrijver de taal gebruikt om zijn/haar verhaal te vertellen.
A
Setting
B
Narratologie
C
Stijl
D
Auctoriaal
Slide 6 - Quizvraag
Flashbacks en flash forwards helpen om een chronologisch verband aan te geven.
A
waar
B
niet waar
Slide 7 - Quizvraag
De vertelde tijd is de duur van het verhaal.
A
waar
B
niet waar
Slide 8 - Quizvraag
Een ik-perspectief kan onbetrouwbaar zijn. Het kan immers zijn eigen mening vertellen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quizvraag
Een alwetend verteller die heel expliciet aanwezig is: dit noemt men neutraal perspectief.
A
waar
B
niet waar
Slide 10 - Quizvraag
Bij impliciete karakterisering spreekt men ook wel van ...
A
showing
B
telling
C
hearing
D
fishing
Slide 11 - Quizvraag
Een hij/zij verteller wordt ook wel personale verteller genoemd.
A
waar
B
niet waar
Slide 12 - Quizvraag
Een bijpersoon noemt men ook wel een ....
A
round character
B
flat character
C
impliciet karakter
D
expliciet karakter
Slide 13 - Quizvraag
Een alwetende verteller wordt ook wel auctoriale verteller genoemd.
A
waar
B
niet waar
Slide 14 - Quizvraag
Met de setting verwijst de narratologie naar ...
A
tijd
B
ruimte
C
ruimte en tijd
D
motieven
Slide 15 - Quizvraag
De verteltijd is de tijd die je nodig hebt om iets te lezen.
A
waar
B
niet waar
Slide 16 - Quizvraag
De verteltijd en de vertelde tijd zijn altijd gelijk aan elkaar
ja
nee
Slide 17 - Poll
Wat is GEEN vertelperspectief?
A
ik-verteller
B
wij-verteller
C
hij/zij-verteller
D
alwetende verteller
Slide 18 - Quizvraag
ik-perspectief
personaal perspectief
auctoriaal perspectief
"Volgend jaar ga ik naar de derde klas. Dat lijkt me wel moeilijk!
Volgend jaar gaat Karin naar de derde klas. Ze weet alleen nog niet hoe moeilijk dat gaat worden.
Volgend jaar gaat Karin naar de derde klas. Ze denkt dat het wel moeilijk wordt.
Mara wordt wakker. Ze weet niet waar ze is.
Slide 19 - Sleepvraag
Meer lessen zoals deze
inchecken proza 16
September 2021
- Les met
24 slides
Nederlands
Middelbare school
inchecken proza 14
Oktober 2021
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
Literatuur 16 het adres
November 2024
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Literatuur herhalen 1
24 dagen geleden
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Literatuur 11+12 verhalen
September 2024
- Les met
11 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Literatuur 13 poep
September 2024
- Les met
13 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Literatuur 15 huilbaby
Oktober 2024
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
test HA4 NE "het vertellen van verhalen'.
September 2021
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4