10.1 Je kunt vertellen waar je voedsel vandaan komt en op welke manieren het bewerkt is.
Je kunt beschrijven welke rol bacteriën en schimmels spelen bij voedselbederf.
Je kunt zes manieren noemen waarop voedsel kan worden geconserveerd.
10.2 Je kunt uitleggen wat een voedingsmiddel is.
Je kent zes verschillende groepen voedingsstoffen
Je kent vier functies van voedingsstoffen
Je kunt de functie van een voedingsvezel uitleggen.