Bedrijvend lijdend

Grammatica
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Grammatica

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Bespreken antwoorden fictie 1 tm 6
  • Uitleg bedrijvende/lijdende vorm
  • Maken opdrachten grammatica h3

Slide 2 - Tekstslide

Bedrijvende/lijdende vorm
  • Bedrijvend/actief: een zin waarin het onderwrp de handeling van het werkwoordelijk gezegde verricht. 

  • Lijdend/passief: een zin waarin het onderwerp de handeling ondergaat. 

Slide 3 - Tekstslide

Bedrijvende/lijdende vorm
Anders gezegd...

Bedrijvende vorm: het onderwerp is actief en voert een handeling uit
Lijdende vorm: niet degene die het doet staat centraal, maar wat gedaan wordt 

Slide 4 - Tekstslide

De man koop een scheerapparaat.
A
Bedrijvend
B
Lijdend

Slide 5 - Quizvraag

Het jurkje wordt door Simone gekocht.
A
Bedrijvend
B
Lijdend

Slide 6 - Quizvraag

Volgens mij word ik niet serieus genomen door die docent.
A
Bedrijvend
B
Lijdend

Slide 7 - Quizvraag

De vuilnis wordt iedere woensdag voor 9.00 opgehaald.
A
Bedrijvend
B
Lijdend

Slide 8 - Quizvraag

Het dienstmeisje verschoont de lakens.
A
Bedrijvend
B
Lijdend

Slide 9 - Quizvraag

Is de opdracht nu goed nagekeken?
A
Bedrijvend
B
Lijdend

Slide 10 - Quizvraag

Maken...
Opdracht 1,3,4,5,6 grammatica hoofdstuk 3

Overleggen met degene naast je mag. Oortjes mogen in. 
Kom je er niet uit? Steek je vinger op. 

Slide 11 - Tekstslide