Spelling H4, H5, H6: vragen en antwoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Welkom 2K!

Pak je leesboek er vast bij. 

Deze les...

- Dagopening

- Stil lezen 

- Doelen doornemen

- Spelling H4, H5, H6: Vragen en antwoorden

- Eventueel: Kahoot

Stil lezen

Pak je boek

en ga

lekker lezen.

Lesdoelen

- Ik ben goed voorbereid op de toets Spelling H4, H5, H6.

en/of

- Ik weet wat ik nog moet leren en oefenen 

voor de toets Spelling H4, H5, H6.

Vragen en antwoorden

Op de volgende dia's staan de vragen die jullie hebben gesteld.

Probeer ze eerst zelf te beantwoorden, controleer daarna of je het goed hebt.

(Alleen wanneer je als leerling het antwoord niet kunt weten, staat het er direct bij.)

Vragen en antwoorden

- Moet je uitleggen waarom je -s-, -e- of -en- toevoegt?

- Moet je uitleggen waarom je woorden aan elkaar of los schrijft?

Ja, je moet de theorie uit kunnen leggen. Je krijgt er vragen over. 

Je moet ook van verschillende woorden/samenstellingen kunnen aangeven volgens welke regel ze zijn gevormd.

Leer de regels dus goed uit je hoofd, vooral als je vwo doet.

Vraag (H4)

Wanneer moet je -s- schrijven bij samenstellingen?

Vraag & antwoord (H4)

Wanneer moet je -s- schrijven bij samenstellingen?

Als je in een samenstelling een -s- hoort, schrijf je hem ook.

Als het tweede deel van de samenstelling met een s-klank begint, hoor je de tussen-s niet goed. Vervang dat deel in je hoofd door een ander woord (bijvoorbeeld 'kat' of 'weg'), dan hoor je wél of je een tussen-s moet schrijven.

Vraag (H4)

Hoe bepaal je of je -e- of -en- moet toevoegen als tussenletter in samenstellingen?

Vraag & antwoord (H4)

Hoe bepaal je of je -e- of -en- moet toevoegen als tussenletter in samenstellingen?

Als een woord alléén een meervoud op -en heeft, schrijf je -en- tussen de woorden.

Heeft een woord geen meervoud, is er maar één van, heeft het (ook) een meervoud op -s, is het geen zelfstandig naamwoord (maar bv. een werkwoord) of versterkt het een bijvoeglijk naamwoord, schrijf dan alleen -e-.

Vraag (H5)

Wanneer gebruik je aanhalingstekens?

Vraag & antwoord (H5)

Wanneer gebruik je aanhalingstekens?

Als je zin in de directe rede staat, dus als je letterlijk opschrijft wat iemand zegt.

"Dit is mooi," zei hij.

Hij zei: "Dit is mooi."

"Dit," zei hij, "is mooi."

Bij titels: Lisanne zegt dat "Het Achterhuis" een bijzonder boek is.

Als je het woord zelf bedoelt en niet de betekenis. 

Veel mensen schrijven het woord "barbecue" verkeerd.

Vraag (H6)

Wanneer schrijf je woorden aan elkaar of juist los?

Vraag & antwoord (H6)

Wanneer schrijf je woorden aan elkaar of juist los?

Samenstellingen schrijf je aan elkaar. Ze hebben één klemtoon (één lettergreep die de nadruk krijgt).

- Samenstellingen van drie woorden of minder.

- Woorden die gemaakt zijn van er, hier, daar of waar met een voorzetsel.

- Getallen met honderd en duizend.

- Samengestelde werkwoorden

- Veel samengestelde bijvoeglijk naamwoorden met een deelwoord als tweede deel: veeleisend, dichtbevolkt, stomverbaasd

Vraag (H4, H5, H6)

Waar staan de moeilijke woorden die ik moet leren?

Vraag (H4, H5, H6)

Waar staan de moeilijke woorden die ik moet leren?

Spelling H4: opdracht 4

Spelling H5: opdracht 3

Spelling H6: opdracht 3

Gebruik het antwoordenboek om de correcte spelling te controleren.

Vraag (ww-spelling)

Hoe vind je de persoonsvormen in samengestelde zinnen?

Vraag & antwoord (ww-spelling) 

Hoe vind je de persoonsvormen in samengestelde zinnen?

Verander de zin van tijd. Alle werkwoorden die veranderen, zijn persoonsvormen.

Vraag (ww-spelling)

Wat zijn de lastige werkwoordsvormen?

Vraag & antwoord (ww-spelling)

Wat zijn de lastige werkwoordsvormen?

Veel mensen vinden werkwoorden die eindigen op -den of -ten lastig, omdat ze in de verleden tijd -dden of -tten kunnen krijgen.

Schrijf altijd éérst de ik-vorm op en plak er daarna -de(n) of -te(n) achter.

Vraag & antwoord (ww-spelling)

Wilt u alle werkwoordspelling herhalen?

Helaas, dat gaat niet in een paar minuten.

Een superkorte samenvatting kan wel.

Neem voor de volledigheid de gedeelde LessonUps door.

Werkwoordspelling

Bepaal of je te maken hebt met een pvtt, pvvt of vd.

- Pvtt: ik-vorm, ik-vorm+t of het hele werkwoord (wij-vorm)

- Pvvt zwak: ik-vorm+de(n) of ik-vorm+te(n)

- Pvvt sterk: schrijf op wat je hoort

- Vd: maak het woord langer om te horen of je -d of -t schrijft

Pvvt zwak en vd: gebruik KoFSCHiPTaXi of 'T SeXy FoKSCHaaP.

Zijn je vragen beantwoord?

Kahoot

Log in met je eigen naam.