In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Thema 1 herhaling vwo
Slide 1 - Tekstslide
Welke stof ontstaat bij fotosynthese?
A
Energie
B
Koolstofdioxide
C
Water
D
Glucose
Slide 2 - Quizvraag
Wanneer zullen planten de meeste glucose aanmaken door middel van fotosynthese?
A
Gedurende de nacht
B
Op een bewolkte dag
C
Op een onbewolkte dag
Slide 3 - Quizvraag
Waar in de cel wordt glucose afgebroken?
A
In de bladgroenkorrels
B
In de mitochondriën
Slide 4 - Quizvraag
Uit zaden komen kleine kiemplantjes. Deze plantjes hebben voor de verdere groei energie nodig.
Waar haalt het kiemplantje deze energie vandaan?
A
Van het licht dat op het kiemplantje valt
B
Van het water die het kiemplantje uit de bodem opneemt
C
Van koolstofdioxide dat in de lucht zit
D
Uit de glucose die het plantje door middel van fotosynthese zelf aanmaakt
Slide 5 - Quizvraag
.......... slaan de energie uit zonlicht op in glucose.
.......... breken de glucose af.
Bladgroenkorrels
Mitochondriën
Slide 6 - Sleepvraag
Wat is de meest gebruikte brandstof voor verbranding in een cel?
A
Koolstofdioxide
B
Water
C
Glucose
Slide 7 - Quizvraag
Wanneer heeft je lichaam de meeste energie nodig?
A
Tijdens het eten
B
Tijdens het slapen
C
Tijdens het wandelen
D
Tijdens het zwemmen
Slide 8 - Quizvraag
Welke twee stoffen ontstaan er bij de verbranding in een cel?
A
Glucose
B
Koolstofdioxide
C
Water
D
Zuurstof
Slide 9 - Quizvraag
Tijdens lichamelijke inspanning vindt in de spieren verbranding van glucose plaats.
Welke energieovergang vindt dan in iedere geval in de spieren plaats?
De ..... uit ..... gaat over in ..... en .....
warmte
glucose
beweging
energie
Slide 10 - Sleepvraag
Wat gebeurt er met de lichaamstemperatuur van een koudbloedig dier als deze wakker gemaakt wordt uit zijn winterslaap?
A
Stijgt
B
Daalt
Slide 11 - Quizvraag
Wat gebeurt er met de ademhaling van een koudbloedig dier als deze wakker wordt gemaakt uit zijn winterslaap?
A
Sneller
B
Langzamer
Slide 12 - Quizvraag
Slijmproducerende cel
Slijmlaag
Bloedvat
Trilhaarcel
Slide 13 - Sleepvraag
In de afbeelding is een dwarsdoorsnede van de luchtpijp en de slokdarm van een mens schematisch getekend.
Met welk cijfer is de luchtpijp aangegeven in de afbeelding?
A
Nummer 1
B
Nummer 2
C
Nummer 3
Slide 14 - Quizvraag
In de afbeelding is een doorsnede van de keelholte schematisch getekend. Enkele delen zijn met letters aangegeven. De huig en het strotklepje zijn in twee standen weergegeven.
Wat gebeurt er als je je verslikt? Waardoor wordt dit veroorzaakt?
A
Voedsel in deel P, doordat de huig verkeerd staat.
B
Voedsel in deel P, doordat het strotklepje verkeerd staat.
C
Voedsel in deel Q, doordat de huig verkeerd staat.
D
Voedsel in deel Q, doordat het strotklepje verkeerd staat.
Slide 15 - Quizvraag
In de afbeelding zijn twee typen longen schematisch getekend.
Bij welk type zal per minuut de meeste zuurstof kunnen worden opgenomen? En waardoor komt dit?
A
Bij type 1, want dat bevat de meeste lucht.
B
Bij type 1, want daar is het uitwisselingsoppervlak het grootst.
C
Bij type 2, want dat bevat de meeste lucht.
D
Bij type 2, want daar is het uitwisselingsoppervlak het grootst.
Slide 16 - Quizvraag
Maak de zin kloppend.
De lucht die je uitademt, bevat ............. zuurstof,
............. koolstofdioxide, en ............. waterdamp dan de lucht die je inademt.
meer
meer
minder
Slide 17 - Sleepvraag
In afbeelding 2 is een deel van het ademhalingsstelsel van de mens schematisch getekend.
Het zuurstofgehalte bij inademing is het laagst bij deel ...
A
1
B
2
C
3
Slide 18 - Quizvraag
In afbeelding 2 is een deel van het ademhalingsstelsel van de mens schematisch getekend.
Het koolstofdioxidegehalte bij inademing is het laagst bij deel ...
A
1
B
2
C
3
Slide 19 - Quizvraag
In welke richting bewegen de ribben en het borstbeen bij een normale inademing? En in welke richting beweegt het middenrif?
A
Ribben en borstbeen omhoog, middenrif omhoog.
B
Ribben en borstbeen omhoog, middenrif omlaag.
C
Ribben en borstbeen omlaag, middenrif omhoog.
D
Ribben en borstbeen omlaag, middenrif omlaag.
Slide 20 - Quizvraag
Bij een persoon beweegt het middenrif naar boven.
1. Wordt hierdoor de borstholte groter of kleiner? 2. Heeft dit inademing of uitademing tot gevolg?
A
1. Groter
2. Inademing
B
1. Groter
2. Uitademing
C
1. Kleiner
2. Inademing
D
1. Kleiner
2. Uitademing
Slide 21 - Quizvraag
Bij de ademhaling zet de borstkas uit doordat:
A
De borstkas groter wordt gemaakt door de tussenribspieren aan te spannen.
B
De borstkas groter wordt gemaakt door de tussenribspieren te ontspannen.
C
De borstkas groter wordt gemaakt doordat de lucht de longen in stroomt.
Slide 22 - Quizvraag
Welk bestanddeel van rook beschadigt de binnenkant van de longen?
A
Nicotine
B
Rook
C
Teer
D
Koolstofmono-oxide
Slide 23 - Quizvraag
Wat kun je doen om te voorkomen dat de hoeveelheid koolstofdioxide in het klaslokaal toeneemt?
A
Lange tijd in het klaslokaal blijven zitten
B
Ramen sluiten
C
Ramen openen
Slide 24 - Quizvraag
Waar is een hooikoortspatiënt speciaal allergisch voor?
A
Huidschilfers van dieren
B
Huisstof
C
Sigarettenrook
D
Stuifmeelkorrels
Slide 25 - Quizvraag
Welke overeenkomst is er tussen astma en COPD?
Slide 26 - Open vraag
Wat is vaak de oorzaak dat mensen COPD krijgen?
Slide 27 - Open vraag
Sleep het juiste ademhalingsorgaan naar het juiste organisme.
Longen
Tracheeën
Celmembraan
Kieuwen
Slide 28 - Sleepvraag
Sleep het juiste ademhalingsonderdeel naar het juiste organisme.
Vogel
Vis
Insect
Eencellige
Stigma's
Celmembraan
Luchtzak
Kieuwplaatjes
Slide 29 - Sleepvraag
Welk bestandsdeel in de rook van sigaretten is kankerverwekkend?
A
Nicotine
B
Teer
C
Koolstofmono-oxide
D
Tabak
Slide 30 - Quizvraag
Welk deel van het strottenhoofd kunnen mannen in hun hals voelen als de 'adamsappel'?
A
Stembanden
B
Stemspleet
C
Schildkraakbeen
D
Tongbeen
Slide 31 - Quizvraag
Op welke manier ontstaat geluid in het strottenhoofd?
Slide 32 - Open vraag
Hoe wordt het geluid omgezet in herkenbare klanken?
A
Door de stand van de tong
B
Door de stand van de tanden en lippen
C
Door de vorm van de mondholte
Slide 33 - Quizvraag
Succes met leren!
Vergeet maandag niet je boekje met alle opdrachten gemaakt + DUIDELIJK nagekeken in te leveren voor 0,5 gratis op je cijfer