Bij het vergroten (of verkleinen) van een vlak figuur deel je een maat van het beeld (bijvoorbeeld de lengte) door het origineel (daarvoor neem je dan ook de lengte).
Het getal wat uit deze deling komt heet de vergrotingsfactor
Vergrotingsfactor = 4 : 8 = 0,5
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2
In deze les zitten 13 slides, met tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Weet je nog?
Bij het vergroten (of verkleinen) van een vlak figuur deel je een maat van het beeld (bijvoorbeeld de lengte) door het origineel (daarvoor neem je dan ook de lengte).
Het getal wat uit deze deling komt heet de vergrotingsfactor
Vergrotingsfactor = 4 : 8 = 0,5
Slide 1 - Tekstslide
Gelijkvormig
Als je een figuur gaat vergroten dan vergroot je alle zijden met dezelfde vergrotingsfactor, de hoeken blijven echter even groot.
ABC is gelijkvormig aan DEF
Je schrijft:
ABC ~ DEF
Slide 2 - Tekstslide
Gelijkvormigheid
In de 2 driehoeken hiernaast is sprake van gelijkvormigheid.
Dit is te zien aan de tekentjes in de hoeken.
hoek L = hoek R
hoek K = hoek Q
hoek M = hoek P
Slide 3 - Tekstslide
Gelijkvormigheid
Driehoek KLM ~ QRP
QR is een vergroting van KL
RP is een vergroting van LM
QP is een vergroting van KM
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Berekenen gelijkvormige driehoeken
Bereken de lengte van de zijden PR en QR
Kijk of de driehoeken gelijkvormig zijn.
hoek A = hoek Q
hoek B = hoek R
hoek C = hoek P
ABC ~ QRP
Slide 6 - Tekstslide
Gelijkvormige driehoeken berekenen
Schrijf de driehoeken in een verhoudingstabel zoals hiernaast weergegeven.
Vul alle zijden in die je weet en je ziet dat je van 2 zijden allebei de maten kent. Dan is het een kwestie van delen.
Vergrotingsfactor = 0,5
QR = 40 x 0,5 =20
RP = 50 x 0,5 = 25
Slide 7 - Tekstslide
0
Slide 8 - Video
Digitale opgaven
Maak de opgaven van paragraaf 8.2 in Getal en Ruimte.