Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Kader 2 H6
H6 Vergroten & verkleinen
1 / 28
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Wiskunde
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
In deze les zitten
28 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
3 videos
.
Lesduur is:
15 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
H6 Vergroten & verkleinen
Slide 1 - Tekstslide
§6.1 Vergrotingsfactor
Als je iets wilt vergroten wil dit zeggen dat je
ALLE
maten van een figuur vergroot.
Belangrijke begrippen:
Origineel
(oud) en
beeld
(nieuw).
Vergrotingsfactor = lengte beeld : lengte origineel
Slide 2 - Tekstslide
Voorbeeld
AB = 2 cm (origineel)
A'B' = 3 cm (beeld)
vergrotingsfactor = 3 : 2 = 1,5
Vergrotingsfactor = lengte beeld : lengte origineel
Slide 3 - Tekstslide
Vergrotingsfactor
Bereken de vergrotingsfactor.
Het 1e plaatje is het origineel.
4,5 : 3 = 1,5
De vergrotingsfactor is dus 1,5
Vergrotingsfactor = lengte beeld : lengte origineel
Slide 4 - Tekstslide
Verkleinen
(= vergroten)
Bij het verkleinen van een figuur heb je ook te maken met een origineel en een beeld.
Om de 'vergrotings'factor te bepalen gebruik je dezelfde formule:
beeld : origineel
4 : 8 = 0,5
Je vergrotingsfactor = 0,5
Slide 5 - Tekstslide
Verkleining
In de vorige opdracht was de uitkomst 0,5.
Dit is kleiner dan 1, dat betekent dus dat de figuur kleiner wordt, dat zie je ook in het beeld.
Dus...... een verkleining noem je een vergroting, omdat de vergrotingsfactor kleiner is dan 1.
Slide 6 - Tekstslide
Kopieerapparaat
100 % = vergrotingsfactor 1 (plaatje blijft gelijk).
50 % = vergrotingsfactor 0,5 (plaatje wordt 2 keer zo klein).
200 % = vergrotingsfactor 2 (plaatje wordt 2 keer zo groot).
Percentage : 100 = vergrotingsfactor.
Slide 7 - Tekstslide
8.2 Gelijkvormige driehoeken
Slide 8 - Tekstslide
Gelijkvormig
Als je een figuur gaat vergroten dan blijven de hoeken even groot.
Dat heet
gelijkvormig
.
driehoek ABC is gelijkvormig aan driehoek DEF
ABC
~
DEF
Δ
Δ
Slide 9 - Tekstslide
Gelijkvormige driehoeken
In de 2 driehoeken hiernaast zijn
gelijkvormig
.
Dit is te zien aan de tekentjes in de hoeken.
hoek L = hoek R
hoek K = hoek Q
hoek M = hoek P
Slide 10 - Tekstslide
Gelijkvormig
KLM ~ QRP
Zijden driehoek:
QR is een vergroting van KL
RP is een vergroting van LM
QP is een vergroting van KM
Δ
Δ
Slide 11 - Tekstslide
Berekenen gelijkvormige driehoeken
Bereken de lengte van de zijden PR en QR.
Kijk of de driehoeken gelijkvormig zijn.
hoek A = hoek Q
hoek B = hoek R
hoek C = hoek P
ABC ~ QRP
Δ
Δ
Slide 12 - Tekstslide
Gelijkvormige driehoeken berekenen
Maak een verhoudingstabel!
Vul alle zijden in die je weet en je ziet dat je van 2 zijden allebei de maten kent.
Dan is het een kwestie van delen.
15 : 30 = 0,5
Vergrotingsfactor
= 0,5
QR = 40 x 0,5 =20
RP = 50 x 0,5 = 25
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
Welke hoek is even groot als hoek A?
A
B
B
D
C
E
D
F
Slide 15 - Quizvraag
Welke hoek is even groot als
hoek C?
A
B
B
D
C
E
D
F
Slide 16 - Quizvraag
Welke hoek is even groot als hoek B?
A
C
B
D
C
E
D
F
Slide 17 - Quizvraag
Slide 18 - Video
Slide 19 - Video
Wat is de afmeting van EF?
A
26 mm
B
9,75 mm
C
17,33 mm
D
19,25 mm
Slide 20 - Quizvraag
8.1: Vergrotingsfactor
Ook kun je foto's verkleinen.
Je blijft dan spreken over een
vergrotingsfactor
.
Ook reken je dit op dezelfde manier uit.
Bij een vergroting is de vergrotingsfactor groter dan 1
Bij een verkleining is de vergrotingsfactor kleiner dan 1
Wat betekent het als de vergrotingsfactor precies 1 is?
Als een kopieerapparaat op 50% staat, dan is de vf = 0,5.
Is dit een vergroting of verkleining?
Hoeveel is de vf bij 150%? Is dit een vergroting of verkleining?
Slide 21 - Tekstslide
8.3
Oppervlakte en inhoud vergroten
Slide 22 - Tekstslide
Vergrotingsfactor
Bereken de vergrotingsfactor.
4,5 : 3 = 1,5
De vergrotingsfactor is dus 1,5
Vergrotingsfactor = lengte beeld : lengte origineel
Slide 23 - Tekstslide
Oppervlakte beeld
De vergrotingsfactor is 1,5
Opp. origineel = 15 cm
Opp. beeld
= 1,5 x 15 = 33,75 cm
Oppervlakte beeld = vergrotingsfactor x oppervlakte origineel
2
2
2
2
Slide 24 - Tekstslide
Kopieerapparaat
100 % = vergrotingsfactor 1 (plaatje blijft gelijk).
50 % = vergrotingsfactor 0,5 (plaatje wordt 2 keer zo klein).
200 % = vergrotingsfactor 2 (plaatje wordt 2 keer zo groot).
Percentage : 100 = vergrotingsfactor.
Slide 25 - Tekstslide
herhaling van de theorie van 7.1
Regelmaat =
betekent elke keer hetzelfde
Regelmaat betekent dat er bij elke "
stap
" hetzelfde gebeurt.
bij bovenstaande tabel is de regelmaat:
er komt €15,00
elke maand
bij.
Slide 26 - Tekstslide
Heeft deze tabel
regelmaat?
A
ja
B
nee
Slide 27 - Quizvraag
Als deze tabel regelmaat
heeft wat is de regelmaat
dan?
A
de tabel heeft geen regelmaat
B
elk uur gaat er 3 cm af.
Slide 28 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Vergroten en verkleinen 2A, 2B en 2C
Mei 2022
- Les met
22 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
2KT hOOFDSTUK 6
Maart 2022
- Les met
21 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 2
Kader 3 H5 Kijken en redeneren
November 2019
- Les met
27 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Kader 2 H8
April 2020
- Les met
41 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Kader 2 H8
Juni 2019
- Les met
35 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Kader 2 H8
Mei 2020
- Les met
25 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Kader 2 H6
Maart 2022
- Les met
20 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
K2, H9, par 2 en 3: vergrotingsfactor en gelijkvormige driehoeken
Mei 2020
- Les met
38 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2