H2 Les 4 (in / naar) (passé composé)

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

In/ naar voor landen en steden

De passé composé met avoir

Doordenkertje...

Waarom zeg je....???

En France          in / naar Frankrijk

Au Maroc           in / naar Marokko

Aux Pays-Bas  in / naar Nederland

À Pijnacker        in / naar Pijnacker

Leerdoelen

1. Je weet hoe je de voorzetsels IN /NAAR vertaalt in combinatie met een aardrijkskundige naam
2. Je kunt de passé composé met avoir maken

Programma

1. Terugblik vorige les en hw nakijken

2. Herhalen werkwoord avoir

3. Uitleg passé composé (maak aantekeningen!)

4. En oefenen maar!

Vul in. Kies uit: à / au / aux / en

Mes parents sont .....France.

Vul in. Kies uit: à / au / aux / en

Ma soeur et moi nous sommes ...Japon.

Vul in. Kies uit: à / au / aux / en

...Italie, il y a deux grands volcans, L'Etna et le Vésuve.

Vul in. Kies uit: à / au / aux / en

Mon père travaille ...Etats-Unis.

Vul in. Kies uit: à / au / aux / en

J'habite ... Pijnacker.

Vul in. Kies uit: à / au / aux / en

J'habite ... Pays-Bas.

Vul in. Kies uit: à / au / aux / en

J'habite ... Europe.

Chapitre 1 opdracht 7

1 en Finlande

2 au Danemark

3 en Espagne

4 aux Pays-Bas / à Amsterdam

5 en Italie / à Rome

6 à Paris

Chapitre 1 opdracht 8

1 Le Canada > Je vais au Canada

2 L'Italie > Je vais en Italie

3 L'Angleterre > Je vais en Angleterre

4 La Suisse > Je vais en Suisse

5 Les Etats-Unis > Je vais aux Etats-Unis

6 Les Pays-Bas > Je vais au Pays-Bas

Neem deze aantekeningen over in je schrift

Zet in de juiste vorm:
Jij hebt geluisterd (écouter)

Zet in de juiste vorm:
Wij hebben gepraat (parler)

Zet in de juiste vorm:
Zij heeft gedanst (danser)

Zet in de juiste vorm:
Zij (m) hebben gezongen (chanter)

Zet in de juiste vorm:
Hij heeft gegeven (donner)

Evaluatie 1

Je zou dit nu moeten kunnen...

Ik woon in Nederland.

Ik ga naar Frankrijk.

Zij gaat naar Japan.

Hij woont in Parijs.

Evaluatie 2

Je zou dit nu moeten kunnen...

J'habite aux Pays-Bas.

Je vais en France.

Elle va au Japon.

Il habite à Paris.

Les devoirs 

Leren:

Avoir en de passé composé (dit zijn de aantekeningen in je schrift)

Maken: 

Opdracht passé composé met avoir