week 3, uitdrukkingen, letterlijk en figuurlijk,

Huiswerk nakijken

Pagina 122 boek B 
opdracht 4






1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Huiswerk nakijken

Pagina 122 boek B 
opdracht 4






Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

        
       Fictie

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • je weet wat letterlijk en figuurlijk taalgebruik is. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Start

 Spelen met taal





Pagina 119 boek B, opdracht 2 A en B

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoek de uitdrukking 
Pagina 121 boek B 
opdracht 3 A en C



De gedichten lezen we samen.



Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Letterlijk en figuurlijk taalgebruik

Wat gebeurt er als je spreekwoorden letterlijk neemt? 



https://youtu.be/gHfZvSoqBpA





Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Taal waarmee je precies bedoelt wat er staat; 

- Marlou praat graag met haar klasgenoten.
 
- Ensar en Kevin zijn net jarig geweest. 
Letterlijk taalgebruik 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Taal waarmee je iets anders bedoelt dan wat er staat; 

 Spreekwoorden, uitdrukkingen en gezegdes zijn figuurlijk taalgebruik. Er wordt vaak een beeld (figuur) gebruikt.
Figuurlijk taalgebruik 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Letterlijk of figuurlijk?

Een stalen gezicht.
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Figuurlijk of letterlijk?
Hij moet een schop onder zijn kont hebben.
A
figuurlijk
B
letterlijk

Slide 11 - Quizvraag

Betekent: ik ben er kapot van 
Letterlijk of figuurlijk?

Zachte boter
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

"Ik doe een moord voor een kaassoufflé!"
A
Figuurlijk
B
Letterlijk

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

LETTERLIJK
FIGUURLIJK

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

p. 127 boek B

opdracht 7 (oefening letterlijk en figuurlijk)


https://youtu.be/gHfZvSoqBpA





Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Verder gaan met sheets maken pagina 134 "gedichten herkennen". 




Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In welke tijd speelt het verhaal zich af?

(omgeving, gewoontes, eten, kleding etc)

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik weet wat beoordelingswoorden zijn.

A
ja
B
nee

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik weet hoe ik andere tijden kan herkennen?
A
ja
B
nee

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik weet dat er verschillende soorten verhalen zijn.
A
ja
B
nee

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies