2.3 + 2.4

Concurrentiepositie:
is hoe jouw producten of diensten zijn in vergelijking met andere merken.

Prijs
Kwaliteit
Service

Hoe beter jouw concurrentiepositie is hoe hoger je afzet (aantal stuks dat je verkoopt) zal zijn
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Concurrentiepositie:
is hoe jouw producten of diensten zijn in vergelijking met andere merken.

Prijs
Kwaliteit
Service

Hoe beter jouw concurrentiepositie is hoe hoger je afzet (aantal stuks dat je verkoopt) zal zijn

Slide 1 - Tekstslide

Concurrentiepositie
  • Als je veel personeel hebt dan heb je veel loonkosten.
  • Om ook nog winst te hebben moet je de verkoopprijs verhogen. Dit is slecht voor je concurrentiepositie

Slide 2 - Tekstslide

Werkgelegenheid
Bedrijven willen winst en dat heeft invloed op de werkgelegenheid (de vraag naar arbeid)

Slide 3 - Tekstslide

Concurrentiepositie verbeteren
  • bedrijfskosten verlagen
  • investeren moderne machines (arbeidsproductiviteit stijgt, loonkosten dalen)
  • bedrijfstijdverlenging (werkgelegenheid stijgt)
  • arbeidsduurverkorting (werkgelegenheid stijgt)

Slide 4 - Tekstslide

Werktijdverlenging
In sommige gevallen is het goed dat je meer medewerkers in dienst neemt. Je kunt ook dezelfde aantal medewerkers meer laten werken.

Voorbeeld:
Garage Do-it repareert tussen 9.00 en 17.00 auto's. De garage huurt voor 1500 euro een garageruimte en heeft vier medewerkers. De eigenaar merkt dat het drukker wordt en wilt geen nee verkopen. Hij verlengt de bedrijfstijd met 10 uur per week.

Slide 5 - Tekstslide

Hoe creëer je meer werkgelegenheid?
  •  ADV --> ArbeidsDuurVerkorting
 Het werk wordt verdeeld over meerdere mensen, zodat dus ook meerdere mensen een baan hebben en dus geen of een gedeeltelijke uitkering.

kosten per product blijft gelijk

Slide 6 - Tekstslide

De Conjunctuur
Klas 4
Economie
Paragraaf 2.4

Slide 7 - Tekstslide

Conjunctuur: 
Vraagzijde van de Economie

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

Bestedingen
Besteden is een ander woord voor geld uitgeven aan producten of diensten.
Bestedingen = uitgaven van een bepaalde groep

Er zijn 4 groepen waarin we bestedingen onder verdelen, namelijk:
  1. Consumenten
  2. Bedrijven (investeringen)
  3. Overheid 
  4. Export



Slide 11 - Tekstslide

Laagconjunctuur
Er zijn 4 groepen waarin we bestedingen onder verdelen, namelijk:
  • Consumenten
  • Bedrijven (investeringen)
  • Overheid
  • Export

Als een bedrijf geld verdient aan een of meerdere van de 4 bovenstaande bestedingen dan is het belangrijk voor dit bedrijf dat die bestedingen hoog blijven.

In een laagconjunctuur zijn de bestedingen in deze 4 groepen lager dan normaal.

Slide 12 - Tekstslide

Laag conjunctuur


Weinig bestedingen
Minder werk
Minder productie
Hogere werkloosheid

Hoog conjunctuur


Hogere bestedingen
Meer werk
Meer productie
Lagere werkloosheid

Slide 13 - Tekstslide

Vicieuze cirkel
Minder inkomen
Minder bestedingen
Minder productie
meer werkloosheid

Slide 14 - Tekstslide

Zet onderstaande oorzaken/gevolgen in de juiste volgorde. Begin met Laagconjunctuur
1
2
3
4
Laagconjunctuur
werkgelegenheid daalt
weinig investeringen
weinig consumptie

Slide 15 - Sleepvraag

Zet onderstaande oorzaken/gevolgen in de juiste volgorde. Stel het consumentenvertrouwen daalt, dan ....
1
2
3
4
mensen gaan meer sparen, dus minder uitgeven
minder werkgelegenheid
minder vraag naar producten/diensten
minder productie

Slide 16 - Sleepvraag

Zet onderstaande oorzaken/gevolgen in de juiste volgorde. En laat zien: WERKLOOSHEID LEIDT TOT WERKLOOSHEID
1
2
3
4
geven minder uit, dus minder vraag
werkgelegenheid daalt, dus werkloosheid stijgt
werklozen hebben lagere koopkracht (uitkering is lager dan loon)
productie daalt

Slide 17 - Sleepvraag

Hoogconjunctuur
--> veel vraag naar producten  --> prijs stijgt
  --> oververhitting van de economie

Slide 18 - Tekstslide

Zet onderstaande oorzaken/gevolgen in de juiste volgorde. Er is prak van een Hoogconjunctuur: Zet de gevolgen hiervan in de goede volgorde. Dit is het gevaar van de: Loon/prijsspiraal
1
2
3
4
5
loonkosten stijgen
prijzen stijgen
prijzen stijgen
deze kosten worden doorberekend in de prijs
koopkracht daalt, dus werknemers willen loonsverhoging

Slide 19 - Sleepvraag

Wat doet de overheid om de economie te verbeteren?
  1. Overheidsbestedingen verhogen
  2. Rente op leningen verlagen

Hoe werkt dit?
  • De overheid gaat meer wegen vernieuwen, bouwen, leningen geven etc.
  • Als de rentes laag zijn gaan mensen minder sparen en dus meer uitgeven. 
  • Ook gaan mensen dan meer lenen, want de rente is toch laag!










Slide 20 - Tekstslide

Maken
2.1: 1 t/m 6
2.2: 1, 2, 7, 9, 10
2.3: 1 t/m 5, 10
2.4: 5 en 6
2.5: 1 t/m 5
2.6: 6 t/m 8
2.7: 6 en 7

Slide 21 - Tekstslide