Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Thema 3 Stofwisseling BS2 les 2
Stofwisseling
Skeleton Kimberley Bos
1 / 38
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
In deze les zitten
38 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
3 videos
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Stofwisseling
Skeleton Kimberley Bos
Slide 1 - Tekstslide
Vandaag
- Wat weet je nog?
- Hoe fungeert ATP als energiedrager?
- Je kunt bouw en werking van enzymen beschrijven
- Je weet welke milieufactoren invloed hebben op enzymactiviteit
Slide 2 - Tekstslide
Wat weet je nog?
1. Noem drie organische stoffen
2. Welke andere moleculen kunnen naast ATP ook energie dragen?
Slide 3 - Tekstslide
organisch en anorganisch
* groot
* bevat C, H, O
* ontstaan uit assimilatie
* klein
*
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Energiedragers
Welke andere moleculen kunnen, naast ATP, energie dragen?
ADP
NAD+
NADP+
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
de vorming van ATP
functie ATP: energiedrager
Slide 9 - Tekstslide
Energiedragers
Welke andere moleculen kunnen, naast ATP, energie dragen?
Gebruik je boek en Binas tabel 67L
Slide 10 - Tekstslide
ATP als 'oplaadbare batterij'
Slide 11 - Tekstslide
ATP is de universele energieleverancier
Slide 12 - Tekstslide
Bs 2 Enzymen
Slide 13 - Tekstslide
Welke enzymen ken je?
Slide 14 - Woordweb
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Video
Slide 17 - Tekstslide
Elk enzym heeft dus zijn eigen functie:
Splitsend enzym
: hydrolyse m.b.v. water
Opbouwend enzym
: condensatiereactie
Slide 18 - Tekstslide
Opdracht
Zoek op wat de volgende termen betekenen:
cofactor
apo-enzym
co-enzym
ATPase/ATP
Slide 19 - Tekstslide
Cofactor
Bindt op bindingsplaats substraat, waardoor substraat kan binden aan enzym
Het enzym wordt dan apo-enzym genoemd
Als cofactor een organische stof is wordt het co-enzym genoemd
Co-enzymen: Bv. vitaminen en ATP
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Werking enzymen
Cofactor: een speciaal ion of molecuul die nodig is voor de werking van een enzym
Apo-enzym: het eigenlijke enzymmolecuul wanneer cofactor nodig is
Co-enzym: wanneer de cofactor een organische stof is (vitaminen en ATP)
ATP kan dus zowel substraat als co-enzym zijn (bv. Na+/K+-pomp)
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Enzymactiviteit
de mate waarin een enzym een reactie versnelt
Afhankelijk van:
Temperatuur
pH
Concentratie deelnemende stoffen
Activatoren en remstoffen
Slide 24 - Tekstslide
Optimum temperatuur
Slide 25 - Tekstslide
Optimum pH
Slide 26 - Tekstslide
pH in het maag-darmkanaal
Slide 27 - Tekstslide
Regulering van stofwisseling
Activatoren
:
sommige hormonen
en medicijnen
Remstoffen
:
zware metalen (lood en
cadmium)
Slide 28 - Tekstslide
Enzymatische reacties
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Video
Wat is autotroof en heterotroof?
A
gebruikt CO2 en stoot het niet uit/verbruikt geen CO2 en stoot wel uit
B
kan uit organische stoffen energie halen/kan uit anorganische stoffen organische stoffen maken
C
kan uit anorganische stoffen organische stoffen maken/kan dat niet
D
heeft geen zuurstof nodig/heeft wel zuurstof nodig
Slide 31 - Quizvraag
gebruik BINAS 67L
Van welke dragermoleculen is AMP een bestanddeel?
A
NADH+
B
NADPH,H+
C
NADH,H+
D
NADPH+
Slide 32 - Quizvraag
Wat heeft een enzym altijd nodig om een product te maken?
A
co-enzym
B
eiwit
C
fotosynthese
D
substraat
Slide 33 - Quizvraag
Wat betekent het dat een enzym substraatspecifiek is?
A
Een enzym kan maar één type substraat produceren
B
Een enzym kan maar één type substraat omzetten
C
Een enzym heeft maar één actief centrum
D
Een enzym wordt geactiveerd door één specifiek substraat
Slide 34 - Quizvraag
Enzymeigenschappen
Welke uitspraak over enzymen is juist?
A
Het apo-enzym bepaalt de substraatspecificiteit.
B
Het apo-enzym is een metaalion of een vitamine.
C
Het co-enzym bepaalt de substraatspecificiteit.
D
Het co-enzym is het eigenlijke enzym.
Slide 35 - Quizvraag
De maximumtemperatuur van een enzym vertelt je...
A
...bij welke temperatuur het enzym kapot gaat
B
...bij welke temperatuur het enzym gaat werken
C
...bij welke temperatuur het enzym het beste werkt
D
geen van genoemde antwoorden
Slide 36 - Quizvraag
Hoe heet het proces waarbij een eiwit zijn ruimtelijke structuur verliest door bijvoorbeeld te hoge temperatuur?
Slide 37 - Open vraag
Slide 38 - Video
Meer lessen zoals deze
3.1 chemie in cellen 3.2 Enzymen
Februari 2024
- Les met
31 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
Basisstof 2
November 2022
- Les met
18 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
Thema 3 Stofwisseling BS2 les 2
November 2022
- Les met
23 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
TH 3 Stofwisseling B2 Enzymen
September 2024
- Les met
29 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
T3B2 enzymen
September 2021
- Les met
50 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
Thema 3 Stofwisseling BS2 les 2
Februari 2024
- Les met
14 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
V5 Thema 3 Stofwisseling B2 Enzymen
November 2023
- Les met
28 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
V5 Thema 3 Stofwisseling B2 Enzymen
Januari 2021
- Les met
27 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5