Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Thema 3 Stofwisseling BS2 les 2
1 / 23
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
In deze les zitten
23 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
3 videos
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Welke enzymen ken je?
Slide 2 - Woordweb
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
Slide 5 - Tekstslide
Elk enzym heeft dus zijn eigen functie:
Splitsend enzym
: hydrolyse m.b.v. water
Opbouwend enzym
: condensatiereactie
Slide 6 - Tekstslide
Opdracht
Zoek op wat de volgende termen betekenen:
cofactor
apo-enzym
co-enzym
ATPase/ATP
Slide 7 - Tekstslide
Cofactor
Bindt op bindingsplaats substraat, waardoor substraat kan binden aan enzym
Het enzym wordt dan apo-enzym genoemd
Als cofactor een organische stof is wordt het co-enzym genoemd
Co-enzymen: Bv. vitaminen en ATP
Slide 8 - Tekstslide
Werking enzymen
Cofactor: een speciaal ion of molecuul die nodig is voor de werking van een enzym
Apo-enzym: het eigenlijke enzymmolecuul wanneer cofactor nodig is
Co-enzym: wanneer de cofactor een organische stof is (vitaminen en ATP)
ATP kan dus zowel substraat als co-enzym zijn (bv. Na+/K+-pomp)
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Enzymactiviteit
de mate waarin een enzym een reactie versnelt
Afhankelijk van:
Temperatuur
pH
Concentratie deelnemende stoffen
Activatoren en remstoffen
Slide 11 - Tekstslide
Optimum temperatuur
Slide 12 - Tekstslide
Optimum pH
Slide 13 - Tekstslide
pH in het maag-darmkanaal
Slide 14 - Tekstslide
Regulering van stofwisseling
Activatoren
:
sommige hormonen
en medicijnen
Remstoffen
:
zware metalen (lood en
cadmium)
Slide 15 - Tekstslide
Enzymatische reacties
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Video
Wat heeft een enzym altijd nodig om een product te maken?
A
co-enzym
B
eiwit
C
fotosynthese
D
substraat
Slide 18 - Quizvraag
Wat betekent het dat een enzym substraatspecifiek is?
A
Een enzym kan maar één type substraat produceren
B
Een enzym kan maar één type substraat omzetten
C
Een enzym heeft maar één actief centrum
D
Een enzym wordt geactiveerd door één specifiek substraat
Slide 19 - Quizvraag
Enzymeigenschappen
Welke uitspraak over enzymen is juist?
A
Het apo-enzym bepaalt de substraatspecificiteit.
B
Het apo-enzym is een metaalion of een vitamine.
C
Het co-enzym bepaalt de substraatspecificiteit.
D
Het co-enzym is het eigenlijke enzym.
Slide 20 - Quizvraag
De maximumtemperatuur van een enzym vertelt je...
A
...bij welke temperatuur het enzym kapot gaat
B
...bij welke temperatuur het enzym gaat werken
C
...bij welke temperatuur het enzym het beste werkt
D
geen van genoemde antwoorden
Slide 21 - Quizvraag
Hoe heet het proces waarbij een eiwit zijn ruimtelijke structuur verliest door bijvoorbeeld te hoge temperatuur?
Slide 22 - Open vraag
Slide 23 - Video
Meer lessen zoals deze
Basisstof 2
November 2022
- Les met
18 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
Thema 3 Stofwisseling BS2 les 2
Januari 2022
- Les met
38 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
Thema 3 Stofwisseling BS2 les 2
Februari 2024
- Les met
14 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
3.1 chemie in cellen 3.2 Enzymen
Februari 2024
- Les met
31 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
Les 4: Bespreken praktische opdracht
December 2022
- Les met
11 slides
Thema 3 BS 2 Enzymen
18 dagen geleden
- Les met
36 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
10.3 enzymen vwo 5
November 2024
- Les met
27 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
T3BS 2 - Enzymen
December 2023
- Les met
20 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5