Keuzedeel internationaal bewustzijn les 3: Tolerantie

Keuzedeel Internationaal Bewustzijn
Les 3: Tolerantie

camera aan | microfoon uit
T. Beukers
tbeukers@mborijnland.nl
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Keuzedeel Internationaal Bewustzijn
Les 3: Tolerantie

camera aan | microfoon uit
T. Beukers
tbeukers@mborijnland.nl

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vorige week: Hoe komt het dat iedereen een andere invulling voor normaal heeft?

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat versta jij onder Tolerantie?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

SPINOZA EN TOLERANTIE

de eeuw van reden

Slide 4 - Tekstslide

Deze les gaat over tolerantie en de vrijheid van meningsuiting. We ontdekken aan de hand van Benedictus de Spinoza hoe in de 17e eeuw een nieuwe kijk op tolerantie ontstaat. We maken kennis met de houding van de Republiek ten opzichte van andersdenkenden. Aansluitend discussiëren leerlingen over de (grenzen aan) tolerantie en vrijheid van meningsuiting. Ook kijken we naar hoe dit zich vertaalt naar de 21 eeuw.
DE VERLICHTING


- 18e eeuw
- Wetenschappelijke revolutie -> andere manier van denken
- Ontdekkingen & uitvingen -> Optimisme 
- Verlichting -> Maatschappij

Slide 5 - Tekstslide

De wetenschappelijke revolutie in de 17e eeuw zorgde voor een andere manier van denken. Zo werd het empirisme erg belangrijk: een stroming die stelde dat eigen waarneming essentieel is om je kennis te vergroten. Door de vele ontdekkingen en uitvindingen die hierop volgden, ontstond er veel optimisme. Het leek alsof de mens alles kon doorgronden door zijn eigen verstand te gebruiken. Terwijl de wetenschappelijke revolutie zich focuste op de exacte wetenschappen, richtte de nieuwe manier van denken zich tijdens de Verlichting op de maatschappij. Empirisme, rationalisme en optimisme waren echter nog steeds de factoren die centraal stonden. Zo dacht men optimistisch over het verbeteren van de maatschappij door middel van het toepassen van de wetenschappelijke denkwijze die bestond uit stromingen als het empirisme en het rationalisme. Hoewel deze twee wetenschappelijke methoden tegenstrijdig lijken (ze gaan uit van andere kennisbronnen, respectievelijk van de zintuiglijke waarneming en van het verstand), werden ze beide toegepast tijdens de Verlichting. Ondanks dat het rationalisme vooral dominant was op het continent en het empirisme met name in Engeland, probeerden sommige verlichte denkers zoals Immanuel kant de twee wetenschappelijke methodes ook te combineren.
VERLICHTE IDEEEN 
- Godsdienst
- Economie
- Sociale verhoudingen
- Politiek

Slide 6 - Tekstslide

De verlichte ideeën die werden toegepast op de samenleving draaiden voornamelijk om tolerantie, vrijheid en gelijkheid. Er was een sterke focus op vooruitgang: men geloofde dat de samenleving maakbaar was en verbeterd kon (en moest) worden. Hiervoor moesten traditie en (bij)geloof plaatsmaken voor het gebruik van het verstand, de rede. De verlichte denkers pasten op die manier hun ideeën op elk aspect van de maatschappij toe:

Godsdienst: de nieuwe, verlichte leus was ‘ratio in plaats van religio’. De Verlichting ging uit van het gebruik van het verstand en van de waarneming, in plaats van het verkrijgen van kennis uit de voorgegeven waarheden die het geloof gaf en die in de Bijbel te lezen waren. Wel vonden verlichte denkers als Voltaire dat ieder mens recht had op zijn eigen geloof.

Economie: het vrijheidsideaal werd ook toegepast op de economie door de econoom Adam Smith. Hij vond dat de overheid zich het beste zo min mogelijk kon bemoeien met de economie, want elk mens streefde er volgens hem al naar zijn eigen economische situatie zo goed mogelijk te maken. Dit wordt de vrijemarkteconomie genoemd, die uitgaat van de principes van vraag en aanbod.

Sociale verhoudingen: de empiristen geloofden dat de mens wordt geboren als een ‘tabula rasa’ (leeg blad) en je gedurende je leven kennis en ervaringen opdoet. Dit betekende dat kennis belangrijker werd geacht dan afkomst, omdat ieder mens dezelfde start maakt en daarom ook dezelfde kansen verdient. Deze ideeën vormden kritiek op de standenmaatschappij van die tijd, waarbij afkomst je stand bepaalde en de derde stand werd achtergesteld.

Politiek: om de vrijheid van de bevolking te waarborgen, moest de politiek volgens de verlichte denker Montesquieu ingericht worden op basis van de trias politica. In plaats van de macht in handen te leggen van een vorst, moest de macht gescheiden zijn in de wetgevende, de uitvoerende en de rechterlijke macht. Ook wilden de verlichte denkers stemrecht creëren voor de derde stand (de bevolking), zodat er een democratie zou ontstaan en het gelijkheidsidee gerealiseerd zou worden.
KENMERKEN VAN DE VERLICHTING
1. Alleen het verstand(de filosofie) kan
vaststellen wat waarheid is.

2. Er bestaat geen bovennatuurlijk handelen. Er
bestaan geen tovenaars, heksen, boze
geesten of goddelijk ingrijpen.

3. De hele mensheid is gelijk qua ras en
geslacht.

4. Normen en waarden zijn universeel en
gelden dus voor alle mensen. Zij zijn niet
religieus verankerd.
5. Grote tolerantie en vrijheid van denken is
gebaseerd op onafhankelijk kritisch denken.

Slide 7 - Tekstslide

Jonathan Israel heeft de fundamentele ideeën en waarden van de Verlichting als volgt samengevat:

Deze ideeen en waarden hebben tot een aantal dingen geleid; bijvoorbeeld de Franse revolutie, de Amerikaanse revolutie, Afschaffing van slavernij, en emancipatiebewegingen zoals feminisme.
KENMERKEN VAN DE VERLICHTING

6. Er bestaat persoonlijke vrijheid van levensstijl
en vrijheid van seksueel gedrag tussen volwassenen die hiermee instemmen. De waardigheid en de vrijheid van ongetrouwde en homoseksuele mensen wordt beveiligd.

7. Er is vrijheid van meningsuiting, vrijheid van politieke kritiek en persvrijheid in de publieke sfeer.

8. De democratische republiek is de meest legitieme vorm van politieke organisatie.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SPINOZA

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TOLERANTIE
"Tolerantie of verdraagzaamheid is een sociale, culturele of in een religieuze context gebruikte term die de mate aangeeft waarin afwijkend gedrag of leden van bepaalde groepen niet worden gediscrimineerd ondanks hun afwijkend en door de meerderheid verwerpelijk geachte gedrag (of afwijkende meningen). Tolerantie is afgeleid van het Latijnse tolerare dat verdragen, verduren, uithouden, betekent."

"Volgens een onderzoek onder Nederlanders uit 2006 schaamt 53% van de Nederlanders zich voor het gebrek aan tolerantie in Nederland. Daarentegen is 25% van de Nederlanders trots op de Nederlandse tolerantie."

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

HOE TOLERANT BEN JIJ?


Open het het onderstaande document en vul de test in (5 min)

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe tolerant vind jij jezelf? Leg uit waarom

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke grenzen kent jouw tolerantie?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke grenzen moeten volgens jou aan de vrijheid van meningsuiting moeten worden gesteld?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

VERWERKINGSODPRACHT
O P D R A C H T 3 : TO L E R A N TI E
De volgende stap is om te kijken hoe jij jou directe omgeving ervaart op het gebied van tolernatie
1.Wat betekent tolerantie (voor jou)?
2.Hoe tolerant vind jij Nederland? 
3.Hoe tolerant vind jij dat mensen zijn tegen jou?
4.Hoe tolerant ben jij? 

Je kan bij elke vraag een verhaal of ervaring gebruiken om je antwoord toe te lichten. Richtlijn voor deze opdracht is tussen de 1 en 2 A4tjes.

Deadline 1 juni, inleveren via Teams

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TOT VOLGENDE WEEK!
vragen en/of opmerkingen?
tbeukers@mborijnland.nl
of Thomas Beukers via de Teams chat

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies