3.1 Hoe start de Eerste Wereldoorlog?

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Welkom in de geschiedenisles!

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Onderwerp: Waarom maakt de artillerie de oorlog statisch in 1914? (3.1)
  • Sleutelwoorden: artillerie-infanterie-cavalerie  en statisch-dynamisch
  • Afsluiting  

Slide 3 - Tekstslide

Het landleger heeft drie onderdelen (1)
Artillerie - Infanterie - Cavalerie

Slide 4 - Tekstslide

Het landleger heeft drie onderdelen (1)
Artillerie - Infanterie - Cavalerie
Infanterie = Soldaat te voet

Slide 5 - Tekstslide

Het landleger heeft drie onderdelen (2)
Artillerie - Infanterie - Cavalerie

Slide 6 - Tekstslide

Het landleger heeft drie onderdelen (1)
Artillerie - Infanterie - Cavalerie
Cavalerie = Soldaat met vervoer

Slide 7 - Tekstslide

Het landleger heeft drie onderdelen (3)
Artillerie - Infanterie - Cavalerie

Slide 8 - Tekstslide

Het landleger heeft drie onderdelen (3)
Artillerie - Infanterie - Cavalerie
Artillerie = Soldaat met Kanon

Slide 9 - Tekstslide

Tot 1800: infanterie is het sterkst. 
Eén minuut voor opladen van het geweer 
De oorlog is statisch

Slide 10 - Tekstslide

Napoleon verandert de oorlogsvoering
500 paarden galopperen. Infanterie kan niet goed mikken. Oorlog wordt dynamisch

Slide 11 - Tekstslide

Hiram Maxim verandert de oorlogsvoering
Hij ontwikkelt de Maxim-gun (1870)
Welk legeronderdeel wordt het belangrijkst?
Artillerie - Cavalerie - Infanterie

Slide 12 - Tekstslide

Overal in de loopgraaf zijn Maxim-guns. Waarom rent niemand naar de overkant?

Slide 13 - Tekstslide

Nabespreken
Aan het eind van deze les:

  • Waarom maakt de artillerie de oorlog statisch in 1914?
  • Wat betekent: statisch-dynamisch?
  • Wat betekent: artillerie-cavalerie-infanterie

Slide 14 - Tekstslide

Fijne dag!

Slide 15 - Tekstslide