Disk introductie thema overtuigen

Thema 15 Overtuigen
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 2

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Thema 15 Overtuigen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overtuigen
Zoek dit op in je eigen taal

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Waar of niet waar?
De presentatie van de jongen is interessant?
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kijk naar het plaatje
A
De jongen is niet blij. Hij vergeet wat hij moet zeggen
B
De jongen is niet blij. De anderen in de klas luisteren niet.

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
De jongeren schrikken wakker.
B
De jongeren gapen. Ze zijn moe.

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar gaat dit thema over?
Je gaat oefenen om iemand te overtuigen. Waarom moet jouw klasgenoot dat ene boek lezen of die ene film gaan zien? Ook ga je je klasgenoten vertellen wat je goed kunt.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Betekenis presenteren en overtuigen
presenteren: Je wilt iets vertellen of informatie geven op een leuke en boeiende manier.
Overtuigen: Je zorgt ervoor dat de ander iets van je overneemt: een mening, een idee of voorstel.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen presenteren en overtuigen?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De taken
Taak 1: Houd een betoog --> overtuigen
Taak 2: Overtuig een ander --> overtuigen
Taak 3: Schrijf een mail --> overtuigen
Taak 4: Presenteer jezelf --> presenteren

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

"Laat zien wat je in huis hebt."
Uitdrukking:
De letterlijke betekenis (taak 2) en de figuurlijke betekenis, de talenten die je hebt (taak 4).

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kun je iemand overtuigen?
Met: 
  • Argumenten 
  • Enthousiasme: woorden, lichaamshouding, stem en gezichtsuitdrukking
  • Positieve en informatieve bijvoeglijke naamwoorden: leuk, nuttig, fantastisch enz.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Argumenten
Waarom?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

enthousiast

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de lichaamshouding
Hoe sta je?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de gezichtsuitdrukking
Hoe kijk je?

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zeg na: van niet enthousiast naar heel enthousiast
Ik vind deze telefoon fantastisch.
Dit is een geweldige film.
Het is een prachtig boek.
Deze film is zo mooi!
Deze acteur is supergoed.
Deze muziek is prachtig.
Deze pizza is heerlijk.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

ABC'tje
  • Maak in groepjes van drie of vier een ABC’tje. 
  • Bij elke letter van het alfabet bedenken jullie een woord dat je kunt gebruiken om iemand te overtuigen. 
  • Typ de woorden in de opdracht in de Classroom zodat ze later gebruikt kunnen worden bij de taken.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Thema 13 Muziek
Opstart

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dit thema gaat over 
Muziek
Dit thema gaat over muziek en muziekvideo's. 
Wat is je favoriete muziekgroep, zanger of zangeres? 
Welke muziek vind je het mooist? 
En aan welke muziek heb je een hekel?

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat oefen je?
  • Je zoekt informatie en je schrijft een tekst.
  • Je praat over favoriete muziek en je maakt een lijst.
  • Je maakt vragen en houdt een interview.
  • Je beschrijft een muziekvideo.
  • Je schrijft een tekst over je favoriete muziek. 
 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het doel van de les.
Je kunt eenvoudige vragen over muziek beantwoorden en een poster maken over jouw favoriete muziek.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Start
Bekijk het filmpje en doe de opdracht.
  

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke woorden ken je al die bij het Thema horen?

Slide 25 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Welke muziekinstrumenten zie je in het filmpje
A
Drumstel, saxofoon en laptop op school
B
Drumstel, koptelefoon en laptop
C
Drumstel en saxofoon

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke vraag stelt de jongen op het drumstel?
A
Wat is je favoriete muziekinstrument?
B
Wat is je favoriete liedje?
C
Wat is je favoriete muziek?

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is waar?
A
De DJ houdt het meest van jazz-muziek.
B
De DJ houdt het meeste van Hiphop.
C
De drummer houdt het meeste van jazzmuziek.

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is je favoriete muziek?
Leg ook uit waarom?

Slide 29 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat vind je belangrijk bij een zanger, zangeres of band?

Slide 30 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Maak jezelf muziek?
Vraag
  • Ja? Welk instrument?
  • Nee? Welk instrument zou je willen bespelen?
Ja
Nee

Slide 31 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Maak in de Classroom een poster  over muziek:
Laat zien:
 - Welke muziek jij leuk vindt;
- Wie jouw favoriete  zanger, zangeres of band is;
- Maak je zelf muziek of welk instrument zou je willen bespelen?
- Zoek foto's, schrijf woorden en zinnen.


Voorbeeld
Ik vind de stem van Taylor Swift heel mooi. Ze ziet er ook leuk uit en ze speelt goed gitaar en piano. De teksten zijn ook heel goed. Die schrijft ze zelf. Ze gaan over haar, maar ook over mij. Ik zou ook graag de piano willen spelen en mooi kunnen zingen.

Slide 32 - Tekstslide

  1. Hardop oefenen:  samen hardop denken: één leerling komt naar voren en de klas raadt het woord met ondersteuning van de docent.
  2. Begeleid oefenen:  oefenen in tweetallen: één leerling schrijft en beeldt uit, de ander raadt.
  3. zelfstandig oefenen: leerlingen komen één voor één naar voren.
Je kunt eenvoudige vragen over muziek beantwoorden en een poster maken.
😒🙁😐🙂😃

Slide 33 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Oefenboek blz. 105
Vertaal de woorden in je eigen taal.
Maken: oefening 4 t/m 6

Disk, Grammaticatrainer: 9, 12 en 13

Disk, Uitspraak, Klank: 3: ui,  10: o - oo,  15: i - ie,  17: f / v / w,  18: e - ee,  19: eu




Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies