3.2 Planten

Herhalen 3.1
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Herhalen 3.1

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je nog van 3.1?
- Je kunt beschrijven welke biotische en abiotische factoren invloed op organismen hebben.
- Je kunt beschrijven wat een ecosysteem is.

- Je kunt met voorbeelden uitleggen hoe planten zijn aangepast aan hun ecosysteem.

- Je kunt met voorbeelden uitleggen hoe dieren zijn aangepast aan een koude of hete omgeving.
- Je kunt uitleggen hoe het gebit van dieren is aangepast aan hun voedsel.
- Je kunt uitleggen hoe de snavels van vogels zijn aangepast aan hun voedsel en hoe de poten van vogels zijn aangepast aan hun leefwijze.

Slide 2 - Tekstslide

dieren die zich aanpassen
<-warmbloedig
wintervacht->

koud: isolatie/vetlaag->
<-warm: groot oppervlak

Slide 3 - Tekstslide

Aanpassingen aan een warme omgeving 
Voorbeelden zijn:
1. dunne vacht
2. grote oren
3. lange poten

Het lichaamsoppervlak vergroten, zodat er zoveel mogelijk warmte weg kan.

Slide 4 - Tekstslide

Aanpassing aan hun leefwijze
Je kan aan het gebit van een zoogdier zien wat ze eten.
1. richel (plooikiezen)  & snijtanden ==> planteneters= herbivoor
2. Knipkiezen & scherpe hoektanden ==> vleeseters= carnivoor
3. Knobbelkiezen & snijtanden ==> alleseters= omnivoor

Slide 5 - Tekstslide

Verschillende typen eters + gebitten
Planteneters: Plooikiezen

Vleeseters: Knipkiezen

Alleseters: Knobbelkiezen

Slide 6 - Tekstslide

Verschillende soorten snavels

Slide 7 - Tekstslide

3.2 Planten
Leerdoelen:
  • Je kunt de organen van planten benoemen en hun functie beschrijven.
  • Je kunt de weefsels in een blad benoemen en hun bouw en werking beschrijven.
  • Je kunt beschrijven hoe een plant stoffen opneemt.
  • Je kunt beschrijven hoe planten stoffen vervoeren. 

Er wordt veel herhaald uit Hoofdstuk 1 !

Slide 8 - Tekstslide

Leerdoel: Je kunt de organen van planten benoemen en hun functie beschrijven.
 Een plant bestaat ook uit organen, net zoals bij mensen.

Elk orgaan heeft zijn eigen bouw en taak 

  • Wortels: Water uit de bodem, meststoffen: mineralen
  • Stengel: Houdt de plant overeind, de stengel zorgt er via vaten voor dat water en stoffen naar de bladeren en bloemen kunnen en andersom
  • Bladeren: Nerven, zorgen voor vervoer van water en stoffen maar geven ook stevigheid. Bladmoes: hierin maakt de plant zijn eigen voedingsstoffen: fotosynthese
  • Bloemen: zijn voor de voortplanting.  Uit bloemen ontstaan vruchten, in de vruchten zitten zaden, uit deze zaden groeien nieuwe planten.

Slide 9 - Tekstslide

Leerdoel: Je kunt de weefsels in een blad benoemen en hun bouw en werking beschrijven.
Weefsel=  een groep cellen met dezelfde vorm en functie
Weefsel van een blad: 
  • opperhuid
  • nerven
  • bladmoes
  • huidmondjes

Slide 10 - Tekstslide

Doorsnede van een blad

Slide 11 - Tekstslide

Plantencel 

Slide 12 - Tekstslide

Leerdoel: Je kunt beschrijven hoe een plant stoffen opneemt.
Een plant neemt 3 stoffen op:
Water, koolstofdioxide, mineralen
Hoe?
1. Via de huidmondjes: koolstofdioxide, 
nodig voor de fotosynthese.
2. met de wortelharen: water en mineralen
voor stevigheid en voor fotosynthese.

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag

10 min: maak 3.2

Na 10 minuten gaan we verder met 3.3

Slide 14 - Tekstslide