Je kunt beschrijven welke biotische en abiotische factoren invloed op organismen hebben.
Je kunt beschrijven wat een ecosysteem is.
Je kunt met voorbeelden uitleggen hoe planten zijn aangepast aan hun ecosysteem.
Je kunt met voorbeelden uitleggen hoe dieren zijn aangepast aan een koude of hete omgeving.
Je kunt uitleggen hoe de snavels van vogels zijn aangepast aan hun voedsel en hoe de poten van vogels zijn aangepast aan hun leefwijze.
Je kunt uitleggen hoe het gebit van dieren is aangepast aan hun voedsel.